Headerafbeelding
Wachtkamer bij dialyseafdeling
Behandeling

Getunnelde en ongetunnelde hemodialyse katheter, nazorg

Na het inbrengen van een tijdelijke dialysekatheter (ongetunnelde) of een blijvende (getunnelde) dialysekatheter zijn er een aantal leefregels en adviezen waar u thuis rekening mee moet houden.

Een dialysekatheter is een dun, kunststof slangetje dat vaak tussen de 24 en 36 centimeter lang is. De dikte is meestal 4 tot 5 millimeter. Deze katheter wordt in een groot bloedvat geplaatst en kan meteen na het inbrengen worden gebruikt voor dialyse. Er zijn 2 soorten dialysekatheters: een tijdelijke en een blijvende katheter. Vraag aan uw verpleegkundige of arts welke soort dialysekatheter u heeft.

Lees meer

Tijdelijke dialysekatheter

De tijdelijke dialysekatheter kan worden ingebracht in een ader in de lies of de hals. Het voordeel van deze katheter is dat er geen operatie nodig is om de katheter in te bregen. Het nadeel is dat het maar een tijdelijke oplossing is en dat er gezocht moet worden naar een blijvende toegang tot de bloedbaan. Na het inbrengen steekt een deel van de katheter buiten het lichaam. Dit deel heeft 2 uiteinden, ook wel lumen genoemd. Een lumen voert bloed naar de dialysemachine met de kunstnier. Het andere lumen zorgt ervoor dat het bloed weer teruggaat naar het lichaam.

De katheter wordt met hechtingen vastgezet, zodat hij goed blijft zitten en niet uit het lichaam kan schuiven.

Blijvende dialysekatheter

Een blijvende dialysekatheter is bedoeld voor langere tijd en wordt ingebracht in de halsader. Vanaf de hals wordt de katheter onder de huid geschoven en komt ongeveer 10 cm lager, op de borst, uit de huid tevoorschijn. De blijvende katheter heeft een cuff die ervoor zort dat de katheter vast groeit in de huid. Dit helpt om de kans op infectie kleiner te maken. Omdat de katheter onder de huid doorloopt, noemen we dit een 'getunnelde katheter.'

Na een behandeling

Praktische tips

MijnJBZ

Via MijnJBZ kunt u zelf een deel van uw persoonlijke en medische gegevens inzien die in het JBZ over u bekend zijn. Zie ook: Wat kan ik in MijnJBZ zien? 

Betrokken afdelingen

Code DIA-208
Laatste revisie: 15 november 2024 - 15:30
Na een behandeling

Getunnelde en ongetunnelde hemodialyse katheter, nazorg

De katheter wordt vastgezet met een pleister, die ook de insteekopening bedekt. De insteekopening wordt 1 keer per week verschoond door de dialyseverpleegkundige. Na elke dialyse wordt de katheter opgevuld met antistollingsmiddel. Dit voorkomt stolling van bloed in de katheter. Hierdoor kan de dialysekatheter steeds opnieuw gebruikt worden. 

Een veelvoorkomend probleem bij elke dialysekatheter is stolling. Dit betekent dat er een bloedprop in de katheter kan ontstaan, waardoor de katheter niet goed werkt. De dialyseverpleegkundige spuit daarom een medicijn in de katheter dat bloedstolsels kan oplossen. Hiermee probeert de verpleegkundige het probleem in de katheter op te lossen. Als dit niet lukt, overlegt de verpleegkundige met de nefroloog voor verdere stappen.

Het is belangrijk dat u goed met uw dialysekatheter omgaat en dat u deze regelmatig controleert om te voorkomen dat er via de dialysekatheter infecties ontstaan.

  • De dialysekatheter mag alleen voor de dialysebehandeling worden gebruikt. Gebruik voor andere doelen, zoals het toedienen van medicijnen of het afnemen van bloed, mag alleen als de nefroloog hiervoor toestemming heeft gegeven.
  • Trek niet aan de katheter en zorg dat deze niet knikt.
  • Met een tijdelijke (ongetunnelde) dialysekatheter mag u NIET douchen, in bad, zwemmen en naar de sauna. U mag wel douchen als u een 'precurved-katheter' heeft. Vraag aan uw verpleegkundige of u deze katheter heeft.
  • Met een blijvende (getunnelde) dialysekatheter mag u wel douchen, maar NIET in bad, zwemmen of naar de sauna.
  • Om infecties te voorkomen is persoonlijke hygiëne erg belangrijk.
  • Kom niet aan de hechtingen waarmee de katheter is vastgehecht aan de huid.

Neem contact op met de Dialyseafdeling:

  • Bij ernstig nabloeden van de insteekopening. Druk de insteekopening dan af met schone gazen.
  • Bij temperatuursverhoging of koude rillingen.
  • Bij roodheid en/of pusvorming bij de insteekopening.
  • Bij pijnklachten rond de insteekopening.
  • Bij losraken van een dopje of klemmetje op de katheter.
  • Bij losraken van de fixatiepleister (deze houdt de katheter op zijn plek).
  • Als de cuff van de katheter zichtbaar is.
  • Als de katheter uit uw lichaam is geschoten. Dit is een gevaarlijke situatie waarbij u het volgende moet doen:
  1. Druk het (prik)gat dicht, bijvoorbeeld met een schone handdoek. 
  2. Ga daarna liggen met uw hoofd iets omhoog.
  3. Bel (of laat bellen) naar de dialyseafdeling en volg de instructies op van degene die u aan de telefoon krijgt. De verpleegkundige overlegt met de arts of u naar de Spoedeisende Hulp moet komen. Op een nog af te spreken tijdstip wordt er een nieuwe katheter ingebracht.
  4. Blijf de insteekopening dichtdrukken tot u in het ziekenhuis bent.

De Dialyseafdeling kunt u vinden in gebouw C, verdieping -1 (= begane grond). Via de hoofdingang loopt u links langs de trap naar achteren totdat u niet verder kunt. U kunt de Dialyseafdeling (verpleegkundig coördinator) bereiken van maandag t/m zaterdag van 07.30 uur tot 20.30 uur, via telefoonnummer (073) 553 77 44. 

Het secretariaat van de Dialyseafdeling is bereikbaar via telefoonnummer (073) 553 23 91 van maandag t/m vrijdag van 08.00 uur tot 16.30 uur.

Spoedeisende klachten die te maken hebben met de dialyse

Buiten de tijden hierboven is er een dienstdoend arts-assistent voor spoedeisende klachten die te maken hebben met de dialyse. U belt dan naar centrale telefoonnummer van het ziekenhuis, (073) 553 20 00 en vraagt naar de dienstdoend arts-assistent interne.

Heeft u klachten die niet te maken hebben met de dialyse?

Bel dan naar de huisartsenpost. Zo nodig kan de huisarts van de huisartsenpost contact opnemen met de dienstdoende internist via de Spoedeisende Hulp van het Jeroen Bosch Ziekenhuis.