Headerafbeelding
Verpleegkundige verwelkomt patiënt op de dagbehandeling
Onderzoek

Ruggenprik (lumbaalpunctie)

Bij een ruggenprik haalt de arts met een holle naald wat hersenvocht weg uit het onderste gedeelte van het wervelkanaal.

Dit hersenvocht wordt in het laboratorium onderzocht op de mogelijke oorzaak van uw klachten.

Hoe verloopt het onderzoek?

Hier vindt u alle belangrijke informatie over uw onderzoek

Praktische tips

Wat neemt u mee?

Bij iedere afspraak in het ziekenhuis neemt u mee:

  • een geldig identiteitsbewijs
  • uw Actueel Medicatie Overzicht (AMO).

Hier vindt u meer informatie over wat u moet meenemen.

Afspraak op onze locatie in 's-Hertogenbosch, Boxtel, Drunen of Rosmalen? Meld u eerst digitaal aan. Lees hier hoe dit werkt.

Opleidingsziekenhuis

In het JBZ leiden we verpleegkundigen, coassis­tenten, artsen en andere zorgverleners op. Dit betekent dat bij uw afspraak soms meerdere zorgverleners aanwezig zijn. En het kan zijn dat u onderzocht of behan­deld wordt door een zorgverlener in opleiding. Deze zorgverlener werkt altijd onder supervisie van een gekwali­ficeerde zorgverlener.

Bekijk uw zorgverzekering

Controleer zelf vóór een afspraak in het JBZ of uw zorg wordt vergoed:

  • Bekijk hier met welke zorgverzekeraars het JBZ een contract heeft.
  • Het hangt ook af van uw polis of uw zorgverzekeraar alle zorg volledig vergoedt.
  • Onze zorg valt voor volwassenen onder het wettelijk eigen risico. Dit betekent dat u ieder jaar eerst een bedrag zelf moet betalen, voordat uw zorgverzekeraar kosten gaat vergoeden. 

MijnJBZ

Via MijnJBZ kunt u zelf een deel van uw persoonlijke en medische gegevens inzien die in het JBZ over u bekend zijn. Zie ook: Wat kan ik in MijnJBZ zien? 

Gegevens delen

Wilt u dat zorgverleners buiten het Jeroen Bosch Ziekenhuis uw medische gegevens kunnen inzien? Dan moet u het JBZ toestemming geven om uw gegevens beschikbaar te stellen.

Betrokken afdelingen

Code NEU-014
Laatste revisie: 8 november 2023 - 08:58
Hoe verloopt het onderzoek?

Ruggenprik (lumbaalpunctie)

Voor een lumbaalpunctie zijn geen speciale voorbereidingen nodig. U hoeft voor het onderzoek niet nuchter te zijn.

Bloedverdunners (Antistolingsmiddelen)

  • Gebruikt u antistollingsmiddelen (Marcoumar®, fenprocoumon,Sintrom®, acenocoumarol)? Dan moet u hiermee enkele dagen voor de lumbaalpunctie stoppen. Na de lumbaalpunctie mag u de antistollingsmiddelen weer innemen. Uw neuroloog overlegt met u wanneer u moet stoppen en wanneer u weer mag starten met de antistollingsmiddelen.
  • 7 dagen voor de lumbaalpunctie moet u stoppen met clopidogrel. Dit medicijn is ook verkrijgbaar onder de namen: Iscover®, Plavix®, Grepid®, Zopya®, Zylt®,Zylagren®. In de plaats daarvan krijgt u acetylsalicylzuur 80 mg. Een dag na de lumbaalpunctie stopt u met de acetylsalicylzuur en start u weer zoals u gewend bent met clopidogrel.
  • Aspirine producten zoals Ascal®, acetylsalicylzuur en carbasalaat kunt u gewoon blijven innemen.
  • Gebruikt u NOAC’s, zoals dabigatran, apixaban en rivaroxaban? Overleg dan met uw behandelaar.

Waar meldt u zich?

U meldt zich bij de Infobalie van het ziekenhuis. De medewerker van de Infobalie wijst u verder naar de juiste afdeling.

Voor het onderzoek

Op de dag van de lumbaalpunctie wordt er bij u bloed geprikt. Als u al eerder bloed heeft laten prikken dan gebruiken we deze bloedwaarden. U hoeft dan niet opnieuw geprikt te worden.

Tijdens het onderzoek

De neuroloog voert de lumbaalpunctie uit. Tijdens het onderzoek ligt u met blote rug op uw zij, met opgetrokken knieën in bed. Het kan ook zijn dat u voorovergebogen zit op de rand van het bed. Door deze houding is de ruimte tussen de wervels groter. Hierdoor kan de arts u gemakkelijker prikken. De arts bepaalt de houding die u aanneemt tijdens het prikken. Het soort onderzoek kan hierbij beslissend zijn. Doet de arts bijvoorbeeld een drukmeting? Dan is het nodig dat u op bed ligt.

De arts voelt met de vingers het onderste gedeelte van uw wervelkolom af. De juiste plek ontsmetten we met jodium. Daarna brengt de arts de naald in het wervelkanaal. Dit kan een vervelend gevoel geven. Het hersenvocht wordt in een buisje opgevangen en opgestuurd naar het laboratorium voor onderzoek. Het is mogelijk dat we bloed afnemen uit uw arm om dit te vergelijken met het hersenvocht.

Na het onderzoek moet er soms nog bloed worden afgenomen. Als u zich goed voelt mag u daarna naar huis.

Soms ontstaat er hoofdpijn na de ruggenprik door het nalekken van hersenvocht uit het prikgaatje. Deze hoofdpijn verdwijnt (of vermindert) als u plat op bed gaat liggen. Het gaatje sluit vanzelf binnen 1 week en de hoofdpijn trekt weer weg.

U kunt eventueel paracetamol innemen tegen de hoofdpijn. Helpt dit niet voldoende? Dan kunt u het beste 24 uur bedrust houden. Doe dit zoveel mogelijk met het bed helemaal plat. U gaat dan alleen uit bed om naar het toilet te gaan.

Wanneer neemt u contact op?

Houdt u hevige hoofdpijn ondanks de adviezen hierboven, heeft u langer dan 4 dagen hoofdpijn of bent u om andere redenen ongerust? Neem dan contact op met uw behandelend arts om te overleggen. U kunt hiervoor tijdens kantoortijden bellen naar de polikliniek Neurologie, telefoonnummer (073) 553 23 25.

Als u koorts krijgt in de 1e dagen na de ruggenprik, bel dan meteen naar de polikliniek Neurologie. Buiten kantoortijden belt u naar de verpleegafdeling Neurologie, telefoonnummer (073) 553 25 12.

Als u nog vragen heeft kunt u bellen naar de polikliniek Neurologie, telefoonnummer (073) 553 23 25.