Het vernevelen door de mond werkt goed, omdat de medicijnen die u inhaleert direct op de juiste plek terecht komen. Bij het vernevelen ademt u steeds, voor een langere tijd medicijnen in. Hier is geen speciale techniek voor nodig. Rustig in- en uitademen is voldoende. Zo krijgt u genoeg medicijnen binnen, ook als u ernstig kortademig bent. Het is belangrijk om tijdens het vernevelen rechtop te zitten. Daardoor kunnen de medicijnen ook in het onderste gedeelte van de luchtwegen komen.

• Atrovent®, is een kortwerkende luchtwegverwijder. Het ontspant de spiertjes in de luchtwegen. Er zijn bijna nooit bijwerkingen: heel soms kunt u een droge mond en hoofdpijn krijgen en misselijk worden.
• Salbutamol® (Ventolin), ontspant ook de spieren in de wand van de luchtwegen maar op een andere manier dan Atrovent®. Daardoor worden de luchtwegen wijder en gaat de ademhaling makkelijker. Salbutamol® wordt gebruikt om acute en chronische benauwdheid te behandelen en te voorkomen. De arts schrijft het vaak voor bij longziekten zoals astma, bronchitis en emfyseem. Dit gebeurt vaak in combinatie met corticosteroïden, die u ook kunt vernevelen.
• Fluimucil®, wordt gebruikt om het ophoesten van taai slijm makkelijker te maken. Het vermindert de dikte en taaiheid van het slijm. Bijwerkingen: u kunt een ontsteking van het mondslijmvlies krijgen en misselijk worden.

Vaak wordt een zoutoplossing toegevoegd aan het medicijn om een groter volume van de vernevelvloeistof te krijgen.

• Spoel na elke verneveling uw mond met water. Slik dit water niet door!
• Verzorg uw mond goed. Dat wil zeggen 2 keer per dag uw tanden poetsen met een zachte tandenborstel. Heeft u een gebitsprothese? Poets en spoel deze dan ook goed. Neem de gebitsprothese uit tijdens het spoelen van uw mond. Bij het poetsen kunt u het beste gebruik maken van tandpasta met fluoride.
• Inhaleer de medicijnen vóór de maaltijd. Door het voedsel worden de resten van de medicijnen die op het wangslijmvlies achterblijven verwijderd.

Om klachten te voorkomen, is het belangrijk dat u regelmatig uw mond onderzoekt of er wit beslag en pijnlijke plekjes zijn. Dit doet u door voor de spiegel naar uw mond te kijken. Met behulp van de checklist controleert u uw mond.

• Heeft u klachten? Meldt u dat dan bij de verpleegkundige.
• Kunt u uw mond niet zelf controleren? Dan doet de verpleegkundige dit op een vast tijdstip, op maandag en donderdag. Als u klachten heeft, schrijft de verpleegkundige dit op en bespreekt het met de arts. De arts kan u daar dan op tijd medicijnen voor geven.
• Het is wel belangrijk dat u doorgaat met vernevelen.
• Probeer gewoon te blijven eten, ook al is het pijnlijk. Scherpe kruiden, zuur fruit en grof voedsel kunt u beter niet eten. Laat eten en drinken afkoelen. Soms kan koud drinken of ijs helpen.

Dan kunt u deze stellen aan de verpleegkundige op de afdeling.