Te groot of te klein kindje (positieve of negatieve discongruentie)
Soms blijkt tijdens een zwangerschapscontrole dat de baarmoeder te klein of te groot is voor de duur van de zwangerschap. Uw kindje is dan te klein of te groot.
Translate instructions
If you wish to view the page on your phone or tablet, then the steps below may not work. Please switch to a desktop computer to translate this website. For translating the text, please follow this instruction:
1. Select the text you want to translate.
2. Choose ‘Vertalen’.
![Translate instructions step 1](/sites/default/files/styles/entity_embed_50_width/public/images/2023-04/20230406-schermafdruk-tekst-vertalen-JBZ-website-stap1.png?itok=-xyw_-3z)
3. Select the language you prefer.
![Translate instructions step 2](/sites/default/files/styles/entity_embed_50_width/public/images/2023-04/20230406-schermafdruk-tekst-vertalen-JBZ-website-stap2.png?itok=0d0KsZIq)
4. You can read and/or listen to the translated text (by Google).
![Translate instructions step 3](/sites/default/files/styles/entity_embed_50_width/public/images/2023-04/20230406-schermafdruk-tekst-vertalen-JBZ-website-stap3.png?itok=fIScesw3)
Lees meer
Er kunnen verschillende oorzaken zijn voor positieve of negatieve discongruentie. Het kan zijn dat uw kindje ‘gewoon’ te groot (bij positieve discongruentie) of te klein (bij negatieve discongruentie) is. Of dat de berekening van uw zwangerschapsduur onjuist is.
Maar er kan ook een andere oorzaak zijn. Zo kan positieve discongruentie veroorzaakt worden door zwangerschapsdiabetes. U heeft dan een te hoog suiker in uw bloed waardoor uw baby extra kan groeien.
Negatieve discongruentie kan veroorzaakt worden door een niet goed werkende placenta, bijvoorbeeld als gevolg van een te hoge bloeddruk of roken. Het kan ook zijn dat er sprake is van een chromosomale afwijking of een infectie waardoor uw kindje niet voldoende groeit.
Onderzoeken
Als het vermoeden er is dat uw kindje niet normaal groeit, krijgt u een groeiecho. Als blijkt dat uw kindje werkelijk te groot of te klein is, wordt u doorverwezen naar de gynaecoloog. Elke 2 weken herhalen we de echo en kijken we hierbij ook naar de doorbloeding in de navelstreng. Als het nodig is wordt er een CTG-onderzoek gedaan. Ook kan er bloedonderzoek bij u worden gedaan om vast te stellen of u zwangerschapsdiabetes heeft.
Onderzoeken
Bij bloedonderzoek nemen we 1 of meer buisjes bloed af met een hol naaldje. Dit bloed wordt in het laboratorium onderzocht.
Een CTG is een hartfilmpje van uw ongeboren kindje.
Behandelingen
Blijkt uit de onderzoeken dat uw kindje ‘gewoon’ te groot of te klein is, dan is behandeling niet nodig.
Behandelingen
Soms, bijvoorbeeld bij een te klein kindje door een niet goed functionerende placenta, moet u worden opgenomen in het ziekenhuis. Bij een te groot kindje door zwangerschapsdiabetes wordt de bevalling vaak ingeleid. Als dat nodig is, laten we uw kindje na de geboorte controleren door de kinderarts.
Het inleiden van de bevalling betekent dat we de bevalling kunstmatig op gang brengen.
Poliklinieken en afdelingen
Het specialisme Gynaecologie en Verloskunde houdt zich bezig met de medische zorg voor de vrouw in al haar levensfasen.