Informatie voor nabestaanden

Het overlijden van een familielid of naaste is heel verdrietig. Het moeilijke is dat u juist in die heel emotionele tijd kort na het overlijden, al een aantal praktische zaken moet regelen. 

Wij begrijpen dat uw hoofd hier niet naar staat, maar de ervaring leert dat tijdige en heldere informatie, later problemen kan voorkomen. Daarom hebben we voor u een aantal belangrijke zaken op een rij gezet.

Afscheid nemen en verzorging

Na het overlijden van uw naaste geeft de verpleegkundige hem/haar een eerste verzorging. De overledene wordt netjes in bed gelegd, de ogen gesloten en eventuele apparatuur uitgeschakeld. U kunt daarna op de kamer samen met familieleden en andere naasten afscheid nemen.

De verpleegkundige bespreekt met u wat uw wensen zijn voor de verdere verzorging van de overledene. Als u wilt meehelpen, doen we deze verzorging op de verpleegafdeling. Anders gebeurd deze verzorging in het mortuarium van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Daar is ook een ruimte voor rituele bewassingen.

Mortuarium

Binnen 3 uur na het overlijden brengt een medewerker van het mortuarium de overledene naar het mortuarium. Het mortuarium bevindt zich in het ziekenhuis en wordt beheerd door een partner van het Jeroen Bosch Ziekenhuis: Cura Mortu Orum (CMO). CMO is gespecialiseerd in de zorg voor overledenen.

In het mortuarium worden de noodzakelijke handelingen gedaan. Daarna wordt de overledene gekoeld bewaard. Als u geen gebruik wilt maken van de koeling en het mortuarium van het ziekenhuis, moet u er voor zorgen dat de overledene binnen 3 uur na het overlijden wordt opgehaald door de uitvaartondernemer van uw keuze. Laat dit dan meteen aan de verpleegkundige weten. Uw uitvaartondernemer kan dan direct contact opnemen met het mortuarium en een afspraak te maken om de overledene op te halen.

Een uitvaartondernemer inschakelen

U moet zelf contact opnemen met de uitvaartonderneming van uw keuze of met de uitvaartverzekeraar. Wij adviseren u dit zo snel mogelijk na het overlijden te doen. De uitvaartverzorger haalt de overledene op bij het mortuarium en brengt deze over naar het rouwcentrum of een thuisadres.

Persoonlijke bezittingen

De persoonlijke bezittingen van de overledene, zoals kleding, sieraden enzovoort, worden liefst meteen aan u meegegeven. Als dat niet kan, worden de bezittingen op de (verpleeg)afdeling bewaard. Om misverstanden en verlies te voorkomen, vragen we u de bezittingen zo snel mogelijk op te (laten) halen. We vragen u een formulier te ondertekenen als bewijs dat u de bezittingen heeft ontvangen. Gaan er persoonlijke bezittingen met de overledene mee naar het mortuarium, dan vragen we u ook een formulier te ondertekenen als bewijs van ontvangst.

Kosten

Als de uitvaartverzorger de overledene binnen 3 uur na het overlijden ophaalt bij het mortuarium, worden er geen kosten in rekening gebracht. De uitvaartverzorger mag de overledene niet ophalen van de verpleegafdeling; dit moet door een medewerker van het mortuarium gebeuren. Hieraan zijn geen kosten verbonden.

Na 3 uur geldt een vast tarief per etmaal (24 uur) voor het gebruik van het mortuarium. Dit heeft bijvoorbeeld te maken met het gebruik van de koelcel.

Geeft u het mortuarium opdracht tot bepaalde verrichtingen, of maakt u bijvoorbeeld gebruik van de ruimte voor rituele bewassingen, dan wordt dit ook in rekening gebracht. Deze kosten worden niet door ziekenhuis, maar door de mortuariumbeheerder in rekening gebracht. Het mortuarium stuurt de rekening naar uw uitvaartondernemer.

