Op de afgesproken tijd meldt u zich met uw kind bij de gipskamer, gebouw A, verdieping 0, ontvangst 3.

Belt u dan zo snel mogelijk, maar uiterlijk een werkdag voordat u de afspraak heeft naar de Gipskamer en naar de secretaresse van Kinderen- en jongerenrevalidatie. Uw plaats kan dan gebruikt worden om een andere patiënt te helpen. Zo werkt u ook mee om de wachtlijsten zo kort mogelijk te houden!

• Gipskamer, telefoonnummer (073) 553 27 12.
• Secretariaat Kinder- en jongerenrevalidatie, telefoonnummer (073) 200 55 06.

• Een gipsredressiebehandeling duurt meestal 3 weken en heel soms langer.
• Afhankelijk van de stand van het gewricht en de spierlengte wisselt de gipsverbandmeester het gips elke week. Zo komt het gewricht steeds iets verder in de goede stand.
• Het gips komt vaak om beide benen te zitten, ook als uw kind maar met één been op de tenen loopt. Daarmee bereiken we dat uw kind zo symmetrisch mogelijk loopt. De fysiotherapeut op de gipskamer beoordeelt of gips aan beide benen nodig is.
• Het is belangrijk dat uw kind tijdens de gipsredressieperiode veel loopt. Dit helpt om rek op de kuitspier te krijgen. Maar ook om ervoor te zorgen dat het normale looppatroon gewoon wordt.

• De gipsverbandmeester brengt samen met de fysiotherapeut het gips aan.
• De fysiotherapeut is zowel bij de start als bij elke gipswissel aanwezig op de gipskamer. De fysiotherapeut controleert de stand van het gewricht. Als het nodig is wordt er overlegd met de revalidatiearts van uw kind.
• Eerst pakken we de voet van uw kind in met een kousje en watten. Dit is om de voet te beschermen tegen teveel druk van het gips. Drukplekgevoelige punten beschermen we extra met polstermateriaal. Dat is een laagje dat uit een soort zacht badstof bestaat.

• Daarna doet de gipsverbandmeester kunststofgips om de voet en het onderbeen. Uw kind kan zelf een kleur uitkiezen.
• Bij het uitharden van het gips komt warmte vrij. Uw kind merkt dat omdat de benen warm worden.

Het verwijderen van het gips gebeurt met een gipszaag. Deze draait niet, maar trilt het gips los. Dit is volkomen veilig en doet geen pijn. Wel maakt het veel herrie en geeft het een kriebelig gevoel. Als het gips is verwijderd, wassen we het been van uw kind.

• Na het aanbrengen mag uw kind het 1e uur het gips niet belasten. Dat wil zeggen dat uw kind niet mag staan of lopen. Het gips moet nog helemaal uitharden.
• Neem een rolstoel mee als u naar de gipskamer komt. Deze staan in de parkeergarage, op het voorplein en in de centrale hal.
• Na het uitharden van het gips mag uw kind dezelfde dag nog de normale activiteiten weer doen, zoals lopen, rennen, spelen en naar school.

• Het gips mag niet nat worden. Bij het douchen of in bad gaan moet het gips beschermd worden door een handdoek. Daar overheen doet u een plastic zak die u met tape waterdicht af plakt, boven het gips. Er zijn ook speciale douchehoezen te koop bij de apotheek in het ziekenhuis.
• Het gipsverband mag geen pijn doen. Wel kan het zijn dat uw kind korte tijd rek voelt in de verkorte spier. Dit mag niet langer duren dan een dag.
• Soms kan uw kind last krijgen van jeuk onder het gips. Dit kan door zweten komen. U kunt dit voorkomen door koud te föhnen tussen de huid en het gipsverband. Gebruik geen scherp voorwerp om onder het gips te krabben. Dit kan ernstige beschadigingen aan uw huid veroorzaken. Eventueel kunt u een cold-pack op het gips leggen om te koelen en om zweten tegen te gaan.
• Omdat een strakke broek meestal niet meer over het gips past, raden wij aan om een wat wijdere broek (trainingsbroek of joggingbroek) mee te nemen naar het eerste bezoek op de gipskamer. U kunt ook een grote sok meenemen voor over de tenen.
• Bij gips om de benen, krijgt uw kind een paar loopzolen over het gips. Die kunt u uitdoen als uw kind naar bed gaat.
• Wanneer uw kind ‘s nachts uit bed komt en de loopzolen niet over het gips draagt, kan uw kind op gladde vloeren of trappen uitglijden. Maak eventueel een extra lampje aan of help uw kind.

