Er zijn 2 soorten allergietesten; bloedonderzoek of een provocatietest.
Urineonderzoek kan nodig zijn wanneer de huisarts of specialist denkt dat er sprake is van een ziekte.
De arts laat in het laboratorium onderzoeken of er bloed in uw ontlasting (poep) zit.
Een urinesediment bestaat uit niet oplosbare deeltjes in de urine.
We gaan onderzoeken of uw kind een urineweginfectie heeft. Daarom doen we een urine-onderzoek. Wij vragen u daarom om urine van uw kind op te vangen.
Voor dit onderzoek verzamelt u 24 uur lang uw urine.
Bij het urineonderzoek (5-HIAA) onderzoekt de arts of er afwijkingen zijn in de productie van serotonine.
De afdeling Diagnostiek verzorgt voor u het contact tussen uw huisarts en het ziekenhuis.
Het stollen van uw bloed gebeurt in verschillende stappen. DOAC’s (voorheen: NOACs) zijn antistollingsmiddelen die een stap in uw bloedstolling remmen en daardoor de kans op trombose of een embolie verkleinen.
Het nierschadespreekuur is bedoeld voor patiënten bij wie de nierfunctie (werking van de nieren) lager is dan normaal. Dat blijkt uit bloedonderzoek.