Soms wordt op verzoek van artsen of u als familie obductie of donatie gedaan. Hierdoor blijft de overledene vaak langer in het mortuarium. Hiervoor betaalt u geen extra kosten. Na de obductie of donatie moet de overledene binnen 3 uur worden opgehaald door de eigen begrafenisonderneming.

Houdt u er rekening mee dat de kosten van het mortuarium niet onder het ziekenhuistarief vallen. Ze worden niet vergoed door de zorgverzekeraar. Als er een uitvaartverzekering is, worden de kosten mogelijk wel via die verzekering vergoed.

Wat moet u regelen na een overlijden

Op de website van de Rijksoverheid kunt u lezen wat u allemaal moet regelen na het overlijden van uw naaste.

Heeft u nog vragen?

De verpleegkundigen op de afdeling zullen u direct na het overlijden van uw naaste zo goed mogelijk bijstaan. Wij hopen van harte dat u uw vragen en wensen met hen zult bespreken. Nadat de overledene is overgebracht naar het mortuarium, kunt u met uw vragen terecht bij het mortuarium of bij uw uitvaartondernemer.

Wij wensen u heel veel sterkte toe.

 

Mortuarium Jeroen Bosch Ziekenhuis, Cura Mortu Orum (CMO)

Telefoonnummer (073) 553 23 28

Meer informatie

Donatie van organen en weefsels

Donatie is het ter beschikking stellen van gezonde organen en weefsels van een overledene ten behoeve van een patiënt. Weefsels die kunnen worden getransplanteerd zijn: huid, botweefsel, hoornvliezen, hartkleppen en bloedvaten. Organen die getransplanteerd kunnen worden zijn: hart, nieren, lever, longen, alvleesklier en dunne darm. Op de webpagina 'weefseldonatie, informatie voor nabestaanden' vindt u meer informatie. 

Donorwet

Sinds 1 juli 2020 geldt de nieuwe donorwet. Deze wet geldt voor iedereen van 18 jaar en ouder die ingeschreven staat in een Nederlandse gemeente.

  • Iedere Nederlander van 18 jaar en ouder die nog geen keuze heeft gemaakt voor orgaandonatie en weefseldonatie, wordt verzocht dat te doen.
  • Nederlanders die vervolgens geen keuze maken, ontvangen een herinneringsbrief.
  • Wordt er binnen 6 weken geen keuze gemaakt? Dan wordt deze persoon in het donorregister geregistreerd met ‘geen bezwaar tegen orgaandonatie’. Daarover ontvangen zij een brief.

Een keuze over orgaandonatie kan op ieder moment gewijzigd worden. Dat kan via de website van het Donorregister met behulp van een DigiD. Er zijn ook formulieren beschikbaar bij gemeenten en bibliotheken.

Vanaf de zomer van 2021 staat iedereen van 18 jaar en ouder in het Donorregister. Vanaf dat moment ontvangen alleen nog jongeren die 18 jaar worden en nieuwe Nederlanders een brief van het Donorregister.

Voor meer uitgebreide informatie kunt u terecht op www.donorregister.nl

Donatie en obductie

Weefseldonatie staat een obductie niet in de weg

Meer informatie

Heeft u vragen over donatie dan kunt u tijdens kantooruren contact opnemen met het Bureau Orgaan- en weefseldonatie van het Jeroen Bosch Ziekenhuis, telefoonnummer (073) 553 24 39. Of kijk op www.transplantatiestichting.nl  of bel tijdens kantooruren met de landelijke Informatielijn Donorvoorlichting:  0900 – 821 21 66 (€ 0,075 per gesprek).

Obductie

De behandelend arts of nabestaanden kunnen vragen of er obductie (ofwel ‘sectie’ of ‘autopsie’) mag worden uitgevoerd. Meer informatie over obductie leest u in de folder 'Informatie over obductie voor nabestaanden'. U kunt hier naar vragen bij de arts of verpleegkundige.

