In de zwangerschap en vooral na de bevalling stolt het bloed gemakkelijker. Dit heeft als voordeel dat u minder bloed verliest tijdens de bevalling. Het nadeel hiervan is dat de kans hoger is op een trombosebeen of longembolie. Dit zijn bloedstolsels in uw been of in uw longen. Dit kan levensgevaarlijk zijn. Het risico op zo’n trombosebeen of longembolie willen we daarom zo klein mogelijk maken.

Hoe groot de kans is op een trombosebeen of longembolie hangt af van verschillende zaken, zoals uw medische voorgeschiedenis en het verloop van uw zwangerschap en bevalling. Zo heeft u bijvoorbeeld meer kans als u in uw leven al een trombosebeen, of longembolie hebt gehad. Ook een keizersnede verhoogt het risico. Als het risico op een trombosebeen of longembolie groter is dan 3%, is het advies om antistolling te gaan gebruiken.

Wat u zelf kunt doen, is zo snel en zo vaak als mogelijk is uit uw bed te komen. Het stil liggen in bed vormt namelijk een extra risico voor het krijgen van een trombosebeen of longembolie.

De arts heeft u verteld dat u voor minstens 10 dagen, en soms 6 weken lang, antistollingsmedicijnen moet gebruiken. De hoeveelheid die u krijgt, hangt af van uw gewicht.

De antistollingsmedicijnen zijn spuitjes die u uzelf geeft, vlak onder de huid. Hoe u dit moet doen, legt de verpleegkundige uit. U kunt thuis ook de instructie voor het onderhuids spuiten van medicijnen bij de hand houden. Hierin staat uitgelegd hoe u het moet doen.

In het onderstaand filmpje ziet u hoe u uzelf de spuitjes kunt geven.

Bekijk het filmpje

Veel gebruikers (meer dan 1 op de 10) krijgen kleine bloeduitstortingen, meestal op de plek van de injectie. Bij minder dan 1 op de 10 gebruikers treedt roodheid en zwelling van de huid op. Zelden voorkomende bijwerkingen zijn hoofdpijn, huiduitslag en jeuk.

Bij vragen kunt u bellen naar de polikliniek Gynaecologie, telefoonnummer: (073) 553 62 50 of naar de afdeling Verloskunde 073 553 20 20.