Een operatie heeft altijd risico’s. Deze zijn in dit geval zeer zeldzaam maar wel belangrijk voor u om te weten. Het is niet mogelijk alle zeldzame complicaties te beschrijven. Hieronder vindt u een opsomming van mogelijke bijwerkingen die u kunt verwachten na een operatie.
Overcorrectie, ondercorrectie en een afwijkende vorm.
Bij ongeveer 15% van de patiënten bestaat er na de operatie een ondercorrectie (het ooglid staat nog steeds te laag), of overcorrectie (het ooglid staat te hoog). Ook kan de vorm van het ooglid afwijkend zijn. Dit komt doordat door bloedingen en verdovingsvloeistof de positie en vorm van het ooglid tijdens de operatie niet altijd goed te beoordelen zijn. Nieuwe operaties zijn dan nodig en niet zeldzaam. Soms is het resultaat pas goed na meerdere operaties. Een toenemend probleem hierbij is dat de zorgverzekeraars nieuwe operaties steeds vaker niet vergoeden.
Bovenlidoedeem, ongevoeligheid van het ooglid, littekens
Een operatie van het bovenooglid veroorzaakt tijdelijke verslechtering van de lymfeafvoer. Hierdoor krijgt u een dikkere ooglidrand. Dit verdwijnt geleidelijk, maar het duurt vaak enige maanden voordat het ooglid volledig normaal is. Dit geldt ook voor het gevoel in het bovenlid. Tijdens de operatie snijden we de zenuwen in de huid door, waardoor de huid juist boven de lidrand ongevoelig wordt. Ook dit herstelt zich in de loop van enige maanden.
Overschot aan huid
Bij de ptosisoperatie moeten we soms overtollige huid verwijderen. Omdat we dit tegelijkertijd doen met het hoger plaatsen van het ooglid, is het resultaat wat minder nauwkeurig voorspelbaar. Soms kan het dan ook nodig zijn later nog wat huid te verwijderen.
Het bovenooglid van het andere oog gaat hangen
Bij patiënten met één hangend ooglid gaat in 10% van de gevallen na de operatie het andere bovenooglid hangen. De verklaring hiervoor is dat de spieren in beide bovenoogleden samen worden aangestuurd vanuit de hersenen. Wanneer één ooglid hangt, gaan de spieren in beide bovenoogleden harder werken. Hierdoor ziet u niet dat uw andere ooglid ook al hangt. In dit geval kan na de operatie aan een kant het andere ooglid gaan hangen. Wanneer dat gebeurt moet dit ooglid later ook worden geopereerd.
Irritatie van het oog
In zeldzame gevallen komt het voor dat uw oog na de operatie een tijdlang geïrriteerd is. Dit kan meerdere oorzaken hebben. Allereerst moet het oog soms wennen aan het feit dat het wijder openstaat en daardoor meer uitdroogt. Dit kan ook gebeuren wanneer uw traanfilm niet goed is of wanneer u niet voldoende tranen produceert. Soms kan het nodig zijn enige of langere tijd kunsttranen te gebruiken.
Vermindering van het zien
Recent onderzoek heeft aangetoond dat de vorm van het hoornvlies een beetje kan veranderen na correctie van een hangend ooglid. Hierdoor moet de sterkte van uw bril of contactlens worden aangepast. Dit komt overigens zelden voor en de verandering van de brilsterkte is heel klein.