• Als de vingers of tenen van uw kind blauw of dik worden, of als ze gaan tintelen.
• Als het gipsverband pijn doet of knelt.
• Uw kind mag alleen korte tijd (niet langer dan een dag) wat rekpijn voelen na het aanbrengen van het gips. Wanneer dit langer duurt of als de pijn erg hevig is, moet u altijd contact opnemen.
• Als het gips gebroken is. Het gips houdt het gewricht dan niet meer in de goede stand.
• Als het gips nat is geworden.
• Als er kleine voorwerpen tussen het gips en de huid terecht zijn gekomen. Vooral kleine kinderen hebben de neiging speeltjes in het gips te verstoppen. Dit kan ernstige beschadigingen van de huid veroorzaken.
• Als het gips niet meer op de goede plek zit en de arm of het been iets teruggetrokken is in het gips. Het gips kan dan gaan knellen en beschadigingen van de huid geven.
• De fysiotherapeut zet een streep op de huid van uw kind waar het gips hoort te zitten. U kunt het gips dan elke dag controleren.

Bel in deze gevallen de gipskamer, of buiten kantooruren de Spoedeisende Hulp.

• Gipskamer, telefoonnummer (073) 553 27 12. Op werkdagen tussen 08.30 - 17.00 uur.
• Buiten kantoortijden kunt u bellen naar de Spoedeisende Hulp, telefoonnummer (073) 553 27 00.

Bij twijfel moet u altijd bellen! De gipsverbandmeester adviseert u wat u kunt doen. Zo nodig kan het gips op de gipskamer worden vervangen.

Buiten kantoortijden of in het weekend wordt het gips op de Spoedeisende Hulp verwijderd en krijgt uw kind geen nieuw gips. Voor de eerstvolgende werkdag plannen we een telefonische afspraak in bij de fysiotherapeut of wanneer deze niet aanwezig is bij de revalidatiearts. Tijdens deze afspraak worden verdere afspraken gemaakt.

Wat mag uw kind wel/ niet doen?

Uw kind mag alles doen, lopen, rennen, voetballen enzovoort. Let daarbij wel op de veiligheid, het gips kan glad zijn en uw kind loopt wat minder stabiel. Zwemmen mag niet.

Is het erg dat mijn kind in het gips nog op de tenen loopt?

Nee, dit is niet erg. De voet is in de goede stand in het gips gezet. Die hoek blijft hetzelfde, ook al loopt uw kind op zijn tenen. De kuitspier wordt nog steeds gerekt.

Is er na gipsredressie nog een andere behandeling nodig?

Bij sommige kinderen is geen nabehandeling nodig. Bij een aantal kinderen is er een speciale voorziening nodig in de schoen, zoals een stijve steunzool. In de meeste gevallen adviseren we een periode kinderfysiotherapie gericht op spierkracht- versterking.

Heeft uw kind een gipsredressiebehandeling gehad omdat het (uit gewoonte) op de tenen loopt? Dan begeleidt de fysiotherapeut uw kind verder. Meestal gebeurt dit door de kinderfysiotherapeut (1e lijn) die uw kind voor de gipsredressiebehandeling heeft begeleid.

De andere kinderen worden verder begeleid door hun revalidatiearts.

• Als uw kind uit het gips mag, kan uw kind meteen weer zelf lopen. Vergeet dus niet om sokken en schoenen mee te nemen naar de gipskamer op de laatste dag.
• De eerste dagen moet uw kind weer wennen aan het lopen zonder gips, maar al snel zal uw kind alles weer kunnen.
• Het is belangrijk dat uw kind goede schoenen draagt. Uw kind moet deze de hele dag aanhouden tot het naar bed gaan. Anders is er een grotere kans dat het tenenlopen terugkomt.

Een goede schoen voldoet aan de volgende eisen:

• Een goed omsloten hielpartij (contrefort). De hiel van de schoen mag niet plat te drukken zijn.
• Een stugge platte zool zonder teensprong. Het buigpunt van de zool zit onder de voorvoet en niet in het midden van de schoen.
• Hoge wreefsluiting, liefst met veters om schuiven in de schoen te voorkomen. Het is belangrijk dat de veters strak gestrikt worden.

Heeft u vragen over de gipsredressiebehandeling, dan kunt u die stellen aan de fysiotherapeut.