Sterftecijfer JBZ 2023 op landelijk gemiddelde
Elk jaar vraagt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) aan ziekenhuizen om hun sterftecijfers te delen. Het gaat om het sterftecijfer van het voorgaande jaar.
Translate instructions
If you wish to view the page on your phone or tablet, then the steps below may not work. Please switch to a desktop computer to translate this website. For translating the text, please follow this instruction:
1. Select the text you want to translate.
2. Choose ‘Vertalen’.
3. Select the language you prefer.
4. You can read and/or listen to the translated text (by Google).
In het jaar 2023 en in de periode 2021-2023 zijn in het JBZ iets minder patiënten overleden dan verwacht ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Beide sterftecijfers (HSMR’s) liggen iets onder het landelijk gemiddelde en wijken nauwelijks af. Het JBZ gebruikt metingen en indicatoren, zoals de sterftecijfers, om te blijven werken aan betere zorg voor onze patiënten. Deze metingen geven inzicht in de kwaliteit van de zorg. Door te weten wat goed gaat en kritisch te kijken naar wat nóg beter kan, blijven wij als ziekenhuis leren en verbeteren. Zo blijven wij werken aan de bevordering van het gezondheidswelzijn van de mensen uit ‘s-Hertogenbosch en omstreken.
Ziekenhuizen zijn sinds 2014 verplicht hun sterftecijfers openbaar te maken. Het gaat dan om het sterftecijfer van het voorgaande jaar en het sterftecijfer over een periode van drie jaar. Bij de berekening van de sterftecijfers wordt onder andere rekening gehouden met hoe ziek de patiënten waren die zijn overleden, maar bijvoorbeeld ook met hun leeftijd en geslacht. Het uiteindelijke sterftecijfer geeft aan of het aantal patiënten dat overleden is in een ziekenhuis hoger of lager is dan verwacht ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Het sterftecijfer van het ziekenhuis wordt de Hospital Standardised Mortality Ratio (HSMR) genoemd. Daarnaast wordt er ook per aandoening een sterftecijfer berekend, dit is de Standardised Mortality Ratio (SMR).
HSMR van het JBZ
De HSMR van het JBZ over 2023 was 99 (met een betrouwbaarheidsinterval tussen 92 en 107). Over de afgelopen drie jaar (2021-2023) was de HSMR 98 (94-102). Beide sterftecijfers liggen iets lager dan het landelijk gemiddelde, maar zijn niet significant afwijkend. Dit betekent dat het aantal patiënten dat in het JBZ is overleden iets lager is dan werd verwacht ten opzichte van het landelijk gemiddelde.
SMR van het JBZ
Wat opvalt is dat zowel over het jaar 2023, als over de periode 2021-2023 de SMR van het hoofdcluster Nieuwvormingen hoger is dan het landelijk gemiddelde. Een hoofdcluster is een verzameling van aandoeningsspecifieke SMR’s. De SMR van dit hoofdcluster is in 2023 121 (100-145) en in de periode 2021-2023 is de SMR 114 (102-127). Onder dit hoofdcluster vallen de SMR’s voor verschillende oncologische aandoeningen. Deze SMR’s wijken zowel in het jaar 2023, als over de periode 2021-2023 niet significant af. We houden de ontwikkelingen van deze SMR’s in de gaten.
Ook valt over de periode 2021-2023 de SMR van 150 (111-198) voor de diagnosegroep Heupfractuur op. Dit komt door een significant hogere SMR in 2021, deze was toen 192 (112-304). In 2022 is een analyse gedaan naar aanleiding van dit sterftecijfer. De conclusie van deze analyse was dat de hoge SMR niet veroorzaakt werd door tekortkomingen in de kwaliteit van zorg. In 2022 en 2023 had deze diagnosegroep geen significant verhoogde SMR.
Een volledig overzicht van de HSMR en SMR’s is terug te vinden in dit schema.
Hoe worden de sterftecijfers berekend?
De HSMR vergelijkt het aantal overleden patiënten in een ziekenhuis met het landelijk gemiddelde. Bij de berekening van de sterftecijfers wordt gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht, sociaaleconomische status, zwaarte van de hoofddiagnose, nevendiagnosen, urgentie van opname, herkomst, jaar van ontslag en maand van opname. Het landelijk gemiddelde wordt elk jaar op 100 gesteld. Is de HSMR hoger dan 100, dan zijn er meer patiënten overleden dan verwacht. Is de HSMR lager dan 100, dan zijn er minder patiënten overleden dan verwacht. Of een afwijking boven of onder de 100 daadwerkelijk betekent dat er meer of minder patiënten zijn overleden, wordt bepaald door de betrouwbaarheidsinterval. Een betrouwbaarheidsinterval bestaat uit twee cijfers: een ondergrens en een bovengrens. Liggen deze cijfers beide onder de 100, dan is de sterfte statisch bewezen (significant) onder het landelijk gemiddelde. Er zijn dan minder patiënten overleden dan verwacht mag worden op basis van het landelijk gemiddelde. Liggen deze cijfers beiden boven de 100, dan is de sterfte hoger dan verwacht mag worden op basis van het landelijk gemiddelde. Valt 100 binnen het betrouwbaarheidsinterval dan is er niet significant afgeweken van het landelijk gemiddelde.
De breedte van het betrouwbaarheidsinterval is afhankelijk van het aantal patiënten waarover het sterftecijfer gaat, hoe meer patiënten hoe smaller het betrouwbaarheidsinterval. Hoe smaller het betrouwbaarheidsinterval, hoe zekerder gesteld kan worden of significant wordt afgeweken of niet. Dit betekent dat de HSMR over drie jaar preciezer is dan de HSMR over één jaar, omdat dan meer patiënten ion de berekening worden meegenomen. Echter betreft de HSMR over drie jaar minder recente informatie dan de HSMR over alleen het vorige jaar.
Naast de HSMR worden ook SMR’s berekend. Een SMR is het sterftecijfer per diagnosegroep of patiëntencategorie. Een HSMR zegt iets over het hele ziekenhuis. De sterfte kan echter per aandoening of patiëntencategorie verschillen. Het kan zijn dat er een ziekte of behandeling is waarbij in het ziekenhuis bovengemiddeld veel mensen overlijden, of juist opvallend weinig. Zo kan het voorkomen dat de HSMR van een ziekenhuis heel gemiddeld is, maar de SMR voor een bepaalde diagnose afwijkt van het landelijk gemiddelde.
Een hoge (H)SMR kan een aanwijzing zijn voor een tekortkoming in de kwaliteit van zorg, maar er kunnen ook andere redenen zijn waardoor het sterftecijfer verhoogd is. In het JBZ monitoren we de sterftecijfers continu en doen we onderzoek op het moment dat deze afwijken. Waar nodig worden verbetermaatregelen genomen.