• U mag voorafgaand aan de behandeling niet te veel drinken;
• u mag voorafgaand aan de behandeling geen diuretica innemen;
• bloedverdunners mag u gewoon innemen;
• omdat u niet weet hoe u op de blaasspoelingen reageert is het verstandig om de eerste keren begeleiding mee te brengen.

Als u enkele dagen voor de spoeling bloed of bloedstolsels in de urine heeft, mag de spoeling niet doorgaan. Neem dan direct telefonisch contact op met de polikliniek Urologie.

De  blaasspoeling (met EMDA) vindt plaats op de afdeling Dagbehandeling van het Oncologisch Centrum in het Jeroen Bosch Ziekenhuis

(Gebouw C, verdieping 1, ontvangst 1).

Via een katheter in de plasbuis, wordt een medicijn in de blaas gebracht. Meestal gaat het om het medicijn Mitomycine (chemotherapie). Ook worden er 2 ‘spons-elektroden’ (elektroden in de vorm van een geel sponsje) op uw onderbuik gelegd. Zowel de katheter (die een metalen plaatje bevat) als de spons-elektroden worden aangesloten op een kastje dat een gelijkstroom kan opwekken. Een elektrisch veld (spanningsverschil tussen het metalen plaatje op de katheter en de elektroden op uw buik) zorgt ervoor dat de positief geladen medicatie zich via de weg van de minste weerstand voortbeweegt naar de negatieve pool (de spons-elektroden op uw onderbuik).

Het is wetenschappelijk bewezen dat door gebruik van EMDA de medicatie dieper in de blaaswand doordringt en dat hierdoor de kans kleiner wordt dat de tumor na de operatie weer terugkeert

Tijdens de behandeling ligt u comfortabel op een bed. Twee elektroden (gele sponsjes) worden op uw onderbuik geplaatst en aangesloten op een kastje dat gelijkstroom kan opwekken. Daarna wordt een katheter  via uw plasbuis in de blaas gebracht. Een klein ballonnetje voorkomt het terug glijden van de katheter. De urine kan nu vrij uit de blaas lopen.

Via de katheter wordt de blaas gespoeld en gevuld met steriel water. Daarna wordt de medicatie voorzichtig via de katheter in de blaas gespoten. Het medicijn dringt eerst nog nauwelijks door tot in de blaaswand. Door nu de stroom in te schakelen, wordt er een spanningsverschil opgebouwd tussen de katheter en de 2 elektroden op de buik. De medicatie verplaatst zich en dringt nu dieper door in de blaaswand. Onder de spons-elektroden op de buik kan een licht tintelend gevoel ontstaan.

Na 25 minuten is de behandeling klaar en wordt de stroom uitgeschakeld en uw blaas geleegd. De katheter en de elektroden worden verwijderd en u kunt meteen weer naar huis.

• Mannen kunnen het beste zittend plassen, dit ook om spatten te voorkomen;
• het toilet spoelt u na het plassen 2 maal door met een gesloten deksel;
• bij morsen van urine buiten het toilet, de omgeving goed reinigen met water en een schoonmaakmiddel;
• als er urine in contact komt met de huid, kunt u het beste de huid direct afwassen met water;
• als u morst op kleding kan deze gewoon in de wasmachine. U moet dan eerst spoelen met een koud wasprogramma.

Dit alles geldt voor de dag van de behandeling en de dag daarna.

Omdat het medicijn ook in contact komt met de gezonde cellen van het blaasslijmvlies, kunnen er bijwerkingen optreden.

Deze beperken zich meestal tot:

• veelvuldig aandrang om te plassen;
• pijnlijk of branderig gevoel in de blaas en urinebuis bij het plassen;
• moeite met het ophouden van de urine;
• bloed- of weefseldeeltjes in de urine.

Bijna altijd verdwijnen deze verschijnselen 1 of 2 dagen na de spoeling. Neem contact op met de polikliniek Urologie als de klachten blijven.

• Nadat u voor de eerste keer naar het toilet bent geweest, drinkt u de rest van de dag extra veel. Dit doet u om de blaas goed door te spoelen.
• Aangeraden wordt de eerste 48 uur na de behandeling geen geslachtsgemeenschap te hebben.

Drie maanden na de eerste blaasspoeling controleert de uroloog het effect van de behandeling door de blaas opnieuw van binnen te bekijken (cystoscopie). Ook worden uw urine en bloed regelmatig gecontroleerd.

Leg deze dan gerust voor aan uw behandelend arts of de (oncologie)verpleegkundige.