Bloedprikken bij volwassenen bij de Bloedafname

Prikongeval (informatie voor de bron)

Als een zorgmedewerker (of andere persoon) per ongeluk in aanraking komt met uw bloed, noemen wij dit een 'prikongeval'. Prikongeval is een verzamelnaam voor prik-, snij-, spat- en bijtincidenten. Bij een prikongeval onderzoeken wij graag zo snel mogelijk uw bloed. We weten graag of u een ziekte heeft die via het bloed overgedragen kan worden.

Een zorgmedewerker kan bijvoorbeeld per ongeluk in contact komen met bloed, wanneer de medewerker zich verwondt aan een gebruikte injectienaald of een gebruikt operatiemes. De zorgmedewerker kan hierdoor mogelijk besmet raken met hepatitis B, hepatitis C of hiv.

Als iemand door een prikongeval in contact is gekomen met uw bloed, willen we zo snel mogelijk uw bloed onderzoeken om te weten of u een aandoening heeft die via het bloed overgedragen kan worden. Als dit het geval is, moet de zorgmedewerker binnen 2 uur een behandeling krijgen.

Inschatten van het risico

Eerst maakt een deskundige infectiepreventie en/of arts een inschatting van het risico op een besmetting. Is dit hoog of laag, of is er geen risico? Dit hangt bijvoorbeeld af van hoe diep de wond is bij de zorgmedewerker. Het kan zijn dat we u vragen uw bloed te mogen onderzoeken, voor de veiligheid van de zorgmedewerker.

Toestemming voor bloedonderzoek

U moet altijd toestemming geven voor het bloedonderzoek. Anders mag uw bloed niet getest worden.

Als een prikongeval plaatsvindt terwijl u onder narcose bent, kunnen wij u niet om toestemming vragen. Daarom vragen wij u het van tevoren aan te geven als u niet mee wilt werken aan een bloedonderzoek na een eventueel prikongeval. Vertelt u dit dan aan uw behandelend arts. 

Als u geen bezwaar heeft gemaakt en er tijdens uw operatie een prikongeval is geweest, dan wordt u hiervan altijd op de hoogte gebracht na de operatie.

Meest voorkomende prikongevallen

Bij prikongevallen kan het gaan om prik- of snijongevallen, maar ook om spat- of bijtongevallen. Er moet sprake zijn van bloedcontact, bijvoorbeeld via wondjes, of via de neus, mond of oog. De meest voorkomende prikongevallen zijn:

  • Snijden of prikken aan een gebruikte injectienaald of een ander scherp voorwerp.
  • Een wondje, kloofje of eczeemplek dat in contact komt met andermans bloed (bijvoorbeeld wanneer eerste hulp gegeven moet worden).
  • Mond-op-mondbeademing waarbij ook sprake is van bloed.
  • Menselijke bijtwonden.
  • Spatten, waarbij een medewerker bloed of een andere lichaamsvloeistof in het oog, de neus of mond krijgt.

Bloedoverdraagbare aandoeningen

De aandoeningen die met name overgedragen kunnen worden via het bloed zijn 3 virussen:

Hepatitis B

Van de 3 virussen is hepatitis B het meest gemakkelijk overdraagbaar. Het veroorzaakt een leverontsteking waarbij de kans bestaat dat de besmette persoon drager wordt van het virus. Bij een prikongeval is de kans op besmetting 25% als u dit virus bij u draagt. 

Hepatitis C

Hepatitis C kan op termijn leiden tot levercirrose en leverkanker. Bij een prikongeval is de kans op een besmetting 2% als u dit virus bij u draagt.

Hiv

Hiv is een virus dat de menselijke eigen afweer tegen ziekteverwekkers verzwakt. De kans op een besmetting met dit virus bedraagt bij een prikongeval waarbij de persoon het virus bij zich draagt 0,3%.

Code ALG-711
Laatste revisie: 31 december 2024 - 11:29