Wat er gebeurt op de operatiekamer kunt u zien in het filmpje Babette wordt geopereerd. Dit filmpje helpt u samen goed voorbereid te zijn op de operatie.

Als de arts met u afspreekt dat uw kind geopereerd gaat worden, vragen we u binnen 2 werkdagen een vragenlijst in te vullen voor de anesthesioloog. De anesthesioloog wil namelijk weten wat de huidige gezondheidstoestand van uw kind is. 

De vragenlijst voor uw kind kunt u invullen meteen na het bezoek van de specialist bij het MijnJBZ Servicepunt op de Boulevard. 

Pas nadat u de vragenlijst heeft ingevuld, worden de voorbereidingen voor de operatie in gang gezet en wordt u gebeld door een medewerker van de preoperatieve screening. 

• Is uw kind jonger dan 12 jaar, dan vult u de vragenlijst in bij het MijnJBZ Servicepunt.
• Is uw kind 12 tot 15 jaar, dan is het belangrijk dat u als ouder de vragenlijst samen met uw kind invult. Heeft uw kind een eigen DigiD? Dan kan de vragenlijst ingevuld worden via de beveiligde website MijnJBZ. Heeft uw kind geen eigen DigiD? Dan vult u samen de vragenlijst in bij het MijnJBZ Servicepunt.
• Is uw kind 16 jaar of ouder? Dan wordt uw kind in de zorg als volwassen beschouwd. Dit is wettelijk zo geregeld. Het is belangrijk dat uw kind de vragenlijst zelf invult. 

Het is belangrijk dat uw kind goed en veilig wordt voorbereid op de operatie.

Daarom wordt u enige tijd voor de operatie gebeld door:

• het Centraal Apotheek Punt (CAP). De medewerker controleert met u de medicatie die u (eventueel) gebruikt.
• de afdeling Preoperatieve Screening (POS). De medewerker stelt u een aantal vragen over uw thuissituatie en uw gezondheid.

De telefonische gesprekken duren ongeveer 10 tot 20 minuten.

Deze gesprekken het CAP en de POS zijn belangrijk. De operatie van uw kind kan niet door gaan als deze gesprekken niet hebben plaatsgevonden.

De anesthesist kan het nodig vinden dat u met uw kind naar het ziekenhuis komt voor de preoperatieve screening. Dit hangt af van uw gezondheidstoestand en het soort operatie. Deze afspraak op de afdeling POS in het ziekenhuis duurt ongeveer 1 uur.

Wilt u een afspraak op de POS omdat u de anesthesioloog wilt spreken? Bel dan naar (073) 553 60 48 (bereikbaar op maandag t/m vrijdag van 8.30 – 16.30 uur). Er wordt dan een afspraak op de hoofdlocatie van het JBZ (in ’s-Hertogenbosch) met u gepland.

Is uw kind jonger dan 16 jaar? Dan is het wettelijk verplicht dat u als ouder of wettelijk vertegenwoordiger toestemming geeft voor de behandeling en vorm van anesthesie (narcose) die wordt afgesproken. Deze toestemming kan niet worden gegeven door anderen, zoals een grootouder of oppasouder. 

De gesprekken met CAP en POS gaan als volgt:

• De medewerker van het Centraal Apotheek Punt (CAP) neemt het medicijngebruik van uw kind en allergieën met u door. 
• De medewerker van de afdeling POS stelt u een aantal vragen over uw thuissituatie en bespreekt welke vorm van anesthesie voor uw kind het meest geschikt is. U en uw kind kunnen dan ook de voorkeur kenbaar maken voor een kapje of infuus en daarvoor toestemming geven. Is uw kind nog klein (zuigeling), dan is het fijn als u een pas geleden gewogen gewicht (bijvoorbeeld van het consultatiebureau) bij de hand hebt. De medewerker bespreekt met de anesthesioloog of er aanvullend onderzoek nodig is, zoals bloedonderzoek. 
• De anesthesioloog geeft de definitieve toestemming voor de operatie. De anesthesioloog kan besluiten dat uw kind eerst nog door een andere specialist (bijv. cardioloog, internist of longarts) onderzocht moet worden. 

