Voorbereiding op de opname van uw kind

Een opname in het ziekenhuis kan voor uw kind een ingrijpende gebeurtenis zijn. Wij vinden het daarom belangrijk u en uw kind hierbij goed te begeleiden. Op deze dag doen u en uw kind in korte tijd veel indrukken op. Lees deze informatie goed door. U bent dan goed voorbereid wanneer uw kind komt voor de opname.

Voorbereiding op de opname van uw kind

Het afspreken van de opnamedatum

Als uw kind binnenkort opgenomen moet worden in het ziekenhuis, spreken we soms meteen een opnamedatum met u af.

Maar het kan ook zijn dat uw kind op een wachtlijst komt. U krijgt dan telefonisch of schriftelijk bericht over de datum en tijd van opname. Het komt voor dat een opname toch niet op de geplande dag mogelijk is. Bijvoorbeeld als er onverwacht veel spoedopnames zijn geweest. Als dit het geval is, ontvangt u natuurlijk zo snel mogelijk bericht van ons.

Bent u verhinderd?

Geeft u dit dan zo spoedig mogelijk door aan de secretaresse van uw specialist. Als u zich tijdig afmeldt, kunnen we een ander kind helpen.

Is uw kind ziek?

  • Heeft uw kind de laatste 3 weken voor opname een kinderziekte gehad? Zoals: water pokken, bof, rodehond, mazelen of kinkhoest.
  • Of is uw kind de laatste 2 weken voor opname in contact geweest met een kinderziekte? 
  • Of heeft uw kind inentingen gehad? 

Bel dan voor overleg met afdeling PreoperatieveScreening (als uw kind voor een operatie opgenomen wordt): telefoonnummer (073) 553 34 64. Wordt uw kind opgenomen, maar niet voor een operatie? Bel dan met de polikliniek Kindergeneeskunde voor overleg, telefoonnummer (073) 553 23 04.

Op de dag van opname temperatuurt u thuis uw kind. Bij een temperatuur boven de 38°C belt u voor overleg naar de afdeling waar uw kind wordt opgenomen. De afdeling Kinderdagbehandeling is vanaf 07.15 uur bereikbaar. 

Resistente bacterie?

Als uw kind een resistente bacterie (bijv. MRSA of ESBL) bij zich draagt kan dit voor uw kind en voor medepatiënten een risico vormen bij het ondergaan van een medische behandeling. Het is daarom heel belangrijk dat u het vertelt aan uw arts als uw kind (of u): 

  • in de afgelopen 2 maanden opgenomen is geweest in een buitenlandse zorginstelling; 
  • in de afgelopen 2 maanden opgenomen is geweest in een Nederlands ziekenhuis of verpleeghuis waar een resistente bacterie aanwezig was; 
  • in de afgelopen 2 maanden in een instelling voor asielzoekers heeft gewoond; beroepsmatig nauw in contact komt met levende varkens of vleeskalveren (bijvoorbeeld varkens- en kalverenhouders, veeartsen, medewerkers slachthuis); 
  • op een bedrijf met varkens, kalveren of vleeskuikens woont; 
  • ooit besmet is geweest met een resistente bacterie of in contact komt met iemand die drager is hiervan; 
  • is geadopteerd uit het buitenland. 

Uw kind wordt dan eventueel onderzocht op de aanwezigheid van resistente bacteriën. Is er zo’n bacterie aanwezig? Dan worden er in het ziekenhuis voorzorgsmaatregelen genomen om de verspreiding van de bacterie te voorkomen.

Uw kind voorbereiden

Een goede voorbereiding is belangrijk. Voor uw kind en voor u. Op Hallo ziekenhuis! kan uw kind alvast kennismaken met het ziekenhuis. Uw kind kan er onder andere filmpjes bekijken over een operatie en de afdeling Kinderdagbehandeling.

