Uw kind moet weer vertrouwen krijgen en heeft daarom een veilig gevoel nodig. Vaak verdwijnt het gedrag dan weer na korte tijd.
Een aantal tips voor u:
- Geef uw kind de extra aandacht als uw kind er om vraagt.
- Zorg dat er zo veel mogelijk een bekend/vertrouwd iemand bij uw kind is.
- Laat niet te veel bezoek in een keer komen.
- Blijf het ritme van de dag volgen zoals u voorheen gewend was.
- Probeer het negatieve gedrag te negeren en positief gedrag te belonen.
- Geef materialen waarop uw kind boosheid en agressie kan afreageren(kussen).
- Nodig uw kind uit te praten, tekenen of spelen, zodat het de ziekenhuisopname kan verwerken.
- Bij slaapproblemen kunt u een lampje aan doen.
- Als uw kind niet naar de peuterspeelzaal wil, maakt u daar afspraken over. Eerst een paar uurtjes en daarna weer langer.
- Praat ook met de broertjes/zusjes die de opname hebben meegemaakt. Ook zij kunnen last hebben van de gebeurtenis.
- Accepteer de terugval in de ontwikkeling van uw kind en maak er geen punt van.
Het is bij peuters belangrijk dat ze niet het idee krijgen dat de ziekte of de ziekenhuisopname een straf is voor slecht gedrag. U kunt hierbij helpen door uw kind aandacht te geven en gerust te stellen.
Het ligt vaak voor de hand om uw kind angstvallig in bescherming te nemen, veel toe te geven en geen beperkingen op te leggen. Maar dit heeft geen positief effect. De regels die u voor de ziekenhuisopname had, gelden het best. Kinderen hebben tijd nodig om te herstellen, zowel op lichamelijk als psychisch gebied.
Om angst te verminderen kunt u uw kind zo duidelijk mogelijk laten ervaren waar uw kind mee te maken heeft gehad. U kunt dit doen door met uw kind:
- boeken te lezen over het ziekenhuis;
- de ziekenhuissituatie na te spelen, of spelen met de dokterskoffer;
- te spelen met klei of zand;
- een teken-, foto- of plakboek te maken over het ziekenhuis.