De verpleegkundige sluit de elastomeerpomp bij u aan op de afdeling Dagbehandeling oncologisch centrum. In de elastomeerpomp zit een ballon die is gevuld met chemotherapie. Als de pomp is aangesloten loopt deze ballon langzaam leeg.

De verpleegkundige:

• Sluit de elastomeerpomp aan op uw infuuspoort/PICC lijn.
• Dekt de naald van de infuuspoort/insteekopening van de PICC lijn af met een steriel verband.
• Plakt de snelheidsregelaar van de elastomeerpomp vast op uw  blote huid.
• Schrijft de tijd waarop de elastomeerpomp leeg moet zijn op de pomp.
• Geeft bij de elastomeerpomp een buideltasje waarin u de elastomeerpomp kunt dragen. Daarna gaat u naar huis en volgt de rest van de behandeling.
• Na de laatste behandeling neemt u de buideltas met pomp mee als u deze in het JBZ laat afkoppelen. Als de thuiszorg de pomp komt afkoppelen, dan neemt u de buideltas mee bij uw volgende behandeling.

Welke elastomeerpomp heeft u?

Er zijn 2 verschillende elastomeerpompen, een kleine of een grote. De verpleegkundige vertelt u welke pomp u heeft. 

• Controleer 3 keer per dag of de elastomeerpomp leegloopt. Kijk hiervoor naar de indicatorlijn op het omhulsel van de pomp. (nummer 7 op het plaatje van de infusor).
• Voorkom dat de pomp op de grond valt. Draag de elastomeerpomp in het buideltasje om uw hals of om uw heup.
• Zorg ervoor dat het hoogteverschil tussen de elastomeerpomp en de katheter ongeveer hetzelfde blijft. Dit zorgt ervoor dat de vloeistof met dezelfde snelheid uit de elastomeerpomp kan stromen.
• Let erop dat de infuuslijn mooi opgerold is en nergens achter kan blijven haken.
• Vermijd hoge en lage temperaturen: boven de 38 graden (volle zon) en onder 0 graden (vrieskou). Draag de elastomeerpomp in de winter het liefst dicht tegen uw lichaam aan.
• Zorg ervoor dat de snelheidsregelaar op uw huid vast blijft zitten. De snelheidsregelaar regelt hoe snel de vloeistof uw lichaam instroomt. De snelheidsregelaar gebruikt hiervoor uw lichaamstemperatuur.
• Als u gaat slapen, legt u de elastomeerpomp naast u in bed, onder of naast het hoofdkussen. Leg de elastomeerpomp niet op het nachtkastje, op de grond of onder de dekens.
• Zorg ervoor dat het verband op de katheter goed vast blijft zitten en droog blijft. Controleer regelmatig of het verband en de pleister nog goed vastzitten. Gebruik een plastic verband als u doucht.
• Zorg ervoor dat de elastomeerpomp zo min mogelijk in contact komt met water. Er mogen spetters op komen, maar hij mag niet in het water worden gehouden. Hang de elastomeerpomp tijdens het douchen bijvoorbeeld met een zuignap met hanger aan de muur.
• U mag matig sporten, zoals wandelen of rustig fietsen.
• Heeft u een poortkatheter? Maak dan geen heftige bewegingen met uw bovenlichaam. De naald kan dan losraken.

• Bij het aansluiten vertelt de verpleegkundige hoelang het duurt voordat de pomp leeg zal zijn. Deze tijd mag ongeveer 10% afwijken (eerder of later).
• Controleer 3 keer per dag of de elastomeerpomp leeg loopt. U kunt het leeglopen controleren door te kijken naar de ballon en deze te vergelijken met het plaatje hieronder. Maak de pomp nooit zelf los.

Elastomeerpomp klein

Elastomeerpomp groot

Laat de lege elastomeerpomp aangesloten zitten. U mag deze nooit zelf afkoppelen. Dit doet de verpleegkundige op de dagbehandeling of de thuiszorg. Is de elastomeerpomp eerder leeg dan gepland, bel dan naar de dagbehandeling Oncologisch Centrum (zie telefoonnummers bij het kopje 'Heeft u nog vragen'). Let op! Deze tijd mag ongeveer 10% afwijken (eerder of later).

Als de pomp thuis wordt afgekoppeld, moet deze dubbel worden verpakt in een plastic afvalzak. Deze zak kunt u daarna weggooien bij het restafval.

• Controleer of er een knik in de infuuslijn zit. Door een knik in de lijn kan het medicijn niet goed uit de elastomeerpomp lopen.
• Controleer of de infuuslijn afgesloten is met een klem, zie afbeelding. Open de klem in dat geval. Soms zit er een beetje bloed in de infuuslijn. Dit gaat vanzelf weg als de elastomeerpomp weer goed doorloopt. Werkt dit niet en loopt de pomp nog steeds niet goed leeg, Bel dan tijdens kantoortijden naar de Dagbehandeling Oncologisch Centrum. Buiten kantoortijden belt naar de verpleegafdeling Oncologie. 

Een lek bij de naald van de infuuspoort of de insteekopening van de PICC-lijn of bij de verbinding tussen de infuuslijn en de elastomeerpomp

• Sluit de klem op de infuuslijn.
• Neem contact op met het ziekenhuis.
• Let op! Als de vloeistof (medicijn) uit de elastomeerpomp op uw huid komt, kan dit een branderig gevoel of jeuk geven en moet u uw huid goed wassen. Ruim vloeistof die geknoeid is altijd op met handschoenen en papieren zakdoekjes. Gooi dit dubbel verpakt weg bij het restafval.
• Als uw kleding in contact komt met de infuusvloeistof, doe deze dan in een plastic zak en was deze apart. Doe handschoenen aan en keer de zak om in wasmachine. Voor spoelen met een koud spoelprogramma, stel daarna in op een wasprogramma dat geschikt is voor de kleding.

Bij problemen met uw elastomeerpomp, zie hierboven.

Neem ook direct contact op met het ziekenhuis bij de volgende bijwerkingen: lees hiervoor de folder:

Wanneer moet u contact opnemen?

Stel ze aan uw arts of verpleegkundig specialist. Zij zijn van maandag t/m vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur via het secretariaat Oncologisch Centrum te bereiken, telefoonnummer (073) 553 82 25.

Spoedproblemen

• Voor spoedproblemen die te maken hebben met de toediening via de elastomeerpomp belt u tijdens kantoortijden naar de Dagbehandeling, telefoonnummer (073) 553 82 35.
• Buiten kantoortijden en in het weekend kunt u bellen naar de verpleegafdeling Oncologie, telefoonnummer (073) 553 71 31.