Alle vrouwen van 50 tot 75 jaar krijgen elke twee tot drie jaar een uitnodiging voor een mammografie in het bevolkingsonderzoek borstkanker. Dit onderzoek helpt om tumoren vroeg te ontdekken. Maar voor ongeveer één op de twaalf vrouwen werkt een mammografie minder goed. Deze vrouwen hebben vooral melkklier- en bindweefsel in hun borsten en weinig vetweefsel. Hierdoor zijn tumoren minder goed zichtbaar op een mammografie. Dat is een probleem, want vrouwen met zeer dicht borstweefsel hebben een hoger risico op borstkanker.
Uit eerdere studies (zoals DENSE-1) blijkt dat een extra MRI-scan bij vrouwen met zeer dicht borstklierweefsel helpt om borstkanker sneller op te sporen en in een vroeger stadium te ontdekken. Dit maakt de kans op succesvolle behandeling groter. Een volledig MRI-onderzoek vraagt echter veel inzet van zowel apparatuur als personeel. Met de DENSE-2 studie onderzoeken we of een verkort MRI-onderzoek of een mammografie met contrast ook goed werken om tumoren te vinden bij dicht borstklierweefsel. Dit zijn goedkopere en snellere technieken.