Het is belangrijk dat de maag van uw kind voor de operatie leeg is. Dit noemen we nuchter. Dit voorkomt dat de inhoud van de maag tijdens de operatie in de luchtpijp en longen terechtkomt. Als dit gebeurt, kan dat ernstige complicaties geven. 

Is uw kind niet nuchter? Dan kan de operatie niet door gaan.

Om te zorgen dat uw kind nuchter is, mag uw kind vanaf een bepaald tijdstip niets meer eten en drinken. Het is belangrijk dat u zich aan de volgende regels houdt:  

Tot 6 uur voor het tijdstip van de behandeling of onderzoek:

• Uw kind mag normaal eten en drinken. 

Vanaf 6 uur voor het tijdstip van de behandeling of onderzoek:

• Uw kind mag niets meer eten, ook geen snoepjes. Uw kind mag nog wel kauwgom kauwen, maar deze niet doorslikken. 
• Uw kind mag geen melk(producten), koolzuurhoudende dranken en roosvicee meer drinken.
• Uw kind mag nog wel drinken: water, helder appelsap, ranja, thee met suiker (zonder melk) of een waterijsje (alleen een raketje). 
  • Weegt uw kind minder dan 10 kg, dan mag het maximaal 50 ml per uur drinken.
  • Weegt uw kind meer dan 10 kg, dan mag het maximaal 100 ml per uur drinken.

Tot 4 uur voor het tijdstip van de behandeling of onderzoek:

• Uw kind mag nog borstvoeding drinken.

Vanaf 1 uur voor het tijdstip van de behandeling of onderzoek:

• Uw kind mag niets meer drinken. Uw kind mag nog wel kauwgom kauwen, maar deze niet doorslikken. Gooi de kauwgom weg als uw kind naar de behandeling of het onderzoek gaat.
• Een slokje water om medicijnen in te nemen - of bij het tandenpoetsen - mag nog wel.

Het is belangrijk dat u deze regels goed opvolgt, omdat anders de operatie of het onderzoek niet door kan gaan.

Oudere kinderen die roken, moeten hier vanwege de anesthesie mee stoppen voor de operatie. 

De behandelend specialist en/of de anesthesioloog bespreekt met u welke medicijnen uw kind vóór de operatie moet stoppen en welke medicijnen uw kind mag blijven gebruiken.

Is uw kind de laatste 2 weken in contact geweest met een kinderziekte? Of is uw kind ingeënt? Laat het ons weten. De anesthesioloog zal u hier ook naar vragen.

De specialist geeft u misschien een voorlopige operatiedatum. Wij proberen deze datum aan te houden, maar het is mogelijk dat de operatie toch niet op deze dag kan plaatsvinden. Wij informeren u hierover zo snel mogelijk. Op de werkdag voor de opname belt een medewerker van het Planbureau u over de exacte opnametijd. 

Zij belt u tussen 13.30 uur en 16.30 uur en gebruikt hiervoor het door u opgegeven telefoonnummer. 

Het telefoonnummer van het ziekenhuis verschijnt bij nummerweergave op uw beeldscherm. Als u niet thuis bent, wordt u op een later tijdstip teruggebeld. Of de medewerker spreekt uw voicemail in. Luistert u dus altijd ook uw voicemail af. 

Uitstel operatie door overmacht

De arts of verpleegkundige kan nooit met zekerheid zeggen hoe laat u geopereerd wordt. Operaties duren soms langer dan verwacht. Ook kunnen er spoedoperaties tussendoor komen. Hierdoor kan het gebeuren dat u later wordt geopereerd dan de bedoeling was. Een heel enkele keer komt het voor dat een operatie zelfs niet meer die dag kan plaatsvinden. Er wordt dan met u een nieuwe operatiedag afgesproken. Wij begrijpen hoe bijzonder vervelend dit is voor patiënten en het ziekenhuis doet er uiteraard alles aan om dit soort situaties te voorkomen. Voor de eventuele financiële gevolgen van uitstel door overmacht is het Jeroen Bosch Ziekenhuis niet aansprakelijk.

