Headerafbeelding
Gesprek in spreekkamer polikliniek
Behandeling

Botoxbehandeling van de overactieve blaas onder plaatselijke verdoving

Als u een 'overactieve blaas' heeft, kan een behandeling met botuline toxine (in de volksmond: botox) nodig zijn als andere behandelingen niet helpen.

Bij deze behandeling wordt de botox direct in de blaasspier gespoten, op meerdere plaatsen. Botox zorgt ervoor dat de blaasspier geen signaal van zenuwvezels meer kan ontvangen. Daardoor wordt die spier verlamd. 

Helaas werkt botox maar 6 tot 12 maanden. Als het is uitgewerkt, kan de behandeling herhaald worden. Bij sommige patiënten werkt de botox zo goed, dat zij een tijd niet kunnen plassen. Zij moeten zichzelf dan een paar keer per dag katheteriseren. Patiënten die twijfelen of zij dit wel aankunnen of aandurven, krijgen de mogelijkheid dit te leren vóórdat de behandeling wordt gedaan.

Lees meer

Wat is botox?

Botuline toxine, beter bekend onder de merknaam 'botox', is de laatste jaren heel populair geworden als 'wondermiddel' tegen rimpels. Het is een natuurlijk gif dat wordt gemaakt door de bacterie clostridium botulinum. Deze bacterie komt overal ter wereld voor in de grond en in water. Botuline-toxine is een medicinale stof ('gif').

Botuline-toxine is in zeer kleine hoeveelheden een veilig middel bij de behandeling van onder andere een overactieve blaasspier. De behandeling heeft goed resultaat bij ongeveer 80% van de patiënten.

Hoe verloopt de behandeling?

Hier vindt u alle belangrijke informatie over uw behandeling
Code URO-127
Laatste revisie: 11 december 2024 - 16:19
Hoe verloopt de behandeling?

Botoxbehandeling van de overactieve blaas onder plaatselijke verdoving

Hoe bereidt u zich voor?

Voor het onderzoek hoeft u zich thuis niet speciaal voor te bereiden. 

Kies wel voor kleding die u gemakkelijk kunt aan- en uittrekken. Uw onderlichaam moet ontbloot worden, uw bovenlichaam niet.

Heeft u klachten van een blaasontsteking?

Heeft u klachten die kunnen passen bij een blaasontsteking (branderig gevoel bij het plassen, troebele urine, pijn in de onderbuik, koorts) vooraf aan de behandeling? Bel dan naar de polikliniek Urologie, (073) 553 60 10.

Bloedverdunnende medicijnen

Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, moet u dit van tevoren melden aan de uroloog. In overleg met de arts die de medicijnen voorschrijft, moet u soms een aantal dagen voor de behandeling stoppen met het gebruik van deze medicijnen. Deze medicijnen kunnen bijvoorbeeld zijn: Sintrom, Clopidogrel (Grepid), Rivaroxaban (Xarelto), enzovoorts.

Vervoer naar huis

U mag na afloop niet zelf naar huis rijden. Regel daarom vooraf dat iemand u naar huis kan brengen.

Waar meldt u zich?

Meldt u zich ruim op tijd bij de polikliniek Urologie, op de locatie die op de afspraakbevestiging staat. Hierna neemt u plaats in de wachtruimte. Als u aan de beurt bent, wordt u opgehaald of opgeroepen.

Wat gebeurt er tijdens de behandeling?

Voor het juiste effect wordt botox direct in de blaasspier gespoten (geïnjecteerd) en wel op een aantal plaatsen in de blaas. Hiervoor gebruikt de uroloog een lange injectienaald die door een blaaskijker (cystoscoop) op de juiste plaatsen wordt geprikt. Op al deze plaatsen wordt een kleine hoeveelheid botox geïnjecteerd. 

Omdat de injecties gevoelig kunnen zijn, wordt de behandeling uitgevoerd onder plaatselijke verdoving. Hiervoor brengen we 10 tot 15 minuten voor de behandeling een verdovende vloeistof via een katheter in de blaas. 

U kunt na de behandeling last hebben van een branderig gevoel bij het plassen. Dit kan soms nog enkele dagen zo zijn. Ook kunt u meer aandrang voelen om te plassen en kan er wat bloed in de urine zitten. Dit is normaal en niet gevaarlijk.

Bij sommige patiënten werkt de botox zo goed, dat zij een tijd niet kunnen plassen. Zij moeten zichzelf dan een paar keer per dag katheteriseren.

Na de behandeling mag u direct naar huis. U mag niet zelf naar huis rijden. Regel daarom vooraf dat iemand u naar huis kan brengen.

Neem contact op met het ziekenhuis :

  • Als u koorts boven de 38.5 °C krijgt. 
  • Als u pijn krijgt die niet verdwijnt na het innemen van pijnstillers. 
  • Als u meerdere dagen bloed in de urine blijft houden, wat niet minder wordt en waarbij de urine donkerrood van kleur is. 
  • Als u behalve bloed, ook flinke bloedstolsels, met de urine uitplast. 
  • Als u zoveel moeite heeft met plassen, dat u het gevoel heeft de blaas niet helemaal leeg te kunnen plassen.

Wat doet u bij problemen thuis ?

Krijgt u vóór uw controleafspraak meer pijn of blijft u pijn houden? Of zijn er andere problemen die te maken hebben met de operatie? Dan belt u het ziekenhuis. 

Tijdens kantoortijden belt u naar de polikliniek Urologie, dan kunnen wij u het beste helpen. Het telefoonnummer is (073) 553 60 10. Heeft u een probleem buiten kantooruren dat echt niet kan wachten? Bel dan naar de afdeling Spoedeisende Hulp, (073) 553 27 00.

Bij vragen of problemen ná uw eerste controleafspraak belt u uw huisarts.

Heeft u geen controleafspraak in het ziekenhuis? Dan belt u met het ziekenhuis bij problemen in de eerste 10 dagen na de operatie. Ná 10 dagen belt u met uw  huisarts.

Aan het begin van de behandeling zal de arts u vertellen wat er gaat gebeuren. U kunt dan nog vragen stellen. 

Heeft u voor of na de behandeling nog vragen, dan kunt u op werkdagen bellen naar de polikliniek Urologie, (073) 553 60 10.