De kinderfysiotherapeut vraagt naar van alles wat met bewegen en niet-bewegen te maken heeft. Het gaat dan over sport, hobby’s en het dagelijks bewegen. Maar ook beweegactiviteiten die af en toe gedaan worden zijn belangrijk.
Tijdens het gesprek komen deze onderwerpen aan bod:
- wat kan een kind zelfstandig als het gaat om bewegen;
- beweegt het kind samen met anderen (vrienden, leeftijdsgenoten, gezinsleden);
- beeldschermtijd; hoeveel is dit per dag, hoe is dit verdeeld over de dag en zijn er thuis afspraken over gemaakt?;
- ervaart een kind problemen om fijn te kunnen bewegen? Waar heeft dat mee te maken?;
- lukt het om dagelijks ‘genoeg’ te bewegen en wat is dan ‘genoeg’?;
- wat vindt het kind leuk om te doen? wat wordt het plan voor de komende tijd?;
- hoe kan een kind aan de slag met eventuele veranderingen? Is er hulp nodig om hiermee aan de slag te gaan?.
De kinderfysiotherapeut stelt niet alleen maar vragen. Tijdens het beweegmoment kijkt de kinderfysiotherapeut hoe het lichaam reageert op inspanning. Hoe is de vermoeidheid, ademhaling en hartslag? En er wordt gekeken hoe het lichaam weer herstelt na deze activiteit.