Headerafbeelding
Zon schijnend op de kersenbloesem in binnentuin
Behandeling

Diabetes en nuchter zijn voor een operatie of onderzoek met anesthesie

Voor een operatie of onderzoek waarvoor u anesthesie of sedatie nodig heeft, mag u langere tijd niet eten. Als u diabetes heeft, kunt dan last krijgen van een aantal vervelende verschijnselen door een te hoge of te lage bloedglucosespiegel. Om dit te voorkomen is het belangrijk dat u de instructies in deze folder goed leest en opvolgt.  

 

Krijgt u een onderzoek bij de Maag-, Darm-, Lever-arts of longarts? Houd u dan aan de instructies in de folder die u van de MDL-arts of longarts krijgt over het nuchter zijn en de diabetes voorbereiding.

Adviezen en aanwijzingen

Hier vindt u alle belangrijke informatie

Praktische tips

MijnJBZ

Via MijnJBZ kunt u zelf een deel van uw persoonlijke en medische gegevens inzien die in het JBZ over u bekend zijn. Zie ook: Wat kan ik in MijnJBZ zien? 

Opleidingsziekenhuis

In het JBZ leiden we verpleegkundigen, coassis­tenten, artsen en andere zorgverleners op. Dit betekent dat bij uw afspraak soms meerdere zorgverleners aanwezig zijn. En het kan zijn dat u onderzocht of behan­deld wordt door een zorgverlener in opleiding. Deze zorgverlener werkt altijd onder supervisie van een gekwali­ficeerde zorgverlener.

Betrokken afdelingen

Code ANE-066
Laatste revisie: 25 juni 2024 - 15:26
Adviezen en aanwijzingen

Diabetes en nuchter zijn voor een operatie of onderzoek met anesthesie

Nuchter zijn

Op de dag van de operatie of het onderzoek moet u nuchter zijn:

Wordt u opgenomen vóór 12:00 uur:

  • U bent nuchter vanaf 24:00 uur. U mag tot 2 uur voor aankomst in het ziekenhuis heldere vloeistof drinken: water, thee en koffie(zonder melk, evt met zoetje).
  • Een slokje water om medicijnen in te nemen of bij het tandenpoetsen mag nog wel.
  • Nuchter zijn van eten en drinken betekent ook: geen snoep. U mag nog wel kauwgom kauwen, maar u mag de kauwgom niet doorslikken. Gooi de kauwgom weg als u naar de operatieafdeling gaat.

Wordt u opgenomen na 12:00 uur:

  • U mag vóór 6:00 uur een licht ontbijt (2 beschuiten + jam) en een kopje thee/koffie.
  • U mag tot 2 uur voor aankomst in het ziekenhuis heldere vloeistof drinken: water, thee en koffie(zonder melk, evt met zoetje).
  • Een slokje water om medicijnen in te nemen of bij het tandenpoetsen mag nog wel.
  • Nuchter zijn van eten en drinken betekent ook: geen snoep. U mag nog wel kauwgom kauwen, maar u mag de kauwgom niet doorslikken. Gooi de kauwgom weg als u naar de operatieafdeling gaat.
  • Rondom de operatie kan een sensor voor de controle van uw bloedsuikerwaarden onbetrouwbare uitkomsten geven. Daarom gebruiken we deze dan niet. U wordt dan extra geprikt voor de bloedsuikercontrole. 
  • Als u insuline gebruikt moet u voor en na de operatie/onderzoek maatregelen treffen voor de hoeveelheid insuline die u gebruikt. Hieronder kunt u zien wat u moet doen.

Aanpassen van uw bloedsuikerverlagende medicijnen rondom de operatie/onderzoek

 Wat moet u doen?
SGLT-2 remmersDeze 4 dagen voor de operatie of onderzoek stoppen.

De dag voor opname

 Nuchter blijven vanaf 24:00 uur
Bloedsuiker verlagende tabletten
  • Als u Metformine gebruikt, hoort u bij de preoperatieve screening of u deze wel of niet mag innemen.
  • Neem de andere bloedsuikerverlagende tabletten wel in.
GLP1 tablet/injectie
  • Geen aanpassing.
Kortwerkende insuline
  • Geen aanpassing.
Mix- insuline
  • Voor het avondeten 75% van de normale dosis spuiten.
Middellang en Langwerkende insuline
  • U spuit 75% van uw normale dosering.
Ultra langwerkende insuline
  • U spuit 50% van uw normale dosering.
Insuline met GLP1
  • U spuit 50% van uw normale dosering.
Insulinepomp
  • Vanaf 24:00 uur basaal/nachtstand naar 75%.

