Regionale thuisbegeleiding van mensen met hartfalen in de laatste levensfase
Mensen met hartfalen hebben in de laatste fase van hun leven vaak te maken met verschillende zorgverleners: artsen en verpleegkundigen uit het ziekenhuis, de huisarts en wijkverpleging. In de praktijk blijkt dat deze zorgverleners niet altijd even goed op de hoogte zijn van de conditie van de patiënt en wat hij of zij graag wil. Daardoor wordt er soms te laat gereageerd op achteruitgang. Met een plotselinge ziekenhuisopname als gevolg, waardoor mensen niet kunnen verblijven of sterven in hun vertrouwde omgeving. Om ervoor te zorgen dat deze mensen wel thuis kunnen blijven, in goed contact met hun zorgverleners, is door huisartsen, wijkverpleging en ziekenhuis in de regio 's-Hertogenbosch gestart met een thuismonitoringspilot.
Translate instructions
If you wish to view the page on your phone or tablet, then the steps below may not work. Please switch to a desktop computer to translate this website. For translating the text, please follow this instruction:
1. Select the text you want to translate.
2. Choose ‘Vertalen’.
3. Select the language you prefer.
4. You can read and/or listen to the translated text (by Google).
Mevrouw De Lepper is 76 jaar oud maakt al enige tijd gebruik van thuismonitoring voor hartfalen. Ze is erg tevreden over de begeleiding. Zo vertelt ze: “Het is enorm prettig dat ik goed in de gaten wordt gehouden door alle zorgverleners om mij heen. Ik heb snel en prettig contact.” Toch vindt ze het ook confronterend. “Wanneer ik via de telefoon mijn waardes doorgeef zie ik dat mijn gezondheid achteruitgaat. Dit is confronterend.”
Patiënten geven via een app op de telefoon informatie over hun gezondheidswelzijn. Mensen geven hun waardering door over de zes dimensies van ‘positieve gezondheid’. Dit varieert van benauwdheid, verdriet en pijn tot angstgevoelens. Deze waarden worden bekeken door verpleegkundigen in het monitoringscentrum van het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) en zo nodig wordt er (telefonisch)contact opgenomen met de patiënt. Als de doorgegeven waarden een ingestelde drempelwaarde overschrijden, wordt door de verpleegkundige beoordeeld wie in het regionale zorgnetwerk van de patiënt het beste kan helpen. Zo kan er op tijd geacteerd worden door de cardioloog, verpleegkundig specialist, (wijk)verpleegkundigen of huisartsen. De term ‘thuisbegeleiding’ omschrijft dit programma mooi. De begeleiding zorgt voor een gevoel van nabijheid van zorg. Tegelijkertijd hoeft er zo min mogelijk kostbare tijd en energie van patiënten besteed te worden aan een reis naar het ziekenhuis of de huisarts en wordt achteruitgang eerder gesignaleerd om patiënten beter te kunnen ondersteunen.
Ilona van der Loos is wijkverpleegkundige en vanuit haar rol bij het palliatief adviesteam, betrokken bij dit project: ‘Ik ben erg positief over dit programma. Een palliatiefverpleegkundige kan veel voor een hartfalen patiënt betekenen. Ziekte wordt voornamelijk thuis beleefd, daar gebeuren dingen die soms in het ziekenhuis niet worden voorzien. Thuis bij de patiënten voeren we in alle rust gesprekken over vroegtijdige zorgplanning, met daarbij ook de context van thuis. De ingevoerde meetwaarden kunnen een goed startpunt zijn voor zo’n gesprek.’
Regionale thuisbegeleiding gaat om het vinden van de juiste balans
Het inrichten van regionale thuisbegeleiding gaat om het vinden van de juiste balans tussen de potentie van technologie en tegelijkertijd het belang van contact tussen patiënt en zorgverleners. Een belangrijk inzicht uit dit monitoringsprogramma is dat niet alles is vast te leggen in cijfers en grafieken. Zeker bij zorg voor mensen in hun laatste levensfase kunnen meetwaarden niet alleen een reden zijn om in te grijpen bij een overschrijding, maar juist een heel waardevol startpunt zijn voor een gesprek. Door dit gesprek kan de proactieve zorgplanning, waarin patiënten zijn of haar wensen en behoeften delen met zorgverleners, goed vormgegeven worden met regiopartners.
Gezamenlijke regionale ambitie waarin gezondheidswelzijn centraal staat
Dit regionale thuismonitoringsprogramma is ontwikkeld op basis van een gezamenlijke regionale ambitie: eraan bijdragen dat mensen in de laatste fase van hun leven zo lang mogelijk kunnen doen wat zij het liefste doen, hun gezondheidswelzijn vergroten en deze levensfase zo comfortabel mogelijk maken. Gezondheidswelzijn staat hierbij centraal. Het accent niet ligt op ziekte, maar op de persoon zelf en wat zijn of haar leven betekenisvol maakt.