Headerafbeelding
Kersenbloesem in de binnentuin
Onderzoek

Sneldiagnostiek bij een longafwijking of verdenking op longkanker

Als er een afwijking gezien is op de röntgenfoto van uw longen is verder onderzoek nodig.

In het Jeroen Bosch Ziekenhuis kunt u hiervoor het sneldiagnostiek traject volgen. Dit betekent dat u in 1 week onderzoeken krijgt die nodig zijn om tot een diagnose te komen. Meestal krijgt u aan het einde van de week de definitieve uitslag. U hoort dan van de longarts wat er aan de hand is en welke behandelingen er mogelijk zijn.

Lees meer

Welke afspraken en onderzoeken krijgt u?

Een medewerker van de polikliniek Longgeneeskunde plant na overleg met de longarts de volgende afspraken voor u in:

Dag 1:

Dag 2:

Dag 3:

  • Op deze dag heeft u geen afspraken.

Dag 4:

  • Op deze dag heeft u een gesprek met de longarts en mogelijk ook met de verpleegkundig specialist. Zij bespreken met u de uitslag van de onderzoeken.

Hoe verloopt het sneldiagnostiek traject?

Hier vindt u alle belangrijke informatie over het traject.

Praktische tips

Wat neemt u mee?

Bij iedere afspraak in het ziekenhuis neemt u mee:

  • een geldig identiteitsbewijs
  • uw Actueel Medicatie Overzicht (AMO).

Hier vindt u meer informatie over wat u moet meenemen.

Afspraak op onze locatie in 's-Hertogenbosch, Boxtel, Drunen of Rosmalen? Meld u eerst digitaal aan. Lees hier hoe dit werkt.

Opleidingsziekenhuis

In het JBZ leiden we verpleegkundigen, coassis­tenten, artsen en andere zorgverleners op. Dit betekent dat bij uw afspraak soms meerdere zorgverleners aanwezig zijn. En het kan zijn dat u onderzocht of behan­deld wordt door een zorgverlener in opleiding. Deze zorgverlener werkt altijd onder supervisie van een gekwali­ficeerde zorgverlener.

Bekijk uw zorgverzekering

Controleer zelf vóór een afspraak in het JBZ of uw zorg wordt vergoed:

  • Bekijk hier met welke zorgverzekeraars het JBZ een contract heeft.
  • Het hangt ook af van uw polis of uw zorgverzekeraar alle zorg volledig vergoedt.
  • Onze zorg valt voor volwassenen onder het wettelijk eigen risico. Dit betekent dat u ieder jaar eerst een bedrag zelf moet betalen, voordat uw zorgverzekeraar kosten gaat vergoeden. 

MijnJBZ

Via MijnJBZ kunt u zelf een deel van uw persoonlijke en medische gegevens inzien die in het JBZ over u bekend zijn. Zie ook: Wat kan ik in MijnJBZ zien? 

Gegevens delen

Wilt u dat zorgverleners buiten het Jeroen Bosch Ziekenhuis uw medische gegevens kunnen inzien? Dan moet u het JBZ toestemming geven om uw gegevens beschikbaar te stellen.

Code LON-094
Laatste revisie: 28 november 2023 - 15:09
Hoe verloopt het sneldiagnostiek traject?

Sneldiagnostiek bij een longafwijking of verdenking op longkanker

Vervoer naar huis

Wij adviseren u dringend om na de onderzoeken niet zelf auto te rijden of met het openbaar vervoer te reizen. Regel daarom iemand die u naar huis kan brengen. Dit heeft te maken met de mogelijke medicijnen die u krijgt.

Voorbereiding longfunctieonderzoek (dag 1)

Voor een longfunctieonderzoek zijn geen speciale voorbereidingen nodig:

  • U mag eigenlijk gewoon eten en drinken. Maar vandaag mag dat niet, omdat u ook een PET CT-scan krijgt. Voor deze scan mag u namelijk niet eten. Hierover leest u meer bij de voorbereiding voor de PET CT-scan.
  • Heeft u in de 6 weken voor het onderzoek een medische ingreep gehad? Meld dit dan van tevoren, door te bellen naar de secretaresse van de polikliniek Longgeneeskunde.
  • U gaat gewoon door met het innemen van uw eigen medicijnen voor de longen. Behalve wanneer wij u vragen om hiermee tijdelijk te stoppen.
  • Alle andere medicijnen voor uw longen of medicijnen die niet worden genoemd in de lijst en die u van uw huisarts of een andere specialist dan uw longarts heeft gekregen, blijft u gewoon gebruiken.

