Het doel van deze informatie is om u en uw naasten te informeren over wat u kunt verwachten tijdens uw opname, de procedure zelf en uw ontslag. Het is belangrijk om deze informatie zorgvuldig door te nemen, zodat u zich zo min mogelijk zorgen hoeft te maken tijdens uw herstel.

Voor deze behandeling wordt u in het ziekenhuis opgenomen op een verpleegafdeling. Brengt u nachtkleding en toiletartikelen mee. U krijgt van tevoren een brief thuisgestuurd met daarin informatie over de opname. Als u al bent opgenomen in het ziekenhuis wordt de afspraak voor de behandeling telefonisch doorgegeven aan de verpleegafdeling. De behandeling zelf vindt in de ochtend op de CT kamer van de afdeling Radiologie plaats.

Röntgenstraling kan schadelijk zijn voor het ongeboren kind. Bent u zwanger of zou u dit kunnen zijn? Bespreek dan met uw arts of het onderzoek kan worden uitgesteld. Daarnaast meldt u dit óók altijd aan de laborant, voorafgaand aan het onderzoek.

U mag vanaf 6 uur vóór de behandeling niets meer eten. U mag nog wel water drinken tot twee uur voor het onderzoek. 

Bent u diabetespatiënt, bespreek dit dan altijd tijdens uw bezoek aan de pre-operatieve screening (POS).

Gebruikt u bovendien metformine (ofwel Glucophage® of Glucovance®)? U krijgt hierover dan extra informatie. Het kan namelijk zijn dat u dit medicijn tijdelijk niet mag gebruiken.

Via de pre-operatieve screening zullen hierover afspraken met u gemaakt worden.

Is bij u een afwijkende bloedstolling vastgesteld, of gebruikt u medicijnen die de bloedstolling beïnvloeden? Dan is het van groot belang dat dit bekend is bij de arts die deze behandeling heeft aangevraagd. De arts kan samen met de arts die uw stolling controleert, beslissen welke maatregelen nodig zijn voorafgaand aan deze behandeling.

Over het algemeen mag u uw medicijnen gewoon met water innemen. Uitzondering hierop zijn metformine (bij diabetes) en bloedverdunnende medicijnen. 

De specialist heeft met u gesproken over een MWA/RFA behandeling in verband met niet normaal weefsel in de lever of nier. Dit is een methode waarbij er alleen een klein prikgaatje gemaakt hoeft te worden en we niet hoeven te snijden. Een speciale naald wordt met behulp van een CT-scan tot in het niet normale weefsel gebracht. De naald is verbonden met een generator. Door de microgolven die via deze naald worden toegediend, wordt de punt van de naald heet. Hierdoor zal het betreffend stukje weefsel afsterven. Het aanprikken gebeurt door de huid heen. U heeft hier al informatie over gekregen van de specialist waar u in behandeling bent. De ingreep duurt ongeveer 1,5 uur en vindt plaats onder een roesje (sedatie). 

Op de dag van de MWA/RFA behandeling wordt u opgenomen op de afdeling Kort verblijf/verpleegafdeling. Op de verpleegafdeling wordt als dat nodig is bloed geprikt en krijgt u een operatiejasje aan.

Daarna wordt u naar de afdeling Recovery gebracht. Hier wordt u aangesloten op de mobiele bewakingsmonitor. U krijgt een infuusnaald in de arm met een druppelinfuus.

Daarna wordt u naar de CT kamer op de afdeling Radiologie gebracht. Hier vindt de MWA/RFA-behandeling plaats. Als u helemaal goed ligt om de behandeling uit te voeren, krijgt u van een medewerker van de Anesthesie een roesje (sedatie).

Tijdens de hele behandeling blijft de anesthesist bij u in de kamer om u goed in de gaten te houden.

Wanneer de procedure in de CT kamer klaar is, brengen we u terug naar de Recovery-afdeling. Als u zich goed voelt, gaat u naar de verpleegafdeling. Hier blijft u één nacht, om in de gaten te houden of u bijwerkingen of complicaties krijgt. De volgende ochtend komt de specialist bij u langs om te beoordelen of u met ontslag kunt. 

Ondanks alle voorzorgsmaatregelen, bestaat er altijd een risico op nabloeding, trombose (een stolsel in het bloedvat), een longontsteking of wondinfectie. 

De meest voorkomende bijwerking (in ongeveer 30% van de gevallen) noemen we het post-ablatie-syndroom. Het betekent dat u zich ziek voelt en last krijgt van klachten die lijken op griep. Denk hierbij aan pijn, verhoging of koorts en heel soms misselijkheid, braken en spierpijn. Deze verschijnselen duren 1 of 2 dagen en verdwijnen vanzelf.

De volgende complicaties kunnen voorkomen: 

Voor behandeling aan de nier:

• nierfunctiestoornis
• nabloeding
• infectie
• darmperforatie
• abces onder het middenrif
• abcesvorming van de nier en koorts
• littekenvorming urineverzamelsysteem

Voor behandeling aan de lever:

• vochtophoping achter de longen of rond de lever
• abcesvorming in de lever en koorts
• leverfunctiestoornissen

Door een groot aantal maatregelen rondom de ingreep doen wij er alles aan om de risico’s zo beperkt mogelijk te houden. 

Krijgt u thuis last van ernstige pijn, zwelling, benauwdheid of krijgt u koorts, neemt u dan direct contact op met de polikliniek van uw behandelend arts. Bel tijdens kantoortijden naar de polikliniek, dan kunnen wij u het beste helpen. 

Heeft u ernstige klachten buiten kantooruren die echt niet kunnen wachten? Bel dan naar de afdeling Spoedeisende Hulp, (073) 553 27 00.

Heeft u nog vragen? Neemt u dan contact op met de afdeling Radiologie of met de polikliniek van uw behandelend arts. De laborant en de radioloog vertellen u tijdens het onderzoek steeds wat er gaat gebeuren. U kunt dan ook vragen stellen.

De afdeling Radiologie is bereikbaar op telefoonnummer (073) 553 26 00, op werkdagen van 08.00 tot 17.00 uur.

Meldt u dit dan minstens 1 dag vóór het onderzoek. We kunnen dan een andere patiënt in uw plaats helpen.