U krijgt een intra-uteriene inseminatie als:

• De uitslag van het zaadonderzoek niet goed is.
• Bij onduidelijke reden over waarom er geen zwangerschap optreedt.

Bij onbegrepen minder vruchtbaarheid of als het zaadonderzoek niet goed is, krijgt u hormonen via injecties Gonal-F. Deze hormonen stimuleren de rijping van het eitje. De bedoeling is om 2 eiblaasjes te laten rijpen. Dit noemen we een ‘milde hyperstimulatie’. Dit vergroot de kans op een zwangerschap. Meer informatie leest u bij opwekken van de eisprong met medicijnen. 

Doordat we de eiblaasjes stimuleren, is er wel een kleine kans op een meerlingzwangerschap. Zeker wanneer er 2 of 3 eiblaasjes aanwezig zijn. Bij meer dan 2 eiblaasjes is het risico te groot en gaat de behandeling niet door. U mag dan ook in de week van de eisprong niet onbeschermd seks hebben.

De kans op een zwangerschap is het hoogst als de inseminatie vlak vóór de eisprong gebeurt. De arts of verpleegkundige kijkt met een echoscopie wanneer ongeveer de eisprong is. Inseminaties gebeuren van maandag tot en met zaterdag op Centrum Voortplantingsgeneeskunde.

Echoscopie en Ovitrelle

De eerste afspraak is een aantal dagen voor de verwachte eisprong. We kunnen nu zien hoe groot de rijpende eicel is. Is de eicel ‘rijp’, dan wordt de eisprong kunstmatig opgewekt. U krijgt dan een injectie met het hormoon HCG (Ovitrelle). Dit hormoon zorgt ervoor dat er een eisprong ontstaat.

De inseminatie is meestal 1 dag na het inspuiten van de Ovitrelle. U krijgt een tijd door wanneer u de injectie moet krijgen. Dit kunt u zelf doen.

Voor de vrouw zijn geen speciale voorbereidingen nodig. De man moet op de dag van de inseminatie een zaadlozing opwekken. Dit doet u door masturbatie. U heeft hiervoor een opvangpotje en een formulier meegekregen. Het zaad mag niet ouder zijn dan 1 uur. U levert het zaadmonster in op het afgesproken tijdstip bij de balie van het Laboratorium Klinische Chemie en Hematologie, gebouw H, verdieping 0, ontvangst 2. U moet zich hier legitimeren.

Hier wordt het zaad bewerkt. De beste zaadcellen worden uit het sperma gehaald. Na 1,5 uur wordt het bewerkte zaad door de medewerker van het laboratorium naar het Centrum Voortplantingsgeneeskunde gebracht. U meldt zich hier op de afgesproken tijd.

Het blijkt dat het zogenaamd ‘sparen’ van het zaad niet goed is voor de zaadkwaliteit. Ongeveer 2 tot 3 zaadlozingen per week blijkt het beste te zijn. Verwacht u problemen met het aanleveren van het sperma, dan is het belangrijk dat u dit bespreekt met de arts. We kunnen dan kijken naar een oplossing.

Lever uw zaad op tijd in!

Het is belangrijk dat u het zaadmonster op tijd inlevert. Gebeurt dat niet, dan kan het die dag niet meer verwerkt worden. De inseminatie kan dan niet doorgaan.

De verpleegkundige Voortplantingsgeneeskunde brengt via een spreider, een dun slangetje in de baarmoedermond. Vervolgens spuit ze het zaad in de baarmoeder. U mag na de inseminatie gewoon alles doen! Er is geen bezwaar om kort na de inseminatie seks te hebben.

Is de inseminatie op zaterdag of op een feestdag?

U levert op de afgesproken tijd het zaadmonster in bij het laboratorium. Daar haalt u na 1,5 uur zelf het bewerkte zaad weer op. Neemt u hiervoor uw geldig legitimatiebewijs mee. Het bewerkte zaad neemt u mee naar de Spoedafdeling Gynaecologie en Verloskunde, A5 Noord (gebouw A, verdieping 5). U kunt zich daar melden. 

De medewerker van het laboratorium belt naar de arts die de inseminatie doet. Het kan zijn dat u even moet wachten. Dit is niet schadelijk voor de kwaliteit van het zaad. Het bewerkte zaad is meerdere uren houdbaar bij kamertemperatuur.

Na 3 inseminatiebehandelingen krijgt u een evaluatiegesprek. 

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Dan kunt u bellen naar het Centrum Voortplantingsgeneeskunde, telefoonnummer: (073) 553 8660.