Heeft uw arts gevraagd om te stoppen met uw longmedicijnen?

Dan mag u de volgende medicijnen 12 uur voor het onderzoek niet meer innemen:

  • aclidinium/formoterol, aerolin, Airomir®, Anoro®, Airflusal Forspiro®, Atectura®, Atimos®, Atrovent®
  • beclometason/formeterol, Berodual®, Bevespi®, Bretaris®, Bricanyl®, budesonide/formoterol, Bufoler®
  • Combivent®
  • Duaklir®, Duoresp®
  • Eklira®, elpen, Enerzair®
  • Flutiform®, Foradil®, formoterol, Foster®
  • glycopyrronium
  • Hirobriz®
  • Incruse®, indicaterol, Ipramol®, ipratropiumbromide, ipratropium/salbutamol, Ipraxa®
  • Onbrez®, Oxis®
  • Relvar®, Respimat®
  • salbutamol, Salflutin®, Salfuler®, salmeterol, salmeterol/fluticason, Seebri®, Seretide®, Serevent®, Spiriva®, Spiriva Respimat®, Striverdi®, Symbicort®
  • Tavulus®, terbutaline, tiotropiumbromide, Tiotrus®, Trelegy®, Trimbow®, Trixeo®
  • Ultibro®, umecledinium
  • Ventolin®
  • Xoterna®
  • Zimbus®

Voorbereiding FDG-PET/CT-scan (dag 1)

Voor de PET CT-scan moet u zich voorbereiden.

Vragenlijst invullen en meenemen

Het is belangrijk dat u de vragenlijst op de laatste pagina print en ingevuld meeneemt naar het onderzoek. U kunt de vragenlijst niet digitaal invullen.

Eten, drinken en toilet

Vanaf 6 uur vóór aankomst op de afdeling Nucleaire Geneeskunde mag u:

  • niets meer eten, dus ook geen kauwgom of keelsnoepjes.
  • geen infuus met suiker hebben, of voeding via een sonde, buis of naald.
  • alleen water drinken.

In de laatste 2 uur vóór het onderzoek moet u:

  • minstens 1 liter water drinken.

U mag gewoon naar het toilet, u hoeft niet met een volle blaas naar de afdeling te komen.

Medicijnen

Uw medicijnen moet u innemen met water. Gebruikt u plasmedicatie, dan deze graag pas innemen na het onderzoek.

Heeft u diabetes mellitus (suikerziekte)?

En heeft u dit niet aangegeven bij het plannen van de afspraak? Neem dan van tevoren contact op met de afdeling Nucleaire Geneeskunde. U moet dan een speciale voorbereiding volgen.

Lichamelijke inspanning

In de 24 uur voorafgaand aan het onderzoek mag u zich niet extra inspannen, dus bijvoorbeeld niet sporten, in de tuin werken of fietsend naar het ziekenhuis komen.

Kleding

Trek op de dag van het onderzoek comfortabele kleding aan met zo weinig mogelijk ritsen, knopen, bretels en dergelijke. Een spijkerbroek is geen probleem. Laat uw sieraden thuis. Metalen in het lichaam (pacemakers, gewrichtsprothesen, enzovoort) zijn geen probleem bij dit onderzoek.

Verschoning bij incontinentie of stoma

Bent u incontinent of heeft u een stoma? Neem dan voldoende verschoningen mee.

Bent u zwanger of zou u dit kunnen zijn? Of geeft u borstvoeding?

Geef dit dan door aan uw arts, deze zal dit met u bespreken. Na het toedienen van de radioactieve vloeistof moet de borstvoeding afgekolfd worden en 12 uur apart gehouden worden. Na deze 12 uur kunt u deze afgekolfde voeding veilig geven. Laat iemand anders gedurende de 12 uur uw baby voeding geven uit een flesje. Daarna mag u zelf weer borstvoeding geven. Heeft u nog vragen, dan kunt u deze ook stellen aan de laborant tijdens het onderzoek.