Geeft u dit dan zo spoedig mogelijk door aan de secretaresse van uw specialist. Als u zich tijdig afmeldt, kunnen we een ander kind helpen.

Uw kind mag op de dag van de operatie niet ziek zijn. Hiermee bedoelen wij dat uw kind geen koorts mag hebben hoger dan 38°C of hoesten waarbij uw kind slijm ophoest en/of braakt. Neemt u dan contact op met de afdeling waar uw kind wordt opgenomen:  Kinderafdeling, (073) 553 25 27 of afdeling Kinderdagbehandeling, (073) 553 25 26).  

• U hoeft eventuele nagellak of kunstnagels bij uw kind niet te verwijderen voor de operatie. Dit hoeft alleen bij een operatie aan de hand (in overleg met de behandelend arts). 
• Laat uw kind thuis horloge, ringen, oorbellen en andere sieraden afdoen. Piercings in de mond moeten altijd uit. Dit geldt ook voor piercings vlakbij het deel van het lichaam waaraan uw kind geopereerd wordt. Andere piercings mogen blijven zitten. 
• Verwijder eventuele make-up. 
• Doe eventuele contactlenzen vlak voor de operatie uit. 
• Heeft uw kind lange haren, vlecht deze dan. Dit is vanwege hygiënevoorschriften op de operatieafdeling. Het is beter dat u geen knotje of paardenstaart maakt omdat het hoofd van uw kind dan niet goed recht blijft liggen tijdens de operatie.
• Gaat u met uw kind mee naar de operatiekamer? Houd er rekening mee dat u daar een operatiepak (overall) krijgt, die u over uw kleding moet aantrekken.  

Er zijn verschillende vormen van anesthesie. In de volksmond wordt anesthesie vaak narcose genoemd. 

Kleine kinderen geven we de anesthesie meestal via een kapje over de mond en neus. Uw kind wordt zo goed en veilig in slaap gebracht. Uit het kapje komt het anesthesiemiddel/gas en uw kind moet dit diep inademen. Omdat het gas vreemd ruikt, vinden kinderen dit soms moeilijk. Het duurt dan wat langer voordat de anesthesie werkt. Als uw kind slaapt, krijgt het een infuusnaaldje in een bloedvat in de arm of hand. Hierdoor kunnen we pijnstillers of andere medicijnen geven.

Kinderen die ouder zijn, kunnen ook kiezen voor een prik. Dan spuit de anesthesioloog het anesthesiemiddel via het infuus in. Sommige kinderen zeggen dat het middel warm aanvoelt in de arm of hand. Uw kind valt snel in een diepe slaap.

De voor- en nadelen van de verschillende methoden worden u op de afdeling POS uitgelegd.

Bij bepaalde ingrepen krijgt een kind algehele anesthesie én een plaatselijke verdoving (loco-regionale anesthesie). Met bijvoorbeeld een ruggenprik kunnen we het onderlichaam extra verdoven. Het voordeel hiervan is dat uw kind na de operatie minder pijn heeft. We geven de loco-regionale anesthesie als uw kind slaapt. Wanneer uw kind dit krijgt, bespreekt de POS-medewerker of anesthesioloog dit met u.

Uw kind kan na de operatie nog wat slaperig zijn. Ook kan uw kind misselijk zijn en moeten braken. Of uw kind kan pijn krijgen. Vaak wordt er iets tegen de misselijkheid en/of de pijn gegeven. Vraag hier gerust om bij de verpleegkundigen. Zij weten precies wat ze uw kind mogen geven. Uw kind kan een zwaar of kriebelig gevoel achter in de keel hebben. Dit komt door het buisje dat tijdens de operatie in de keel zit om de ademhaling te controleren. Deze irritatie verdwijnt vanzelf binnen een aantal dagen.

