Bij de behandeling wordt de heupkop geleidelijk op de juiste plek in de heupkom geplaatst, zodat de kom zich dieper kan ontwikkelen. Uw kind krijgt bijvoorbeeld een 'Pavlik-harnas' of 'Camp-spreider', waarmee de beentjes in spreidstand worden gehouden. Als uw kind veel met de beentjes trappelt, ontstaat er door druk van de heupkop in de heupkom een groeiprikkel. Hierdoor krijgt de heupkom een beter 'dak' boven de kop.
De behandeling doet geen pijn en uw kind wordt door de beugel of bandage niet in de ontwikkeling geremd. Uw kind moet de spreider meestal 23 uur per dag dragen. Bij het baden of aankleden mag u de spreider afdoen, tenzij de arts andere instructies geeft. Meestal duurt een spreidbehandeling ten minste 4 tot 6 maanden.
Heeft de spreidbehandeling onvoldoende effect? Dan volgt een onderzoek en repositie (het terug plaatsen van de kop in de kom) onder narcose. Na deze behandeling krijgt uw kind meestal een gipsbroek. Hierbij worden de heupjes en beide beentjes van uw kind in het gips gezet.
Heel soms zit er weefsel tussen de heupkop en de heupkom. Dan kan een operatie nodig zijn. Hierbij wordt het weefsel verwijderd en wordt de kop in de kom geplaatst. Soms wordt tijdens de operatie een tweede ingreep verricht. Omdat de heupkom ondiep is, wordt dan aan de bovenkant een stukje bot uit het bekken boven in de heupkom gezet, zodat het zich sneller kan ontwikkelen.
Soms wordt heupdysplasie pas aan het einde van de puberteit of aan het begin van de volwassenheid ontdekt. Een operatie kan dan nodig zijn om de stand van de heupkom te verbeteren, zodat de kop van de heup wat meer steun heeft in de heupkom. Eén van de operatiemethoden die wordt toegepast bij heupdysplasie is de zogenaamde Triple osteotomie ook wel Thönnis osteotomie genoemd.