Diagnostische CT-scan

Na de PET FDG scan krijgt u nog een gedetaillerde CT-scan. Hierbij krijgt u een jodiumhoudend contrastmiddel toegediend via het infuus. Dit kan enkele minuten een warm gevoel geven in uw hoofd en buik geven, wat prikkelingen in uw keel en u kunt het gevoel hebben dat u moet plassen. Vertel het aan de laborant wanneer u dit merkt. Na dit onderzoek controleer de laborant uw lichaam op mogelijke bijwerkingen van het contrastmiddel en wordt het infuus verwijderd.

Voorbereiding bronchoscopie (dag 2)

Diabetes

  • Heeft u diabetes mellitus (suikerziekte)? Dan heeft de secretaresse een folder voor u over de speciale maatregelen die u moet nemen ter voorbereiding op het onderzoek.

'Diabetes en nuchter zijn, advies voor mensen die insuline gebruiken'

'Diabetes en nuchter zijn, advies voor mensen die bloedsuikerverlagende tabletten gebruiken'.

Bloedverdunnende medicijnen

  • Gebruikt u bloedverdunners, zoals Fenprocoumon (Marcoumar®) of Acenocoumarol(Sintrommitis®)? Dan heeft u meer kans op een bloeding. In overleg met de trombosedienst moet u met deze medicijnen stoppen. Voor het onderzoek prikken we nog bloed om de stollingswaarde te bepalen.
  • Als u Plavix® gebruikt dan moet u hiermee 1 week van tevoren stoppen, in overleg met uw behandelend longarts.
  • Acetylsalicylzuur (Ascal®) mag u meestal wel gewoon blijven gebruiken.
  • Voor andere bloedverdunners hangt de tijd dat u moet stoppen af van meerdere zaken. De arts vertelt u wanneer u moet stoppen met de bloedverdunners.

Nuchter zijn

Voor het onderzoek of behandeling mag u vanaf een bepaald tijdstip niets meer eten en drinken.

Het is heel belangrijk dat u zich houdt aan de instructies van de behandelend specialist en aan de volgende regels:

Vanaf 6 uur voor het tijdstip van opname:

  • U mag niets meer eten (ook geen kauwgom of snoepjes).
  • U mag nog wel drinken: water.

Vanaf 2 uur voor het tijdstip van opname:

U mag niets meer eten en drinken (ook geen kauwgom of snoepjes).

Als u plastabletten of bloedverdunners gebruikt, krijgt u uitleg over het innemen van uw medicijnen. Hetzelfde geldt als u diabetespatiënt bent.

Longfunctieonderzoek

Een longfunctieonderzoek geeft uw longarts informatie over de werking van uw longen en luchtwegen. Het onderzoek bestaat uit 2 delen. Met longfunctieapparatuur meten we de vernauwing in de luchtwegen (flow volume curve) en de zuurstofopname door de longen (co-diffusie). De onderzoeken worden door de longfunctieanalist gedaan.

Patiënt krijgt een longfunctieonderzoek

Waar meldt u zich?

U meldt zich bij de Longfunctieafdeling, gebouw C, verdieping 1, ontvangst 4.

Tijdens het onderzoek

De longfunctieanalist legt u uit wat er gaat gebeuren en wat we van u verwachten. Het onderzoek gaat als volgt:

  • U neemt plaats op een stoel.
  • U neemt een mondstuk, dat verbonden is met het longfunctieapparaat, in uw mond. Op uw neus krijgt u een klemmetje.
  • De longfunctieanalist vraagt u een aantal ademhalingstesten te doen. Hij/zij spoort u aan om uw uiterste best te doen. Dit is belangrijk om een duidelijk beeld te krijgen van uw longfunctie.
  • Soms krijgt u medicijnen om te kijken of deze effect hebben op uw longfunctie. Na de inwerktijd van deze medicijnen herhalen we een gedeelte van het onderzoek.

Het onderzoek duurt meestal 20 tot 30 minuten.

