Voeding voor uw baby

Met vragen over borstvoeding kunt u bij elke verpleegkundige of latactiekundige terecht.

Borstvoedingsprotocol

In het Jeroen Bosch Ziekenhuis werken wij volgens de regels van het WHO / Unicef. We doen dit, omdat we het geven van borstvoeding ontzettend belangrijk vinden.

We werken volgens een regionaal borstvoedingsprotocol. Dit betekent dat u in het ziekenhuis dezelfde zorg en begeleiding krijgt als thuis.

De 10 vuistregels voor het welslagen van de borstvoeding van WHO en UNICEF

1. Een goed borstvoedingsbeleid
2. Deskundige begeleiding
3. Voorlichting aan de aanstaande ouders
4. De eerste borstvoeding binnen een uur na de bevalling
5. Goed aanleggen en zo nodig kolven
6. In principe geen bijvoeding*
7. Moeder en kind bij elkaar
8. Borstvoeding op verzoek
9. Geen speen of fopspeen*
10. Samenwerking met borstvoedingsgroepen

*Dit geldt niet voor prematuren en zieke zuigelingen. De arts kan besluiten om uw kind toch bijvoeding te geven. Kan uw kind vanwege de conditie niet iedere voeding aangelegd worden en heeft het toch een zuigbehoefte? Dan krijgt uw kind een fopspeen. Bij (jonge) prematuren streven we erna om eerst aan de borst te leggen, voordat er een flesje wordt gegeven.

Lactatiekundigen

Met vragen over borstvoeding kunt u bij elke verpleegkundige terecht. Heeft u meer specifieke vragen of heeft u behoefte aan meer begeleiding bij het geven van borstvoeding? Dan helpen de lactatiekundigen u graag verder. Zij zijn zeven dagen per week bereikbaar van 09.00 uur tot 21.00 uur, telefoonnummer: 06 27073184 of Borstvoedingscentrum.

Kolven moedermelk

Uw kind kan misschien nog niet alle voeding uit de borst drinken. Wanneer dit niet lukt, of als uw kind nog veel rust nodig heeft, kunt u het beste de moedermelk afkolven. Dit is mogelijk in de nabijheid van uw kind. De verpleegkundige leert u hoe u moet kolven. 

U kunt een kolfset van het ziekenhuis gebruiken. U kunt dagelijks een nieuw setje pakken in de borstvoedingskamer. U kunt het kolfapparaat van de afdeling gebruiken. De gekolfde voeding krijgt uw kind, eventueel met aanvulling van kunstvoeding. Gekolfde voeding die u over heeft, kunt u thuis invriezen. 

Is uw kind te vroeg geboren, dan moet u soms een lange periode kolven, voordat uw kind uit de borst drinkt. Afgekolfde moedermelk wordt per 24 uur verwerkt. 

Huren kolfapparaat

U kunt een kolfapparaat huren bij het Borstvoedingscentrum.

U kunt ook terecht bij de Vivent-Medicura Zorgwinkel in het Jeroen Bosch Ziekenhuis. De winkel bevindt zich op de begane grond, vlakbij de hoofdingang. Bij binnenkomst van het ziekenhuis, loopt u links voorbij de roltrap. 

Verschillende zorgverzekeraars vergoeden het huren van een kolf bij zieke zuigelingen en prematuren. Vraag uw verzekering welke mogelijkheden er zijn en wat uw hiervoor moet doen.

De servicemedewerkster helpt u met klaarmaken van de flesvoeding.

Wanneer uw kindje nog niet zelf kan drinken, krijgt uw kindje de melk via een sonde. Een sonde is een slangetje dat door de neus en slokdarm naar de maag loopt. Uw kind merkt nauwelijks iets van de sonde. Als u wilt, kunt u uw kind zelf sondevoeding geven. 

De verpleegkundige geeft u dan instructies. De meeste kindjes beginnen zelf te drinken wanneer ze 34 à 36 weken oud zijn.

Een kind dat veel te vroeg is geboren, kan nog niet ademen, zuigen en slikken tegelijk. De hele kleintjes, van minder dan 32 weken of lichter dan 1500 gram, worden daarom eerst via een infuus gevoed. Dat heet parenterale voeding. 

Hierin zitten kant-en-klare voedingstoffen in, vergelijkbaar met de stoffen die in de baarmoeder via de navelstreng werden afgeleverd bij uw kind. Naast glucose zijn dit aminozuren, in stukjes gebroken eiwitten, en vetten op basis van sojaolie, zogenaamde Intralipid®. 

Het nadeel van deze parenterale voeding is dat het maar net voldoende calorieën bevat. Om even hard te groeien als in de buik, moet een kindje zo’n 15-20 gram per kilogram lichaamsgewicht per dag aankomen. Een ander nadeel is dat het infuus een risico voor infecties is. Daarom beginnen we zodra het kan met sondevoeding.

Het aantal keren dat uw kind voeding krijgt, is afhankelijk van de conditie van uw kind. De arts en/of verpleegkundige bekijken dit dagelijks. Voedingsveranderingen gaan in vanaf 16.00 uur.  Na geboorte/ opname begint uw kind met een voedingsschema dat het beste bij uw kind past. Het schema kan tussentijds in overleg met u worden aangepast. Wanneer mogelijk kan er gevoed worden op verzoek van uw kind (on-demand voeden).

Slaapt u niet bij uw kind, en wilt u zelf uw kindje voeden of bij de verzorging aanwezig zijn? Dan vragen wij u om ruim van tevoren (ongeveer een half uur) voor de voedingstijd aanwezig te zijn. Op het memobord op de suite kunt u aangeven wanneer u aanwezig bent. Zo kan de verpleegkundige rekening houden met uw komst.