De verpleegkundige op de afdeling vertelt u hoe laat uw kind ongeveer wordt geholpen. Het kan altijd gebeuren dat uw kind later wordt geholpen dan aanvankelijk de bedoeling was. Operaties duren soms langer dan verwacht. Ook kunnen er spoedoperaties tussendoor komen.

U brengt uw kind samen met de verpleegkundige van de afdeling in het bed naar het Operatiecentrum. Eerst komt u met uw kind op de ‘holding’. Dit is de voorbereidingsruimte. Op de holding bereidt de recovery-verpleegkundige of anesthesiemedewerker uw kind voor op de operatie. U krijgt een operatiepak; dit trekt u naast het bed van uw kind over uw eigen kleding aan. U brengt daarna samen met de anesthesiemedewerker uw kind naar de operatiekamer.

Op de operatiekamer geeft de anesthesioloog uw kind de medicijnen voor de anesthesie.

U blijft bij uw kind totdat uw kind slaapt. Meestal is dit binnen een halve minuut. Het kan zijn dat de ogen niet helemaal sluiten. Dit is normaal. Het is mogelijk dat uw kind onwillekeurige bewegingen maakt met de armen en benen. Soms draaien de ogen. Veel kinderen gaan hoorbaar ademen. Dit is normaal, u hoeft zich daarover geen zorgen te maken.

Dit heeft te maken met de inwerking van het anesthesiemiddel. Uw kind merkt hier zelf niets van. De onrust verdwijnt zodra uw kind goed slaapt. Sommige kinderen raken door de ongewone situatie overstuur. Het is dan beter om door te gaan en het kapje op de neus en mond te zetten. Dit komt misschien niet zo prettig op u over. Het snel in slaap maken van een kind in paniek kan dan de beste oplossing zijn en voorkomen dat uw kind nog meer overstuur raakt.

Wanneer uw kind slaapt, brengt de operatieassistent u naar de speciale wachtkamer voor ouders in het Operatiecentrum. U kunt hier een kopje koffie of thee drinken en wachten tot uw kind weer op de uitslaapkamer is. Er is ook de mogelijkheid om te wachten op de verpleegafdeling.

Na de operatie gaat uw kind naar de uitslaapkamer (recovery). U wordt meteen geroepen, zodat u erbij bent als uw kind wakker wordt. Soms is uw kind al wakker omdat het een heel kortdurende verdoving is. Het is belangrijk te weten dat kinderen soms onrustig, beweeglijk, boos en/of verdrietig zijn bij het wakker worden. Uw aanwezigheid kan een grote geruststelling zijn. Meestal wordt uw kind na een poosje rustiger. Uw kind blijft op de uitslaapkamer tot dat uw kind veilig naar de verpleegafdeling kan. De verpleegkundige van de verpleegafdeling komt u en uw kind ophalen.

We proberen om pijn na de operatie zoveel mogelijk tegen te gaan. De verpleegkundige vraagt daarom regelmatig naar de pijn. Als uw kind pijn heeft, dan kunt u dat het beste meteen laten weten. Hierdoor kunnen de medicijnen voor de pijn, als het nodig is, meteen worden aangepast. Hoe langer uw kind wacht met het melden van pijn, hoe moeilijker het is de pijn tegen te gaan.

Afhankelijk van de operatie en leeftijd van uw kind wordt er afgesproken welke medicijnen uw kind krijgt. De medicijnen worden volgens een vast schema gegeven, om de pijn zoveel mogelijk tegen te gaan. Het is dus heel belangrijk dat uw kind de medicijnen op de voorgeschreven tijden inneemt. Ook als uw kind vindt dat op dat moment de pijn wel meevalt.

Heeft u nog vragen over de operatie? Dan kunt u op werkdagen tussen 8.30 - 16.30 uur bellen naar de afdeling POS, telefoonnummer: (073) 553 34 64.