Rooming-in kan in verschillende situaties nodig zijn. Enkele voorbeelden hiervan zijn als uw naaste onrustig is in zijn of haar gedrag, dat veroorzaakt wordt door een ziektebeeld. Dit kan ervoor zorgen dat uw naaste minder goed herstelt. Voorbeelden hiervan zijn:
- Onrust ‘s nachts: door te blijven slapen, kunt u als naaste van de patiënt een herkenningspunt zijn. Mogelijk heeft u naaste hierdoor minder last van onrust, waardoor uw naaste een betere nachtrust heeft. Dit bevordert het herstel.
- Onrust overdag: wanneer uw naaste overdag onrustig is, kan hij/zij ook vaak niet goed herstellen. Door buiten de bezoektijden aanwezig te zijn, kunt u er mogelijk voor zorgen dat uw naaste minder last heeft van onrust.
- Weigering van dagelijkse bezigheden: als uw naaste niet wil eten of niet geholpen wil worden door de verpleging met het eten of het innemen van medicijnen, kunt u uw naaste hierin mogelijk wel ondersteunen.
Er zijn ook nog andere redenen waarom rooming-in gunstig voor patiënten kan zijn. Per patiënt bekijken we welke manier van rooming-in het beste past, en wat de familie of naasten hierin kunnen betekenen
Elke dag bekijkt de verpleegkundige die voor uw naaste zorgt of rooming-in nog noodzakelijk is. De verpleegkundige overlegt dat met de 1e contactpersoon van uw naaste. Ook bespreekt de verpleegkundige uw ervaringen.