Geen enkele operatie is zonder risico’s. Bij een operatie aan de endeldarm is de normale kans op complicaties aanwezig, zoals trombose, een longontsteking en een nabloeding. Verder kunnen bij deze operatie de volgende complicaties optreden:
Naadlekkage
Deze ernstige complicatie kan ontstaan wanneer de nieuwe verbinding (darmnaad) niet vastgroeit en gaat lekken; een zogenoemde naadlekkage. Dan is meestal een nieuwe operatie nodig, waarbij de darmnaad wordt losgemaakt en een stoma wordt aangelegd.
Wondinfectie
Deze complicatie komt bij een dikkedarmoperatie vaker voor dan bij andere soorten operaties. Bij een wondinfectie geneest de wond vaak langzamer. Hierdoor moet u mogelijk langer in het ziekenhuis blijven. In bepaalde situaties wordt de huid na een dikkedarmoperatie open gelaten om wondinfecties te voorkomen.
Bij mannen: impotentie
Bij uitgebreide endeldarmoperaties is het soms niet te vermijden dat de zenuwen naar de geslachtsdelen en de blaas beschadigen. De impotentie kan tijdelijk zijn, maar is soms blijvend. Heeft u vragen hierover, bespreek deze dan met uw arts of met de verpleegkundig specialist.
Bij vrouwen: droge vagina bij gemeenschap
Bij vrouwen kan een uitgebreide endeldarmoperatie de zenuwbanen naar de vagina beschadigen. Hierdoor kan het gebeuren dat de vagina niet meer vochtig wordt bij geslachtsgemeenschap. Dit kan tijdelijk zijn, maar is soms blijvend. Heeft u vragen hierover, bespreek deze dan met uw arts of met de verpleegkundig specialist.
Problemen met het legen van de blaas
Bij een uitgebreide endeldarmoperatie kunnen de zenuwbanen naar de blaas worden beschadigd. Heeft u vragen hierover, bespreek deze dan met uw arts of verpleegkundig specialist.
Darmafsluiting (ileus)
Bij een zogenaamd 'ileus' beweegt de darm het voedsel niet door de darm; de darmen liggen stil. Dit kan leiden tot een opgezette buik, braken en het uitblijven van winden en ontlasting (via het stoma).
LAR-syndroom
Na een operatie aan de endeldarm kunt u klachten hebben die te maken hebben met het LAR-syndroom. Deze klachten kunnen ook al bestaan vóór de operatie. U kunt hier de folder lezen over het LAR-syndroom.(www.jbz.nl/patienteninformatie/chi-075). Heeft u vragen hierover, bespreek deze dan met uw arts of verpleegkundig specialist.