Column Carolien Burghout: 'Eenzaamheid, durven vragen'
Carolien Burghout is Verpleegkundig Specialist Hematologie en promovendus ‘Zorg in de laatste levensjaren’ in het Jeroen Bosch Ziekenhuis. In haar column krijg je een inkijkje in haar werk.
Translate instructions
If you wish to view the page on your phone or tablet, then the steps below may not work. Please switch to a desktop computer to translate this website. For translating the text, please follow this instruction:
1. Select the text you want to translate.
2. Choose ‘Vertalen’.
3. Select the language you prefer.
4. You can read and/or listen to the translated text (by Google).
Inmiddels is het al heel wat jaren geleden dat je werd behandeld voor kanker. Omdat het een chronische vorm van kanker is, word je nog 2x per jaar gecontroleerd op mogelijke activiteit hiervan. Medisch gezien is er niet veel te bespreken, de ziekte zich al jaren gedeisd. Een gemakkelijke controle … zou je zeggen.
Maar ik weet van je worsteling door de eenzaamheid die je ervaart. Sinds enkele jaren kom je alleen omdat je partner overleden is. Zijn verlies voel je nog elke dag; in de allerkleinste dingen. Het alleen zijn valt je zwaar. Iedereen om je heen gaat door, maar voor jou gevoel is jouw levensklok jaren geleden stil komen te staan. De glans van het leven is verdwenen. Wanneer je op de poli komt, praten we hierover. Zo ook vandaag. Ik zie je ogen vochtig worden wanneer je herinneringen ophaalt en je gedachten weer teruggaan naar vroeger. Waar herinneringen opgeslagen liggen van 60 jaar samenzijn. Ik luister naar de worsteling die je voelt in het leven nu je alleen bent. Er zijn nog wel dingen die je blij maken, zoals koffiedrinken met vriendinnen of een uitje met je kleindochter. Maar ondanks dat is de pijn van het alleen zijn elke dag voelbaar. Het thuiskomen in een stil en verlaten huis went maar niet.
‘Zou je een behandeling willen starten als de ziekte weer actief wordt? Heb je daar al wel eens over nagedacht?’ Ik voel dat er ruimte is om deze vraag te stellen. Het antwoord komt snel. Opnieuw behandelen zie je niet zitten. Je hebt je wensen op papier gezet, met de kinderen en de huisarts besproken. Je hebt er vrede mee als het leven dan zou eindigen. Ik vraag of de controles bij ons je nog iets brengen, iets toevoegen voor je. Daar had je nog niet eerder over nagedacht, maar die overweging neem je graag mee naar huis. Je zal je besluit bespreken bij de volgende controle die gepland wordt bij de arts.
Je verlaat de spreekkamer. ‘Bedankt voor alles wat je voor me hebt gedaan’. De woorden voelen als een afscheid, alsof je je besluit al hebt genomen. Ik hoor je voetstappen langzaam verdwijnen op de gang.
Medisch gezien was dit inderdaad een makkelijke controle. Alleen in de stoel tegenover mij zit geen kanker, maar een mens. Het leren kennen van de mens achter de ziekte en weten wat er speelt in het leven van die ander, maakt dat dit soort vragen gesteld kunnen worden. Dat er passende zorg gegeven kan worden.