De dag vóór het onderzoek moet u vanaf 20.00 uur rekening houden met wat u drinkt en eet:

Drinken: U mag alléén maar water drinken (spa blauw/rood of water uit de kraan).

Eten: U mag géén cafeïnehoudende producten eten. Denk hierbij aan: chocolade, chocoladehagelslag, chocoladepasta, paracetamol met cafeïne en dergelijke.

Medicatie die gestopt moet worden: Er zijn medicijnen die tijdelijk gestopt moeten worden voor het onderzoek. Uw arts zal u hierover informeren. Het gaat hierbij met name om medicijnen voor hart en longen (bijvoorbeeld theofylline-preparaten, persantin (dipyridamol), asasantin, cafergot en ergocoffeine). 

Medicatie die u mag blijven gebruiken: Zogenaamde bèta blokkers als metoprolol (Selokeen) of bisoprolol (Emcor) moet u gewoon blijven gebruiken, tenzij uw specialist anders heeft gezegd.

Let op! Neemt u bij twijfel over uw medicatie contact op met de afdeling Nucleaire Geneeskunde.

Neem ook uw eigen longmedicatie (puffers en inhalers) mee op de dag van het onderzoek (als dit van toepassing is).

Neem dan contact op met de afdeling Nucleaire Geneeskunde. U moet gedurende 4 uur stoppen met de borstvoeding. De arts van de afdeling Nucleaire Geneeskunde bekijkt of het nodig is om voorzorgsmaatregelen te nemen.

Voor het onderzoek moet u uw bovenlichaam bloot maken. Wij vragen u daarom om ruimvallende kleding te dragen. Ook raden wij u aan om op de dag van het onderzoek géén steunkousen te dragen.

Het onderzoek bestaat uit 2 onderdelen die in de ochtend en middag plaatsvinden.

Onderdeel 1: 's ochtends

De radioactieve stof wordt door een laborant via een infuus in een bloedvat in uw arm toegediend. 30 minuten na de injectie drinkt u 2 bekertjes water. Het water staat voor u klaar in de wachtruimte. 45 minuten na de injectie wordt u meegenomen naar de onderzoeksruimte. Daar krijgt u nog een bekertje (koolzuurhoudend) water te drinken. Daarna komt u op een smal bed te liggen met beide armen boven het hoofd. De camera kan u niet raken tijdens de scan. De camera zal in stappen om uw bovenlichaam heen draaien. U moet goed stil blijven liggen. De scan duurt ongeveer 20 minuten.

Onderdeel 2: 's middags

Ongeveer 2 tot 3 uur later komt u terug voor het inspanningsonderzoek. In de tussenliggende tijd mag u niets anders dan water drinken. Voor dit gedeelte van het onderzoek ontkleedt u het bovenlichaam. De laborant brengt een infuus aan in een bloedvat in uw arm. Nu neemt u plaats op een bed. Er worden elektroden op uw bovenlichaam aangebracht voor de registratie van uw hartslag. Tijdens de test wordt regelmatig uw bloeddruk gemeten. Uw hart wordt ingespannen (farmacologische stress) met behulp van een medicijn. Dit medicijn wordt via het infuus toegediend.

U kunt door het medicijn heel kort (ongeveer 3 minuten) last krijgen van de volgende klachten: druk op de borst, benauwdheid, hoofdpijn, duizeligheid, een drukkend gevoel in de hals en warm worden.

Probeer zo stil mogelijk te blijven liggen, ondanks eventuele ongemakken. De scan is zeer gevoelig voor beweging.

Bij deze test zijn altijd een laborant en een arts aanwezig. Krijgt u tijdens de test last van klachten? Dan is het belangrijk dit aan de arts of laborant te vertellen. De laborant spuit via het infuus opnieuw een radioactieve stof in. Dit wordt gedaan terwijl u ligt. Hierna worden het infuus en de elektroden verwijderd.

Een half uur later drinkt u weer 2 bekertjes water. Daarna wordt opnieuw een scan gemaakt. Deze scan wordt op dezelfde manier gemaakt als de eerste scan. Bij deze tweede scan krijgt u een aantal ECG-plakkers op uw bovenlichaam. Daarmee wordt uw hartslag gevolgd tijdens de scan. Deze scan duurt ook weer 20 minuten.

Na de tweede serie opnames bent u klaar en kunt u de afdeling verlaten. U kunt weer gewoon eten en drinken. Ook kunt u weer normaal uw medicijnen innemen. Er is geen verdere nazorg nodig.

De radioactieve stof raakt u vanzelf weer kwijt. Het toegediende medicijn is uitgewerkt.

Onderdeel 1: 1 uur en 45 minuten.

Wachttijd:     2 tot 3 uur

Onderdeel 2: 1 uur en 30 minuten