FDG-PET onderzoek met een diagnostische CT-scan en contrastmiddel

Nadat u bij de longarts bent geweest, krijgt u de FDG PET CT-scan. Een PET-scanner brengt de suikercelstofwisseling in beeld, met behulp van een radioactieve vloeistof en bepaalt nauwkeurig de plaats. Met dit onderzoek kan ook in de gaten gehouden worden wat het resultaat is van uw behandeling.

LET OP!

  • U moet zich voor dit onderzoek voorbereiden. Lees daarom deze informatie minstens 2 DAGEN vóór het onderzoek goed door!
  • We vragen u om 10 minuten voor de afspraaktijd aanwezig te zijn in verband met de bruikbaarheid van de radioactieve stof.

Waar meldt u zich?

U meldt zich bij de aanmeldzuil op afdeling Nucleaire Geneeskunde, gebouw C, verdieping 0, ontvangst 3. Volg de instructies op het scherm en ga naar het toilet. Neem hierna plaats in de wachtruimte.

Tijdens het onderzoek

  • De laborant haalt u op uit de wachtruimte. In een voorbereidingskamer komt u in een comfortabele stoel zitten. U krijgt extra informatie over het onderzoek, uw bloedsuiker wordt gemeten en u krijgt een injectie met een radioactieve vloeistof via een infuus. Het infuus blijft in het bloedvat zitten, voor het toedienen van een contrastmiddel tijdens het CT-onderzoek.
  • De radioactieve vloeistof moet 1 uur inwerken. U moet dit uur zo ontspannen mogelijk blijven liggen. U mag bijvoorbeeld niet lezen of puzzelen. U kunt ook geen familielid of begeleider meenemen tijdens het onderzoek. Wij kunnen u wel radiomuziek aanbieden. U mag ook zelf muziek luisteren via uw telefoon of ander eigen apparaat.
  • Vlak voor de scan vragen we u goed uit te plassen. Alle kleding zonder metalen onderdelen kunt u aanhouden. Ook schoenen mogen vaak aanblijven. Metalen hulpmiddelen als bril, gehoorapparaten en gebitsprotheses moet u uit doen.
  • Tijdens het maken van de scan ligt u op uw rug op een smal bed, met de armen boven het hoofd. Er wordt eerst een CT-scan van enkele minuten gemaakt. Vervolgens wordt in dezelfde houding een PET-scan gemaakt die ongeveer 30 minuten duurt. Tijdens beide scans schuift u enkele keren door het apparaat heen en weer. Het is belangrijk dat u gedurende het hele onderzoek zo stil mogelijk blijft liggen.
  • Na de PET-scan volgt een gedetailleerde CT-scan. Hierbij krijgt u een jodiumhoudend contrastmiddel toegediend via het infuus. Dit kan enkele minuten een warm gevoel in het hoofd en de buik geven, wat prikkelingen in de keel en het gevoel te moeten plassen. Vertel het aan de laborant wanneer u dit merkt. Na dit onderzoek controleer de laborant uw lichaam op mogelijke bijwerkingen van het contrastmiddel en wordt het infuus verwijderd.
Patiënt krijgt een PET-CT scan

De laborant houdt u tijdens het onderzoek in de gaten via camera’s. Via een intercom kan de laborant met u praten. Het apparaat maakt tijdens het scannen weinig geluid. Omdat er geen metalen onderdelen bij het apparaat mogen komen, is het luisteren van muziek tijdens de scan niet mogelijk.

Het onderstaande filmpje geeft een algemene uitleg over een PET onderzoek. Let op! U moet zich thuis goed voorbereiden op dit onderzoek. Lees daarom de informatie onder het kopje ‘voorbereiding’ goed door. Bekijk ook het filmpje:

Indiveo video

Wat gebeurt er na het onderzoek?

Na afloop mag u alles eten en drinken wat u wenst. Het advies is om vandaag extra te drinken en na het toiletbezoek extra goed uw handen te wassen. Als u voor dit onderzoek gestopt was met het nemen van medicijnen, mag u deze nu weer innemen zoals u gewend bent, op de gewone tijden. De medicijnen voor diabetes moet weer gaan innemen volgens de instructie die u heeft gekregen.