Kinderpaspoort

Heeft uw kind al een JBZ-kinderpaspoort? Vul deze in, samen met uw kind. Zo kunnen wij uw kind helpen bij de opname in het ziekenhuis. Heeft uw kind nog geen paspoort ontvangen? Vraag er naar in het ziekenhuis. Dit kan bij de afdeling Patiëntenregistratie, polikliniek of verpleegafdeling.  Neem het paspoort altijd mee als uw kind naar het ziekenhuis komt.

kinderpaspoort

Wat neemt u mee?

Wat neemt u mee voor uw kind? 

  • Een geldig legitimatiebewijs van uw kind: paspoort of identiteitskaart. Dit is wettelijk verplicht en geldt ook voor kinderen (vanaf de geboorte). 
  • Het inschrijfbewijs van de zorgverzekering van uw kind, als u de verzekeringsgegevens nog niet aan de afdeling Patiëntenregistratie heeft doorgegeven. 
  • Het ziekenhuispaspoort van uw kind. 
  • Een knuffel/speentje of iets anders waaraan uw kind gehecht is. 
  • Schone pyjama voor na een operatie en sloffen. 
  • Toiletartikelen
  • Actueel Medicatie Overzicht (AMO) van uw kind. Zie ook de paragraaf 'Medicijnen van thuis'. 
  • Alle medicijnen die uw kind thuis gebruikt. Ook insuline, glucosemeter en toebehoren, zalf, enz. het liefst in de originele verpakking. Neem een eventuele ‘puffer’ altijd mee, ook wanneer uw kind deze maar af en toe gebruikt. Zorg dat u voldoende medicijnen meeneemt voor de dagen dat uw kind (naar verwachting) in het ziekenhuis ligt.

Wat neemt u mee voor uzelf?

  • Voor uzelf iets om te lezen voor als u moet wachten.
  • Komt uw kind voor een operatie? Neem dan een kleine tas mee waarin u uw telefoon en portemonnee kunt meenemen naar het Operatiecentrum. Deze tas kunt u onder uw operatiekleding dragen. Een grote tas kunt u niet meenemen en blijft onbeheerd op de verpleegafdeling.  

Wat neemt u niet mee? 

Wij raden u aan waardevolle bezittingen thuis te laten. Laat nooit uw portemonnee, sieraden of andere kostbare zaken op uw patiëntenkamer achter. Het ziekenhuis is niet aansprakelijk voor beschadiging, verlies of diefstal van dit soort eigendommen.

Medicijnen van thuis

Het is voor artsen belangrijk te weten welke medicijnen uw kind thuis gebruikt. Draag daarom altijd een Actueel Medicatie Overzicht (AMO) van de medicijnen bij u. U kunt u apotheek hier om vragen. De apothekersassistent of verpleegkundige controleert met u of de gegevens nog kloppen. 

Uw kind gebruikt tijdens de opname de eigen medicijnen. Zorg dat u voldoende voorraad meeneemt voor de dagen dat uw kind (naar verwachting) in het ziekenhuis ligt. U of uw kind kan in overleg met de verpleegkundige de medicijnen in eigen beheer houden.

Rooming-in

Als uw kind één of meerdere nachten in het ziekenhuis moet blijven,mag u ook 's nachts bij uw kind te blijven. Wij bieden wij u dan als ouder(s) de mogelijkheid om te blijven slapen. Dit noemen we rooming-in. Op de kamer is voor u een zit/slaapbank aanwezig.

Het verblijf in het ziekenhuis

Waar meldt u zich?

Bij aankomst in het ziekenhuis meldt u zich bij de Infobalie aan de Boulevard bovenaan de roltrap.

Het verloop van de dag

Uw kind krijgt in het ziekenhuis veel indrukken te verwerken. Wij vinden het belangrijk dat u hierbij betrokken bent en daardoor een steun voor uw kind kunt zijn. Wij bieden beide ouders/verzorgers de mogelijkheid om de hele dag bij uw kind te blijven. Als uw kind naar een onderzoeksafdeling of het Operatiecentrum gaat, mag maar één van de ouders mee. 

