Pneumokokkenprik voor mensen met kanker

Wordt u behandeld voor kanker en ontvangt u een uitnodiging om u te laten inenten tegen pneumokokken? Dan adviseren onze zorgverleners om hiervan gebruik te maken.

Alleen als u in het afgelopen jaar Rituximab of Obinutuzumab heeft gekregen, hoeft u geen pneumokokkenprik te halen.

Wat zijn pneumokokken?

Een pneumokok is een soort bacterie. Iedereen kan de bacterie bij zich dragen zonder er ziek van te zijn. Door niezen en hoesten komt de bacterie in de lucht. Als andere mensen die kleine druppeltjes inademen, kunnen ze besmet raken. Maar ook door zoenen of iemand aanraken na hoesten of niezen, kunt u besmet raken. Vooral jonge kinderen en oudere mensen met minder weerstand worden ziek door pneumokokken (RIVM).

Waar kunt u terecht voor de pneumokokkenprik?

In het najaar van 2024 krijgen mensen van 60 t/m 63 jaar (geboren vanaf 01-01-1961 t/m 31-12-1964) een uitnodiging van de huisarts voor een gratis pneumokokkeprik. De pneumokokkenprik werkt 5 jaar.

Valt u buiten deze groep en wilt u zich toch laten vaccineren, overleg dan met uw huisarts of dat mogelijk is. Hier zijn wel kosten aan verbonden. Of deze kosten worden vergoed kunt u navragen bij uw zorgverzekeraar.

Waarom is de pneumokokkenprik belangrijk?

Pneumokokken kunnen voor pneumokokkenziekte zorgen. Pneumokokkenziekte kan zorgen voor neus- en bijholteonsteking, oorontsteking en longontsteking. Als u behandeld wordt voor kanker, dan kan pneumokokkenziekte zeer ernstig verlopen. De pneumokokkenprik beschermt u tegen het krijgen van ziekten die worden veroorzaakt door pneumokokken.

Wanneer geen pneumokokkenprik?

Als u het afgelopen jaar Rituximab of Obinutuzumab heeft gekregen, hoeft u geen pneumokokkenprik te halen. De prik werkt dan namelijk niet goed.

Via het rijksvaccinatieprogramma wordt de pneumovacx23 gegeven. Mensen die behandeld worden met immuuntherapie mogen deze vaccinatie wél krijgen, maar andere soorten pneumokokkenvaccinaties (de zogenaamde PCV10 en PCV13) niet.

Heeft u vragen?

Meer informatie vindt u ook op www.rivm.nl. Als u dan nog vragen heeft, overlegt u dan met uw verpleegkundig specialist.

Code ONC-315
Laatste revisie: 6 september 2024 - 11:23