De dag van opname

 Opname vóór 12:00 uurOpname na 12:00 uur
Bloedsuiker verlagende tabletten
  • Als u Metformine gebruikt hoort u bij de preoperatieve screening of u deze wel of niet mag innemen.
  • De andere bloedsuikerverlagende tabletten NIET innemen.
  • Als u Metformine gebruikt hoort u bij de preoperatieve screening of u deze wel of niet mag innemen.
  • De andere bloedsuikerverlagende tabletten NIET innemen.
GLP1 tablet/ injectie
  • Geen aanpassing.
  • Geen aanpassing.
Kortwerkende insuline
  • Niet spuiten.
  • Spuit bij het licht ontbijt 50% van de normale dosering.
Mix- insuline
  • Niet spuiten.
  • Spuit bij het licht ontbijt 50% van de normale dosering
Middellang en langwerkende insuline
  • Niet spuiten.
  • Spuit bij het licht ontbijt 50% van de normale dosering.
Ultra langwerkende insuline
  • Niet spuiten.
  • Spuit bij het licht ontbijt 50% van de normale dosering.
Insuline met GLP1
  • Niet spuiten.
  • Spuit bij het licht ontbijt 50% van de normale dosering.
Insulinepomp
  • 75% van de basaal/nachtstand.
  • Bij het licht ontbijt ½ bolus en basaal/nachtstand 75%.

De dag na de operatie

 Operatie/onderzoek vóór 12:00 uurOperatie/onderzoek na 12:00 uur
Bloedsuikerverlagende tabletten
  • U start voor de volgende maaltijd weer met de tabletten die u normaal gebruikt.
  • U start voor de volgende maaltijd weer met de tabletten die u normaal gebruikt.
GLP1
  • Geen aanpassing.
  • Geen aanpassing.
Kortwerkende insuline
  • Gebruikelijke dosering bij eerst volgende maaltijd.
  • Gebruikelijke dosering bij eerst volgende maaltijd.
Mix-insuline
  • Start met 50% van de dosering die u normaal voor het ontbijt spuit.
  • Start met de dosering die u normaal spuit op de normale tijd.
Middellang en langwerkende insuline
  • Start met de dosering die u normaal voor het ontbijt spuit.
  • De rest van de dag de normale dosering.
  • Start met 50% van de ontbijtdosering voor de 1e maaltijd.
  • De rest van de dag de normale dosering.
Ultra langwerkende insuline
  • Start met de dosering die u normaal voor het ontbijt spuit.
  • De rest van de dag de normale dosering.
  • Start met 50% van de ontbijtdosering voor de 1e maaltijd.
  • De rest van de dag de normale dosering.
Insuline met GLP1
  • Start met de dosering die u normaal voor het ontbijt spuit.
  • De rest van de dag de normale dosering.
  • Start met 50% van de ontbijtdosering voor de 1e maaltijd.
  • De rest van de dag de normale dosering.
Insulinepomp
  • Na de operatie/onderzoek de pomp in normale basaal/dagstand terugzetten.
  • Na de operatie/onderzoek de pomp in normale basaal/dagstand terugzetten.

GLP1 tabletten/injecties

  • Semaglutide(Ozempic®, Wegovy®, Rybelsus®)
  • Liraglutide (Victosa®, Saxenda®)
  • Lixisenatide(Lyxumia®) 
  • Dulaglutide(Trulicity®) 
  • Exenatide(Bydureon®, Byetta®)

Insulinesoorten

Kortwerkende insuline

  • Novo Rapid (aspart)
  • Aspart/Sanofi (aspart)
  • Fiasp (aspart)
  • Apidra (glulisine)
  • Humalog (lispro)
  • Lispro Sanofi (lispro)
  • Lyumjev (lispro)
  • Humuline Regular (insuline gewoon)
  • Insuman Rapid (insuline gewoon)

Mix insuline

  • Novomix 30/50/70 (aspart - protamine)
  • Ryzodeg (degludec - aspart)
  • Humalog Mix 25/50 (lispro - protamine)
  • Insuman comb 15/25/50
  • Humuline 30/70

Middellangwerkende insuline

  • Insulatard (isofaan) 
  • Humuline NPH (isofaan)
  • Insuman Basal (isofaan)

Langwerkende insuline

  • Abasaglar (glargine)
  • Lantus (glargine)
  • Suliqua (glargine)
  • Levemir (detemir)

Ultralangwerkende insuline

  • Tresiba (degludec)
  • Toujeo (glargine)

Insuline met GLP1

  • Xulpophy (insuline degludec/liraglutide)
  • Suliqua (insuline glargine/Lixisenatide)

Neem dan contact op met de zorgverlener die uw diabetes behandelt.