De belangrijkste maatregel is het toepassen van handhygiëne. Dit kan op 2 manieren:
- Door het desinfecteren van de handen met handalcohol.
- Door het wassen van de handen met water en zeep.
Het toepassen van handhygiëne met behulp van handalcohol heeft de voorkeur.
U wast uw handen met water en zeep wanneer er zichtbaar vuil op uw handen aanwezig is. Verder doet u dit ook bij contact met urine, ontlasting of andere lichaamsvochten en na elk toiletbezoek. Om uw handen goed te kunnen desinfecteren of wassen, mag u geen ringen, polshorloges en/of armbanden dragen. U past altijd handhygiëne toe na iedere handeling bij uw kind. Denk hierbij aan luiers verschonen, temperaturen en voeding geven.
Hoe desinfecteert u uw handen?
U drukt met de elleboog 1 keer op de hendel van de dispenser. U houdt uw andere hand eronder. Wrijf de handen daarna goed over elkaar. Vingertoppen, duimen en gebieden tussen de vingers en de polsen moeten goed worden ingewreven. U bent klaar als uw handen droog zijn. Het kan zijn dat uw handen ruw worden van het toepassen van handhygiëne. Een vette handcrème uit een tube kan ervoor zorgen dat uw handen zacht blijven. U kunt deze van thuis meenemen.
Hoe wast u uw handen?
- Open de kraan. Gebruik hiervoor bij elleboogkranen altijd de elleboog! De temperatuur van het water moet comfortabel zijn voor de handen. Het water moet flink stromen.
- Maak uw handen goed nat en pak vloeibare zeep uit de dispenser.
- Wrijf uw handen nu 10 seconden goed over elkaar. Het is belangrijk dat u de vingertoppen, duimen en gebieden tussen de vingers en de polsen goed inwrijft.
- Spoel uw handen goed af.
- Droog uw handen met een papieren handdoek goed af. Dit geldt ook voor de polsen en de huid tussen de vingers.
- Sluit de kraan met uw elleboog of met de papieren handdoek.
- Werp de gebruikte handdoek in de daarvoor bestemde prullenbak.