Endoscoop
De arts brengt een flexibele slang (endoscoop) door de bijtring in uw keel en vraagt u te slikken. Daarbij helpt de arts om de slang door uw keel in de slokdarm te brengen. Dit gaat het beste als u zich zo goed mogelijk ontspant. Daarna kan de arts de slang verder naar binnen schuiven. In de slang zit een camera, waarmee de arts uw slokdarm en de vernauwing goed kan bekijken.
Bij het inbrengen van de endoscoop en het verdere onderzoek houdt u voldoende ruimte in uw keelholte over om normaal te kunnen ademen. Het is belangrijk dat u zo rustig mogelijk probeert door te ademen. U heeft dan het minst last van het onderzoek. Probeer ook zo weinig mogelijk te slikken, want bij elke slikbeweging voelt u de slang in uw keel.
Plaatsen van de stent
Als de slokdarm wat opgerekt is, plaatst de arts de stent. Deze komt op de plaats waar de vernauwing zat. Dit gebeurt via een draad die door de endoscoop in uw slokdarm is gebracht. Op de plaats van de vernauwing wordt de stent uitgezet waardoor deze het slokdarmweefsel opzij houdt. Met de röntgendoorlichting bekijkt de arts of de stent op de goede plaats zit.
De behandeling duurt ongeveer 20 minuten. De behandeling kan langer duren als de arts de endoscoop moeilijk in uw slokdarm kan brengen.