- U krijgt glatirameeracetaat in de vorm van een injectie. Deze injectie wordt vlak onder de huid geprikt.
- De eerste keer dat u de injectie krijgt, begeleidt een instructieverpleegkundige u. Deze verpleegkundige komt bij u thuis, en regelt bijvoorbeeld ook de prikpen en het medicijn.
- Het advies is om voor elke injectie een andere prikplaats te kiezen. Hierdoor verkleint de kans op irritatie of pijn van de prikplaats. U mag glatirameeracetaat spuiten in uw armen, buik, heupen en dijen.
- U kunt zelf kiezen of u de glatirameeracetaat 3 of 7 keer per week injecteert. U kunt glatirameeracetaat elke dag spuiten, dan is de dosering 20mg/ml. Spuit u 3 keer per week, dan is de dosering 40 mg/ml. Er moet minimaal 48 uur tussen de injecties zitten. Hieronder ziet u een voorbeeld van een injectieschema.
Dag | Glatirameeracetaat 20mg/ml 7 dagen per week | Glatirameeracetaat 40mg/ml 3 dagen per week |
---|
Maandag | X | X |
Dinsdag | X | |
Woensdag | X | X |
Donderdag | X | |
Vrijdag | X | X |
Zaterdag | X | |
Zondag | X | |
Levering
Dit medicijn wordt geleverd door de Jeroen Bosch Apotheek. Het MS-expertisecentrum zorgt ervoor dat de apotheek het recept ontvangt. Een apothekersassistent neemt contact met u op om de levering van de medicatie af te spreken. Daarnaast neemt de apothekersassistent met u de belangrijkste informatie over het gebruik met u door.
Geneesmiddelen en milieu
- Bestel niet meer medicijnen dan u denkt nodig te hebben.
- Spoel medicijnen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak.
- Lever oude medicijnen in bij de apotheek als u ze niet meer gebruikt. Als u medicijnen op de juiste manier afvoert, worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu terecht.
Betrouwbare informatie over medicijnen nodig?
Kijk hiervoor op www.apotheek.nl
Wij controleren regelmatig of deze informatie nog actueel is. Maar de ontwikkelingen op het gebied van medicijnen gaan heel snel. Soms is bepaalde informatie mogelijk toch al weer achterhaald of verouderd. Als u hierover vragen heeft stel deze dan aan de MS-verpleegkundige.