Wij vinden patiëntgerichte zorg erg belangrijk. Dit betekent dat enkele kinderverpleegkundigen gedurende de dag voor uw kind zorgen. U hoort op de afdeling welke verpleegkundige voor uw kind gaat zorgen. De verpleegkundige geeft u uitleg over de gang van zaken op deze dag. Verder vraagt de verpleegkundige enkele bijzonderheden over uw kind. Als u nog vragen heeft, kunt u deze met de verpleegkundige bespreken. 

Wat er verder op de dag van de opname gebeurt, kunt u ook zien op: www.jbz.nl/halloziekenhuis 

Eten en drinken

Uw kind krijgt eten en drinken van de afdeling. Het is afhankelijk van het onderzoek of de behandeling wat uw kind krijgt. U kunt voor uzelf een lunchpakketje van thuis meenemen of iets kopen in de koffiecorner of bezoekersrestaurant aan de Boulevard van het ziekenhuis. Op de afdeling is koffie en thee beschikbaar.

Komt uw kind voor een dagopname en heeft uw kind een dieet? Neemt u dan zelf voeding mee. Op de afdeling Kinderdagbehandeling is geen dieetvoeding aanwezig. 

Mobiele telefoon

Op de verpleegafdeling mag u uw mobiele telefoon gebruiken. Tijdens de de behandeling of het onderzoek mag u uw telefoon bij u houden, maar zet u deze uit.

Bezoek

Als u kind voor enkele uren opgenomen wordt op de afdeling Kinderdagbehandeling mag u als ouders de hele opname aanwezig zijn. Wij vragen u geen broertjes of zusjes mee te nemen naar het ziekenhuis. 

Wordt u kind opgenomen op de Kinderafdeling, dan bent u als ouders de hele dag welkom. Ander bezoek, waaronder broertjes en zusjes, zijn ook de hele dag welkom. Bij kinderen jonger dan 3 jaar kan er bezoek komen op voorwaarde dat er één van de ouders bij het kind aanwezig is.

Wie is er verantwoordelijk voor de behandeling tijdens de opname?

Tijdens de opname is er één medisch specialist verantwoordelijk voor uw kind. Dit is de hoofdbehandelaar van uw kind. Dit kan een andere arts zijn dan de specialist die u kent van de polikliniek. 

Verder is er één arts of gespecialiseerde verpleegkundige met wie uw kind tijdens uw opname dagelijks te maken heeft. Deze persoon is uw eerste aanspreekpunt. De hoofdbehandelaar en uw eerste aanspreekpunt kunnen één en dezelfde persoon zijn, maar vaak is dit niet het geval. 

Uw eerste aanspreekpunt kan ook een specialist in opleiding (arts-assistent), een verpleegkundig specialist of een physician assistant zijn. Zij werken altijd onder eindverantwoordelijkheid van de hoofdbehandelaar. De persoon die uw eerste aanspreekpunt is, komt tijdens de patiëntenvisite van uw kind langs om de stand van zaken met betrekking tot de behandeling te bespreken. Afspraken die tijdens de patiëntenvisite gemaakt worden, overlegt hij of zij met uw hoofdbehandelaar. U hoort op de verpleegafdeling wie de hoofdbehandelaar van uw kind is en wie uw eerste aanspreekpunt.

De naam van uw hoofdbehandelaar staat vermeld in het patiëntendossier van uw kind. Wilt u uw hoofdbehandelaar spreken, vraagt u het dan aan de verpleegkundige.

Na de opname

Weer naar huis

Wanneer uw kind naar huis mag, krijgt u instructies mee over de nazorg thuis. Eventueel krijgt u een recept mee voor medicijnen. 

Wij adviseren u om uw kind in een rol stoel naar de auto te brengen. Dit om te voorkomen dat uw kind valt. Rolstoelen staan binnen bij de hoofdingang of bij de parkeergarage en bij de betaalautomaat bij het parkeerveld. 

