Al in het eerste jaar van mijn opleiding tot arts, wist ik dat ik iets wilde doen met infectieziekten. Rond die tijd kwamen de eerste berichten rondom HIV naar buiten en ik was gefascineerd door het feit dat zo’n klein 'levend organisme' een mens zo ziek kan maken en kan doen overlijden.
Die fascinatie voor de constante strijd tussen bacteriën en virussen en de mens is gebleven. Met regelmaat denkt de mens de strijd gewonnen te hebben, maar tot nu toe slaat het micro-organisme steeds terug. Op dit moment zien we dat aan het steeds verder toenemend aantal resistente bacteriën als MRSA, ESBL en carbapenemase positieve bacteriën waar een mens, maar soms hele ziekenhuizen aan ten onder gaan. In de bestrijding hiervan is het essentieel dat wij als artsen-microbioloog kennis hebben van zowel de laboratoriumkant van een patiënt, wij begrijpen wat welke bacterie doet en kan doen, als van de klinische kant; hoe gaat het met een patiënt, is er voldoende reactie op de therapie, zijn eventuele complicaties uitgesloten, etc. Vandaar dat wij ons zo veel als mogelijk vanuit het laboratorium naar de afdelingen begeven om te overleggen.