Hoe een brandwond behandeld moet worden is afhankelijk van de plaats, grootte en diepte van de brandwond, de leeftijd van de patiënt en of er nog bijkomend letsel is. Diepere brandwonden hebben een meer gespecialiseerde behandeling nodig. Als dat nodig is nemen we contact op met een van de Nederlandse brandwondencentra.
We delen brandwonden op in de volgende gradaties:
Eerstegraads verbranding
Een eerstegraads verbranding ontstaat als u bijvoorbeeld te lang onbeschermd in de zon zit. De huid is dan niet stuk. Daarom noemen we het geen brandwond, maar een verbranding. Een eerstegraads verbranding kan erg pijn doen. De huid is rood en/of roze verkleurd, droog en soms een beetje gezwollen. Na een paar dagen gaat het over. Wij raden u aan om de rode huid vet te houden en goed te hydrateren met een crème.
Oppervlakkige tweedegraads brandwond
Er zijn 2 soorten tweedegraads brandwonden: oppervlakkig en diep. Bij een oppervlakkige tweedegraads brandwond is de opperhuid stuk. De huid is rood, nat, pijnlijk en u ziet blaren (kapot of heel). Zelfs na een paar uur kunnen nog blaren ontstaan. De behandeling van tweedegraads brandwonden kan met zalf of een speciaal verbandmiddel. De wond geneest meestal binnen 2 weken.
Diepe tweedegraads brandwond
Bij een diepe tweedegraads brandwond is de lederhuid meer aangetast dan bij een oppervlakkige tweedegraads brandwond. De wond is roodachtig en/of wit en is nat. De genezing kan langer dan 2 weken duren. Soms is een huidtransplantatie nodig om de brandwond(en) dicht te maken.
Derdegraads brandwond
Bij een derdegraads brandwond is zowel de opperhuid als de lederhuid volledig verdwenen. De wond is wit en/of zwart, droog, leerachtig en nauwelijks pijnlijk. Dat komt omdat in het geval van een derdegraads brandwond ook de zenuwen in de huid zijn aangetast. Om een derdegraads brandwond te laten genezen, is een huidtransplantatie meestal noodzakelijk.