Het is belangrijk zeker te weten dat u niet zwanger bent op het moment dat het spiraaltje geplaatst wordt. Doe zo nodig een zwangerschapstest.

• Verder is het goed te weten of u een verhoogde kans heeft op een soa. Soa staat voor seksueel overdraagbare aandoening. Heeft u een verhoogd risico op een soa? Dan adviseren we u om een soa-test te laten doen bij uw huisarts. Neem deze uitslag mee naar uw afspraak in het ziekenhuis.
• U heeft een verwijzing van uw huisarts nodig. U maakt met deze verwijzing een afspraak in het ziekenhuis om het spiraaltje te laten plaatsen.
• Geef bij het maken van de afspraak door of u het koperspiraaltje of hormoonspiraaltje wilt. Het is belangrijk om vooraf te lezen over de spiraaltjes, hoe het werkt en wat de bijwerkingen kunnen zijn. 
• We kunnen het spiraaltje op ieder moment in uw cyclus plaatsen.

Een uur voor het plaatsen van het spiraaltje kunt u een pijnstiller nemen. Bijvoorbeeld paracetamol 1000 mg of ibuprofen 600 mg. Of beide. Dit kan eventuele pijn of krampen na het plaatsen verminderen.

U meldt zich op het afgesproken tijdstip op de polikliniek Gynaecologie & Verloskunde.

In de onderzoekskamer vragen we u uw onderkleding uit te doen. Daarna mag u op de gynaecologische stoel gaan liggen. U gaat liggen met gespreide benen. Soms wordt eerst een echo gemaakt om naar de ligging van de baarmoeder te kijken, dit is niet altijd nodig.

Eerst wordt met inwendig onderzoek de ligging van uw baarmoeder gevoeld. Dan wordt een spreider (eendenbek) in de vagina ingebracht om de baarmoedermond goed te kunnen zien. De baarmoedermond wordt met een speciale tang vastgepakt. Met een staafje wordt de diepte van de baarmoeder gemeten. Dit kan een onaangenaam gevoel geven. Daarna wordt het spiraaltje via een dun hulsje in de baarmoeder geschoven. Aan het spiraaltje zitten twee draadjes vast die uit de baarmoedermond hangen. Deze draadjes zijn nodig om het spiraaltje later weer te kunnen verwijderen. Nadat het hulsje weer is teruggetrokken uit de baarmoeder worden de draadjes op maat geknipt.

Na het inbrengen wordt altijd een inwendige echo gemaakt om te controleren of het spiraaltje goed ligt.

Als een spiraaltje tijdens de menstruatie of vlak na de menstruatie wordt ingebracht, bent u direct beschermd tegen zwangerschap. Wanneer dit niet zo is, moet u de eerste 7 dagen na het inbrengen van het spiraaltje een anticonceptiemiddel, zoals een condoom gebruiken.

Het spiraaltje en het plaatsen daarvan in het ziekenhuis valt onder ziekenhuiszorg. Het spiraaltje wordt door het ziekenhuis geleverd. Zorgverzekeringen vergoeden een groot deel van de kosten van ziekenhuiszorg. Deze kosten zitten in de basisverzekering, die voor alle patiënten hetzelfde is. U betaalt echter altijd een verplicht eigen risico. Heeft u het wettelijke eigen risico van dat jaar nog niet (helemaal) heeft betaald? Houdt u er dan rekening mee dat u een rekening van de zorgverzekeraar ontvangt van uw bezoek aan de gynaecoloog.

Na het inbrengen van een koperspiraaltje komt u na 6 weken terug op controle. U krijgt dan ook weer een inwendige echo. Bij een hormoonspiraaltje hoeft u niet op controle te komen.

Heeft u de eerste dagen na plaatsen van het spiraaltje:

• last van abnormale afscheiding;
• aanhoudende buikpijn;
• koorts;
• of denkt u toch zwanger te zijn geworden nadat u het spiraaltje heeft gekregen?

 Bel dan naar de polikliniek Gynaecologie & Verloskunde, telefoonnummer: (073) 553 62 50.

Het verwijderen van het spiraaltje is een eenvoudige handeling. Dat kan de huisarts doen en hiervoor zijn geen voorbereidingen nodig.