Bronchoscopie

Vandaag krijgt u een bronchoscopie. Dit is een onderzoek waarbij de longarts met een bronchoscoop uw luchtwegen (bronchiën) bekijkt. Een bronchoscoop is een dunne buigzame slang. Aan het uiteinde zit een kleine camera met een lampje. De longarts brengt de bronchoscoop via uw mond of neus en daarna via uw keel in de luchtpijp en de bronchiën. Op deze manier kan de longarts het slijmvlies aan de binnenkant van uw luchtwegen bekijken. Ook kan de arts via de scoop stukjes weefsel (biopten) weghalen en slijm afzuigen. Slijm en biopten gaan naar het laboratorium voor onderzoek.

Waar meldt u zich?

  • U meldt zich op de Longbehandelkamer (Endoscopieafdeling), gebouw B, verdieping 1, ontvangst 5.
  • Als u wordt opgenomen op de Dagbehandeling, dan meldt u zich bij de Infobalie van het ziekenhuis. De medewerker van de Infobalie wijst u verder naar de juiste afdeling.

Verdoven van de keel

Op de Longbehandelkamer neemt u plaats op een stoel. De verpleegkundige verdooft uw keel en eventueel uw neus met een verdovingsspray. Dit is nodig om de kokhalsreflex weg te nemen. De verdovingsspray heeft een bittere smaak en geeft u een gevoelloze keel. Het slikken gaat nu moeilijker. Na de verdovingsspray druppelt de arts ook nog een verdovingsvloeistof op de stembanden. Dit kan een hoestprikkel veroorzaken die na korte tijd weer verdwijnt.

Patiënt krijgt onderzoek: bronchoscopie

Tijdens het onderzoek

  • Tijdens de bronchoscopie ligt u op een onderzoekstafel. De longarts en verpleegkundige leggen u precies uit wat er gaat gebeuren. Het onderzoek doet geen pijn.
  • Gebeurt het onderzoek via de mond, dan krijgt u een plastic ring tussen uw tanden. Dit is bedoeld om de kwetsbare bronchoscoop te beschermen.
  • Tijdens het onderzoek houden we het zuurstofgehalte in het bloed en uw hartritme in de gaten. Dit gebeurt via een knijpertje aan de vinger. Via uw neus krijgt u extra zuurstof binnen. U kunt tijdens het onderzoek gewoon ademhalen. Als het nodig is kan de longarts via de bronchoscoop slijm wegzuigen.
Inbrengen bronchoscoop
  • De longarts brengt voorzichtig de bronchoscoop via uw neus of mond en keel in uw luchtwegen. Via de camera met lampje aan het eind van de scoop kan de arts de binnenkant van de luchtpijp en de vertakkingen ervan bekijken.
  • Soms druppelt de arts tijdens het onderzoek extra verdovingsvloeistof in uw long. De arts zuigt dit ook meteen weer op. Dit kan een vervelend gevoel geven. Door op uw ademhaling te letten, verdwijnt dit vervelende gevoel weer. Als u moet hoesten wordt dit ook weer minder.

Het onderzoek duurt ongeveer 30 minuten.

Wat gebeurt er na het onderzoek?

  • Na het onderzoek kunt u meestal meteen naar huis, tenzij de arts anders beslist
  • Direct na het onderzoek kunt u last hebben van veel meer speeksel dan normaal.
  • Na ongeveer 1 uur is de keelverdoving uitgewerkt. Daarna mag u pas weer eten en drinken.
  • Als er stukjes weefsel weggenomen zijn, kan het gebeuren dat u wat bloed ophoest. Dit is normaal en verdwijnt vanzelf binnen 1 of 2 dagen.

Wat moet u doen bij problemen thuis?

Heeft u vóór uw controleafspraak problemen die te maken hebben met het onderzoek, zoals ernstige benauwdheid, hoge koorts, veel bloed ophoesten en pijn bij ademhaling, dan belt u het ziekenhuis.

  • Tijdens kantoortijden belt u naar de polikliniek Longgeneeskunde, telefoonnummer (073) 553 24 63.
  • In dringende gevallen buiten kantoortijden belt u naar de afdeling Spoedeisende Hulp, telefoonnummer (073) 553 27 00.

Bij vragen of problemen ná uw 1e controleafspraak belt u uw huisarts.