Realiseert u zich dat de opname nieuwe ervaringen zijn voor uw kind. Het kan zijn dat uw kind tijdelijk ander gedrag vertoont. Uw kind kan bijvoorbeeld angstig zijn wanneer u hem/haar alleen laat. Ook kan uw kind ’s nachts onrustig slapen, opnieuw in bed plassen, sneller boos worden en meer achter u aan lopen dan gebruikelijk. Dit soort reacties treden vaker op en zijn normaal. Door begrip te tonen, verdwijnt het gedrag na enkele weken vanzelf. 

Goed om te weten

Toestemming na prikaccident

Bij een onderzoek, behandeling of operatie kan een ziekenhuismedewerker per ongeluk in aanraking komen met bloed of andere lichaamsvloeistoffen van uw kind. De medewerker kan zich bijvoorbeeld prikken aan een naald - of snijden aan een instrument - waar bloed op zit van uw kind. We noemen dit een ‘prikaccident’. 

Na een prikaccident willen we graag met spoed het bloed onderzoeken van uw kind. Uw kind kan een aandoening hebben die via het bloed overdraagbaar is, zoals hepatitis B of HIV. In dat geval moet de ziekenhuismedewerker binnen 2 uur met een behandeling starten om infectie te voorkomen. U moet altijd eerst toestemming geven voor een bloedonderzoek. 

Omdat dit niet mogelijk is als uw kind bijvoorbeeld onder narcose is, vragen wij u het van tevoren aan te geven als u niet mee wilt werken aan een bloedonderzoek na een eventueel prikaccident. Vertelt u dit dan aan de behandelend arts van uw kind. Als u geen bezwaar heeft gemaakt en er tijdens uw operatie een prikaccident is geweest, dan wordt u hiervan altijd op de hoogte gebracht na de operatie.

Kosten van de behandeling

Het is uw eigen verantwoordelijkheid om van tevoren na te gaan of u verzekerd bent voor de zorg in het Jeroen Bosch Ziekenhuis. De prijzen die het Jeroen Bosch Ziekenhuis in rekening brengt als u niet verzekerd bent, vindt u op www.jbz.nl/tarieven.

Lees hier meer over meer over de vergoeding van uw behandeling in het ziekenhuis. 

Zorgverzekering kinderen

Ook voor kinderen is het in Nederland verplicht om een zorgverzekering (minimaal een basisverzekering) te hebben. Binnen 4 maanden na de geboorte moet een kind ingeschreven te zijn bij een zorgverzekeraar. Dit kan bijvoorbeeld door het kind bij één van de ouders mee te verzekeren. 

Voor kinderen jonger dan 18 jaar hoeft geen premie betaald te worden, omdat de overheid hun zorgverzekering financiert. Ook hebben kinderen onder de 18 jaar geen eigen risico. 

Als het kind 18 wordt: 

  • moet het kind (of de ouder voor het kind) premie gaan betalen voor de zorgverzekering. Het kind mag een eigen zorgverzekering afsluiten, maar mag ook meeverzekerd blijven bij een van de ouders. In beide gevallen geldt echter dat er voor uw kind premie moet worden betaald. Kinderen moeten premie betalen vanaf de 1e dag van de maand, volgend op de maand waarin ze 18 jaar worden. 
  • heeft hij of zij een wettelijk eigen risico. Dit eigen risico telt vanaf de 1e dag van de maand nadat je 18 bent. Het eigen risico wordt naar rato berekend over de resterende dagen van het jaar.

Topklinische zorg

Het Jeroen Bosch Ziekenhuis is een van de 26 topklinische ziekenhuizen (STZ-ziekenhuizen) in Nederland. ‘Topklinisch’ wil zeggen: hoog-gespecialiseerde zorg. Meestal gaat het hierbij om behandelingen waarvoor geavanceerde apparatuur, bijzondere voorzieningen en/of specifieke deskundigheid nodig is.

Code NHZ-050
Laatste revisie: 29 oktober 2024 - 14:01