Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, moet u dit van te voren melden aan de uroloog. In overleg met de arts die de medicijnen voorschrijft, moet u soms een aantal dagen voor de behandeling stoppen met het gebruik van deze medicijnen. Deze medicijnen kunnen bijvoorbeeld zijn: Sintrom, Clopidogrel (Grepid), Rivaroxaban (Xarelto), enzovoort.

Voor het juiste effect wordt botox direct in de blaasspier gespoten (geïnjecteerd) en wel op een aantal plaatsen in de blaas. Hiervoor gebruikt de uroloog een lange injectienaald die door een blaaskijker (cystoscoop) op de juiste plaatsen wordt geprikt. Op al deze plaatsen wordt een kleine hoeveelheid botox geïnjecteerd.

Omdat de injecties pijnlijk kunnen zijn, wordt de behandeling meestal gedaan onder sedatie (een 'roesje'). Ook kan het worden gedaan onder plaatselijke verdoving via een ruggenprik. Uw arts zal de verdoving met u bespreken.

De behandeling heeft geen vervelende bijwerkingen. Soms kan na de behandeling de urine iets bloederig zijn.

Soms heeft u na de behandeling een blaaskatheter. Deze wordt dezelfde dag nog verwijderd. Als u spontaan heeft geplast mag u naar huis. Als het plassen nog niet lukt, blijft u een nacht in het ziekenhuis. Het effect van de behandeling merkt u na ongeveer 3 dagen.

Neem contact op met het ziekenhuis of uw huisarts:

• Als u koorts boven de 38.5 °C krijgt.
• Als u pijn krijgt die niet verdwijnt na het innemen van pijnstillers.
• Als u meerdere dagen bloed in de urine blijft houden, wat niet minder wordt en waarbij de urine donkerrood van kleur is.
• Als u behalve bloed, ook flinke bloedstolsels, met de urine uitplast.
• Als u zoveel moeite heeft met plassen, dat u het gevoel heeft de blaas niet helemaal leeg te kunnen plassen.

Aan het begin van de behandeling zal de arts u vertellen wat er gaat gebeuren. U kunt dan nog vragen stellen. 

Heeft u voor of na de behandeling nog vragen, dan kunt u op werkdagen bellen naar de polikliniek Urologie, (073) 553 60 10.