Bij een borstamputatie verwijdert de chirurg de hele borst met tepel en het tepelhof. Uw ribben blijven bedekt door de borstspier. Door de operatie ontstaat een vrij groot horizontaal litteken. De borstwand is na de operatie niet altijd glad en kan iets verdikt zijn. Dit kan zich na een paar maanden herstellen. De operatie kan gecombineerd worden met een schildwachtklierprocedure of een okselklierdissectie.

De chirurg en/of verpleegkundig specialist bespreekt met u de wens voor een eventuele borstreconstructie. Hiervoor zijn verschillende methoden en dit wordt altijd gedaan door de plastisch chirurg. De plastisch chirurg of de verpleegkundig specialist van het Borstcentrum kan u hierover meer vertellen.

U krijgt van uw verpleegkundig specialist advies over het dragen van een geschikte (compressie)BH voor na de operatie. Het is fijn een stevige ondersteunende BH te dragen zonder beugel en met een hoesje voor de prothese. Het liefst een donkergekleurde BH omdat uw huid wordt schoongemaakt met een desinfectiemiddel. Het desinfectiemiddel bevat een kleurstof die moeilijk te verwijderen is uit een lichtgekleurde BH.

Vlak na de operatie krijgt u op de verpleegafdeling een tijdelijke prothese en/of een breiboezem. Deze kunt u ongeveer 4 weken dragen tot de wond helemaal genezen is. Daarna kunt u een definitieve prothese aanschaffen. Hierover ontvangt u na de operatie meer informatie van uw verpleegkundig specialist.

In verband met het risico op infecties na de operatie, mag u 1 week voor de operatie uw oksels niet ontharen.

Houdt u er rekening mee dat u voor deze operatie meestal op de Dagbehandeling wordt opgenomen. U gaat dan na de operatie dezelfde avond naar huis toe. De chirurg bespreekt met u of dit mogelijk is. 

Het kan zijn dat we u voorstellen om u 1 nacht op de afdeling Kort Verblijf op te nemen.

Tijdens de operatie verwijdert de chirurg al het klierweefsel van uw borst. De borstspier blijft intact. Het verwijderde weefsel wordt na de operatie onderzocht in het pathologisch laboratorium. De chirurg laat mogelijk een drain (dun slangetje) achter in de wond. Hierdoor kan bloed, wond- en lymfevocht uit het wondgebied weggezogen worden. Het kan ook zijn dat het niet nodig is om een drain te plaatsen. De wond wordt met oplosbare hechtingen gehecht en afgedekt met steristrips.

Hoe lang de operatie duurt, hangt af van de ingreep die met u is afgesproken.

De verpleegkundige op de uitslaapkamer en op de verpleegafdeling vragen een paar keer hoeveel pijn u heeft. U geeft de pijn een cijfer tussen de 0 en 10. Een 0 betekent géén pijn en 10 is de ergst denkbare pijn. Bij een cijfer van 4 of hoger heeft u matige tot ernstige pijn. Dan is het nodig dat u extra medicijnen krijgt tegen de pijn. Het is belangrijk dat u aan de verpleegkundige laat weten hoe het met de pijn is. De medicijnen tegen de pijn kunnen dan op tijd worden aangepast als dat nodig is.

U krijgt een recept en advies over de medicijnen tegen de pijn mee naar huis, voor de dagen na de operatie.

Om de beweeglijkheid van uw arm en schouder te bevorderen is het belangrijk dat u bepaalde oefeningen doet. Meer informatie over deze oefeningen vindt u in de folder 'Borstamputatie, oefeningen en adviezen'.

Meteen na de operatie kunt u de meegebrachte compressie-BH gaan dragen. Van de verpleegkundige krijgt u bij ontslag een tijdelijke prothese en/of breiboezem. 

Als u een drain heeft gekregen (dat komt alleen in specifieke omstandigheden voor), dan wordt die meestal enkele dagen na de operatie verwijderd op de polikliniek. 

Iedere operatie geeft een kleine kans op complicaties, zoals een nabloeding, wondinfectie, trombose of longontsteking.

Het kan zijn dat er zich wondvocht (seroom) ophoopt rondom het litteken, tot in de oksel. Zo’n vochtophoping kan ontstaan, ook al heeft u een drain gehad en al draagt u de compressie-BH. Bij teveel vocht en druk op het litteken wordt het vocht op de polikliniek verwijderd met een naald (seroompunctie). Dit doet meestal geen pijn, omdat de omgeving van de wond nog gevoelloos is. Dit aanprikken kan tot enkele weken na de operatie nodig zijn.

• Als u rookt adviseren wij u om hiermee te stoppen. Roken vergroot namelijk de kans op stoornissen in de wondgenezing en infecties. Meer informatie over stoppen met roken leest u op de website www.rookvrijookjij.nl.
• Wij adviseren om de compressieBH minimaal 2 weken en liefst tot 6 weken na de operatie te dragen.
• 2 dagen na de operatie mag u weer douchen. De 1e week na de operatie mag u niet baden of zwemmen.
• De steristrips die over de wond geplakt zijn mag u laten zitten tot aan de 1e controle afspraak op de polikliniek. Daar worden ze verwijderd. De steristrips mogen nat worden.
• Verder worden er oplosbare hechtingen gebruikt.
• Wij raden u aan de wond elke dag te controleren op roodheid, zwelling, wondvocht en warmte.
• Het is belangrijk dat u thuis de oefeningen blijft doen uit de folder 'Borstoperatie, oefeningen en adviezen'.
• Wij adviseren u de 1e week na de operatie niet zelf auto te rijden. Mogelijk heeft uw verzekering regels die gaan over het wel of niet verzekerd zijn na een operatie. U kunt dit navragen bij uw verzekeringsmaatschappij.

Als u nog vragen heeft, dan kunt u bellen naar uw verpleegkundig specialist van het Borstcentrum, telefoonnummer (073) 553 82 25.