Heeft u geen controleafspraak in het ziekenhuis? Dan belt u met het ziekenhuis bij problemen in de eerste 10 dagen na de operatie. Ná 10 dagen belt u met uw huisarts.

Vandaag zijn er geen onderzoeken voor u gepland.

De afgelopen 2 dagen heeft u een aantal onderzoeken gehad. Nu moet u wachten op de uitslag. Dit kunnen spannende dagen voor u zijn. Heeft u behoefte aan een gesprek of heeft u vragen? Dan mag u altijd bellen naar de verpleegkundig specialist. U kunt de verpleegkundig specialist bereiken via de polikliniek Longgeneeskunde, telefoonnummer (073) 553 24 63.

Vandaag heeft u een afspraak met de longarts en mogelijk ook met de verpleegkundig specialist over de uitslagen van de onderzoeken.

  • Houdt u er rekening mee dat het vaak nodig is dat de patholoog nog uitgebreider kijkt naar het weefsel dat is weggenomen tijdens de bronchoscopie. Dit kan meerdere werkdagen duren. De uitslag kan dus een voorlopige uitslag zijn.
  • Daarnaast is het vaak nodig om extra onderzoeken te doen voordat we kunnen starten met een behandeling. De longarts geeft u hier verdere uitleg over.
  • Wij adviseren u om samen met 1 of meerdere familieleden of een goede vriend naar deze afspraak te komen. Tijdens het gesprek wordt een plan gemaakt voor verdere behandeling of aanvullende onderzoeken.
  • Heeft u vragen over de longfunctieonderzoeken of bronchoscopie? Dan kunt u bellen naar de polikliniek Longgeneeskunde, telefoonnummer: (073) 553 24 63. Zij zijn op werkdagen tussen 08.30 en 17.00 uur te bereiken.
  • Heeft u vragen over de PET CT-scan of over de voorbereidingen daarvan? Dan kunt u bellen naar de afdeling Nucleaire Geneeskunde, telefoonnummer: (073) 553 26 90.

Print deze vragenlijst en neem deze ingevuld mee naar het onderzoek

1. Heeft u momenteel infecties of ontstekingen?

    0 Nee          0 Ja  -> Waar en sinds wanneer?    

 

2. Heeft u in de afgelopen 3 maanden een operatie gehad?

    0 Nee           0 Ja ->  Waaraan bent u geopereerd en wanneer?

   

3. Zijn er in de afgelopen 3 maanden stukjes weefsel of cellen bij u weggehaald, om te onderzoeken (punctie, biopt, scopie)? 

    0 Nee          0 Ja  -> Waarvan en wanneer?

   

4. Heeft u ooit chemotherapie gehad? 

    0 Nee          0 Ja -> Waarvoor en wat is de datum van de laatste behandeling? Bij minder dan 10 dagen geleden: neem contact op met de afdeling Nucleaire Geneeskunde)

 

5. Heeft u ooit een bestraling (radiotherapie) ondergaan bij de behandeling van kanker?

    0 Nee          0 Ja -> Wat is er bestraald en wat is de datum van de laatste behandeling?

 

6. Gebruikt u één van de volgende medicijnen? 

    Prednison    /    Methotrexaat    /    Epo    /    G-CSF   /    Metformine    /   Insuline  

 

7. Heeft u ná de PET-scan, op dezelfde dag andere onderzoeken of afspraken gepland? 

    0 Nee          0 Ja-> Wat voor onderzoek of afspraak heeft u?

 

8. Heeft u recent een vaccinatie, prik of booster gehad? (Bijvoorbeeld: griepprik, corona e.d.)

    0 Nee          0 Ja  -> Datum: 

    Welke arm: Links / Rechts

 

9a. Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen?

    0 Nee          0 Ja  -> (U hoeft hierover geen contact op te nemen).

9b. Heeft u last van bloedings- of stollingsproblemen? 

    0 Nee          0 Ja  -> Neem contact op met de afdeling Nucleaire Geneeskunde.   

 

10. Indien van toepassing: heeft u op dit moment uw menstruatie? 

      0 Nee          0 Ja   

 

11. Wanneer krijgt u de uitslag van dit onderzoek:      Datum:                              Tijd: