Interferon is een lichaamseigen eiwit. Dit eiwit speelt een belangrijke rol in het afweersysteem. Bij het gebruik van dit medicijn worden precies dezelfde bestanddelen ingespoten, als het interferon dat in uw lichaam voorkomt. Hierdoor worden de ontstekingsreacties bij MS afgeremd.

Voordat u start met interferon wordt er bloedonderzoek gedaan. U kunt bloed laten prikken in het Jeroen Bosch Ziekenhuis of bij een van de prikposten. De uitslagen worden naar het MS-behandelcentrum gefaxt.

• U krijgt interferon in de vorm van een injectie. Deze injectie wordt vlak onder de huid geprikt. Dit geldt niet voor Avonex®, dit medicijn wordt in de spier gespoten.
• Er zijn 4 verschillende interferon injecties: Rebif®, Plegridy®, Betaferon® en Avonex®. Elke injectie heeft dezelfde werking, maar ieder medicijn heeft een andere tijd tussen het toedienen van de injecties.
• De eerste keer dat u de injectie krijgt, begeleidt een instructieverpleegkundige u. Deze verpleegkundige komt bij u thuis, en regelt bijvoorbeeld ook de prikpen en het medicijn.
• Het advies is om voor elke injectie een andere prikplaats te kiezen. Dit verkleint de kans op irritatie of pijn van de prikplaats. U mag het medicijn in uw armen, buik, heupen en dijen spuiten.

Rebif

• U spuit Rebif 3 keer per week, met een tussentijd van minstens 48 uur.
• Het is het beste als u het medicijn elke week op dezelfde dagen spuit.
• U bouwt de dosis Rebif langzaam op, zodat uw lichaam kan wennen aan het medicijn. Het opbouwen gebeurt in overleg met de instructieverpleegkundige.

Plegridy

U spuit Plegridy om de 14 dagen. Ook deze dosis wordt langzaam opgebouwd, zodat uw lichaam kan wennen aan het medicijn.

Betaferon

U spuit Betaferon om de dag.

Avonex

U spuit Avonex 1 keer per week. Het is het beste als u het medicijn elke week op dezelfde dag en hetzelfde tijdstip spuit.

Levering

Dit medicijn wordt geleverd door de Jeroen Bosch Apotheek. Het MS-expertisecentrum zorgt ervoor dat de apotheek het recept ontvangt. Een apothekersassistent neemt contact met u op om de levering van de medicatie af te spreken. Daarnaast neemt de apothekersassistent met u de belangrijkste informatie over het gebruik met u door.

Geneesmiddelen en milieu

• Bestel niet meer medicijnen dan u denkt nodig te hebben.
• Spoel medicijnen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak.
• Lever oude medicijnen in bij de apotheek als u ze niet meer gebruikt. Als u medicijnen op de juiste manier afvoert, worden ze op een verantwoorde manier vernietigd en komen ze niet in het milieu terecht.

Betrouwbare informatie over medicijnen nodig?

Kijk hiervoor op www.apotheek.nl

Wij controleren regelmatig of deze informatie nog actueel is. Maar de ontwikkelingen op het gebied van medicijnen gaan heel snel. Soms is bepaalde informatie mogelijk toch al weer achterhaald of verouderd. Als u hierover vragen heeft stel deze dan aan de MS-verpleegkundige.

• 1 week na het starten met interferon heeft u een afspraak met de MS-verpleegkundige.
• Na 1 maand heeft u weer een controle bij de MS-verpleegkundige.
• Na 3 maanden heeft u een afspraak met de neuroloog om de behandeling en mogelijke bijwerkingen te bespreken.
• Na 6 maanden krijgt u een MRI-scan van de hersenen. Er wordt dan ook een controleafspraak gepland bij de neuroloog om de uitslag van de MRI-scan te bespreken.
• Daarna wordt er meestal iedere 6 maanden een afspraak voor u gemaakt. Dit gebeurt vaak om en om bij de MS-verpleegkundige en de neuroloog.
• De eerste jaren krijgt u ieder jaar een MRI-scan van de hersenen.

Deze afspraken plannen we in overleg met u. Er kan zeker van dit tijdpad worden afgeweken, bijvoorbeeld als er bijwerkingen of nieuwe klachten zijn.

Controle van uw bloed

De controles van uw bloed zijn belangrijk voor een veilig gebruik van interferon. Als u meerdere keren uw bloed niet laat controleren, dan kan de arts het voorschrijven van interferon (tijdelijk) stopzetten.

• Uw bloed wordt elke 6 maanden na de start van de behandeling gecontroleerd.
• Na 1 tot 2 jaar bepalen we de neutraliserende antistoffen in uw bloed. Soms maakt het lichaam antistoffen aan tegen het medicijn, waardoor de werking wordt geblokkeerd.

Zoals bij elk medicijn kan interferon bijwerkingen geven. Niet iedereen heeft daar last van. De meest voorkomende bijwerkingen zijn:

• Griepachtige verschijnselen, zoals hoofdpijn, spierpijn, koude rillingen of koorts.
• Huidreacties op de prikplaats, zoals roodheid, jeuk of pijn.

De bijwerkingen verdwijnen meestal vanzelf weer. Soms is het nodig om de behandeling met interferon stop te zetten vanwege de bijwerkingen. Heeft u last van bijwerkingen, neem dan contact op met de MS-verpleegkundige of de instructieverpleegkundige.

• Het gebruik van interferon tijdens de zwangerschap lijkt geen nadelige effecten te hebben op de ontwikkeling van het kind in het eerste trimester. In het tweede en derde trimester zijn de gegevens beperkt.
• U kunt interferon in ieder geval blijven gebruiken tot u zwanger bent.
• De neuroloog kan er soms voor kiezen om interferon te blijven gebruiken tijdens de zwangerschap. Dit gebeurt altijd in overleg met u.
• Heeft u een zwangerschapswens? Neem dan contact op met de MS-verpleegkundige voor overleg over stoppen van interferon en verdere begeleiding.
• Er wordt bij gebruik van interferon geen effect op de vruchtbaarheid van zowel mannen als vrouwen verwacht.

Borstvoeding kan waarschijnlijk veilig worden gegeven tijdens gebruik van interferon.