Ter beschikking stellen aan de wetenschap

Een overledene kan alleen ter beschikking aan de wetenschap worden gesteld, als er een bevestiging van een universiteit kan worden overlegd. Iemand moet zich dus tijdens het leven al hebben aangemeld bij een universiteit. Ter beschikking stellen aan de wetenschap is dus iets geheel anders dan donatie.

Staat u al als donor geregistreerd en wilt u uw lichaam ook ter beschikking stellen aan de wetenschap? Dan krijgen orgaandonatie en weefseldonatie altijd voorrang. Soms neemt een anatomisch instituut ook na een donatieprocedure een lichaam aan voor de wetenschap. Ieder instituut heeft een eigen beleid voor lichaamsdonoren. Voor meer informatie gaat u naar de website van de Rijksoverheid.

Bij een gerechtelijke obductie is het uitgesloten dat het lichaam ter beschikking aan de wetenschap wordt gesteld.

Niet natuurlijke dood

Men spreekt van een ‘niet natuurlijke dood’ als iemand door een invloed van buitenaf is overleden. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een (verkeers)ongeval of misdrijf. Maar ook als iemand in het ziekenhuis overlijdt na een heupfractuur of ongeval - of als iemand op de operatiekamer overlijdt - kan er sprake zijn van een niet natuurlijk overlijden.

Bij een (vermoeden van een) niet natuurlijk overlijden geeft de behandelend arts geen verklaring van natuurlijk overlijden af. De arts meldt het overlijden aan de forensisch arts (ook wel gemeentelijk lijkschouwer genoemd) en/of de politie. Zij doen vervolgens onderzoek naar de doodsoorzaak. Dit is wettelijk zo geregeld.

Zolang het onderzoek naar de doodsoorzaak loopt, kan het lichaam van de overledene nog niet de laatste verzorging krijgen en is rouwbezoek nog niet mogelijk.

Het onderzoek

Bij een (vermoeden van een) niet natuurlijke dood starten politie en forensisch arts een onderzoek naar de omstandigheden van het overlijden. De forensisch arts onderzoekt het lichaam van de overledene uitwendig (lijkschouw). Hierbij wordt gelet op letsels, littekens en verdere uiterlijke kenmerken. Er worden soms ook foto’s gemaakt en urine- en/of bloedmonsters afgenomen.

De forensisch arts en politie overleggen of er sprake is van een natuurlijk of een niet natuurlijk overlijden. Als het toch om een natuurlijk overlijden gaat, kan de forensisch arts alsnog een verklaring van natuurlijk overlijden opmaken.

Als het om een niet-natuurlijke dood gaat, wordt de officier van justitie ingelicht. Deze beoordeelt of het vermoeden bestaat dat een strafbaar feit is gepleegd. Is dit het geval? Dan kan de officier van justitie besluiten tot een gerechtelijke sectie om meer duidelijkheid te krijgen. Ook als de doodsoorzaak na de lijkschouw onduidelijk blijft, kan de officier van justitie besluiten dat een gerechtelijke sectie nodig is.

Vrijgeven van het lichaam

Bij een niet natuurlijke dood bepaalt de officier van justitie wanneer het lichaam van de overledene ‘vrijgegeven’ wordt. De nabestaanden krijgen bericht (meestal van de politie) als het lichaam vrijgegeven is. Dit gebeurt in de regel als de officier van justitie geen aanwijzingen voor een misdrijf heeft gevonden. Bij een gerechtelijke sectie wordt het lichaam meestal binnen twee tot drie dagen na het overlijden vrijgegeven. U moet als nabestaanden vervolgens zelf de uitvaart regelen (zie de paragraaf ‘Een uitvaartondernemer inschakelen’).

Rouwbegeleiding

De Landelijke Stichting Rouwbegeleiding (LSR) heeft uitgebreide informatie over rouwverwerking en kan u de weg wijzen naar de mogelijkheden voor rouwbegeleiding, zoals bijvoorbeeld gespreksgroepen. Het LSR is bereikbaar op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 9.00 - 12.00 uur via telefoonnummer (033) 461 68 96.

Code VPA-050
Laatste revisie: 30 september 2024 - 14:31