Vragen en antwoorden oud-gynaecoloog Nagel
Wij realiseren ons dat de bekendmaking van de uitkomsten van dit onderzoeksrapport vragen kan oproepen. Mochten betrokkenen daar behoefte aan hebben, dan gaan wij graag persoonlijk met hen in gesprek zodat wij kunnen nagaan wat wij voor hen kunnen betekenen. Zij kunnen contact opnemen via telefoonnummer (073) 553 80 43 (maandag t/m donderdag van 8.30 tot 14.00 uur) of via mail: berichtdonor@jbz.nl.
Translate instructions
If you wish to view the page on your phone or tablet, then the steps below may not work. Please switch to a desktop computer to translate this website. For translating the text, please follow this instruction:
1. Select the text you want to translate.
2. Choose ‘Vertalen’.
3. Select the language you prefer.
4. You can read and/or listen to the translated text (by Google).
Over het onderzoek
Wie zitten er in de onderzoekscommissie?
De onafhankelijke onderzoekscommissie bestaat uit de volgende personen, die op persoonlijke titel zitting hebben genomen:
- prof. dr. D.D.M. (Didi) Braat, emeritus hoogleraar obstetrie en gynaecologie, alsmede voortplantingsgeneeskunde, Radboudumc; voorzitter;
- dr. ir. L.A.J. (Lucette) van der Westerlaken, klinisch embryoloog, hoofd IVF laboratorium, LUMC; lid;
- mr. M.W. (Marina) de Lint, jurist; lid/secretaris.
Prof. dr. Didi Braat is voorzitter van de commissie.
Wat is de scope van het onderzoek?
De externe onderzoekscommissie is ingegaan op de handelswijze bij KID in het Carolus Ziekenhuis en hoe deze casus kon gebeuren en wat de omvang was. Daarnaast heeft de commissie ook naar andere rechtsvoorgangers van het JBZ gekeken waar fertiliteitszorg plaatsvond, en de huidige praktijkvoering.
Waarom beperkt het onderzoek zich tot de periode 1977 en 1985?
Het onderzoek met betrekking tot de handelswijze bij KID door de oud-gynaecoloog is afgebakend van 1977-1985 aangezien dit de periode is geweest dat hij deze procedure uitvoerde, maar er is door de commissie breder gekeken bij deze oud-gynaecoloog als ook de handelswijze van andere gynaecologen in die tijd. Als er feiten naar boven zouden zijn gekomen die aanleiding geweest was om nog breder te onderzoeken zou het onderzoek daartoe zijn uitgebreid, maar dat bleek niet het geval.
Over het Jeroen Bosch Ziekenhuis
Waarom brengt het Jeroen Bosch Ziekenhuis dit bericht naar buiten?
De onafhankelijke en externe onderzoekscommissie heeft haar onderzoek afgerond en het JBZ haar rapport aangeboden. We zien het als onze maatschappelijke verantwoordelijkheid om open te zijn over wat er is gebeurd.
Kan zoiets nu nog gebeuren?
Nee, tegenwoordig worden de vruchtbaarheidsbehandelingen door een team van artsen en verpleegkundigen volgens landelijke richtlijnen uitgevoerd. Er vinden regelmatig kwaliteitscontroles plaats door externe auditeurs. Wij houden ons aan alle protocollen die worden voorgeschreven door de huidige wet- en regelgeving.
Wat vindt het JBZ van de wijze van handelen van deze gynaecoloog?
In de jaren waarin de oud-gynaecoloog werkte, bestond er geen specifieke regelgeving rondom donorconceptie. Volgens de algemene beroepsnormen die toen golden, was het ook toen medisch ethisch gezien onjuist om eigen zaad te gebruiken zonder daar de ouders over te informeren en om toestemming te vragen. Wij vinden het dan ook onacceptabel dat een gynaecoloog-fertiliteitsarts tegelijkertijd behandelaar én spermadonor is geweest.