De vertegenwoordiger is meestal een levenspartner of familielid (kind, broer of zus, ouder), maar kan in een uitzonderingssituatie ook een goede vriend of buurvrouw zijn. De patiënt bepaalt zelf wie als wettelijk vertegenwoordiger mag optreden als hij/zij (tijdelijk) wilsonbekwaam wordt. Het is belangrijk dit te bespreken met uw behandelend arts.
Heeft u niets besproken, dan volgen we de Nederlandse wet.
De Nederlandse wet wijst een aantal personen aan die als vertegenwoordiger kunnen optreden. Ook bepaalt de wet wie als eerste in aanmerking komt om als vertegenwoordiger op te treden, het is dus een vaststaande volgorde. Als een vertegenwoordiger de taak (van toestemming geven voor een behandeling) niet wil of kan uitvoeren, gaat de zorgverlener op zoek naar iemand anders die vervangende toestemming kan geven. Als een vertegenwoordiger niet de belangen van de patiënt behartigt, kan de behandelaar een andere vertegenwoordiger aanwijzen.
Volgorde van vertegenwoordigers, zoals vastgelegd in de wet:
- Wettelijk vertegenwoordiger: De wettelijke vertegenwoordigers worden benoemd door de kantonrechter. Een mentor en curator gaan over medische beslissingen van opname, behandeling en ontslag.
- Schriftelijk gemachtigde: Een patiënt kan iemand aanwijzen om zijn belangen te behartigen via een schriftelijke machtiging, (denk ook aan een levenstestament of wilsverklaring). Hij kan ook expliciet aangeven in welke situaties de machtiging geldt. De patiënt neemt op deze manier de regie zelf in handen.
- De niet (formeel) benoemde vertegenwoordiger: Dit kan zijn de echtgenoot of partner. Als die er is, gaat die volgens de wet altijd voor op andere familieleden. Als er geen partner is, dan kunnen één van de ouders, kinderen, broer of zus vertegenwoordiger zijn. Deze naasten hebben echter niet de plicht om als vertegenwoordiger op te treden.