• Het belangrijkste advies is: eet rustig en met aandacht.
• Zit rechtop tijdens en na de maaltijd. Na de maaltijd kunt u het beste nog een tijdje rechtop blijven zitten. Hierdoor zakt het eten beter.
• Kauw uw voeding 2 keer zo lang als normaal en eet bewust.
• Eet meerdere keren per dag een kleine maaltijd.
• Neem altijd wat te drinken bij de maaltijd. Neemt u vers vruchtensap, pers dan sinaasappelen en grapefruits altijd uit en zeef daarna het sap. U kunt ook een koolzuurhoudende drank nemen.
• Gebruik na elke maaltijd 1 glas drinken om de stent ‘schoon’ te spoelen.
• Zorg dat uw voeding smeuïg is. Gebruik voldoende saus of jus en drink voldoende bij de broodmaaltijd.
• Weeg u regelmatig. U weet dan of u voldoende voeding binnen krijgt.

Als u een slecht gebit heeft, geen gebit draagt, of een slecht zittende gebitsprothese heeft, kunt u uw voedsel niet fijn genoeg kauwen om het gemakkelijk uw slokdarm te laten passeren. In dat geval moet al uw voedsel gemalen of vloeibaar zijn. Fijnsnijden van het voedsel is niet voldoende.

• Als u zuurbranden of oprispingen heeft, is het verstandig om 1 tot 1.5 uur voordat u gaat slapen niet meer te eten. Als de stent in de maag uitkomt, heeft u van uw arts waarschijnlijk een zuurremmend medicijn gekregen.
• Het opboeren van lucht kan een gevoel van opluchting geven. Dit gaat niet altijd gemakkelijk. Koolzuurhoudende dranken of (alcoholvrij) bier kunnen ervoor zorgen dat u gaat boeren.
• Bij een geïrriteerde slokdarm is het beter om zure producten, zoals jus d’orange, scherp gekruide gerechten en erg zoute en/of zoete voedingsmiddelen te vermijden. Gebruik voedingsmiddelen zoveel mogelijk op kamertemperatuur.

Wees voorzichtig met voedingsmiddelen die de stent kunnen verstoppen, bijvoorbeeld:

• Vis met visgraten.
• Draderig vlees, zoals stoofvlees en sucadelapjes.
• Draderige vleeswaren, zoals rosbief, rookvlees en fricandeau. Snijd deze vleeswaren altijd eerst klein voordat u ze op een boterham doet. Eet er geen rolletjes van.
• Harde korsten van bijvoorbeeld brood of gebakken vis.
• Grote stukken rauwe groente, zoals wortel, bloemkoolroosjes, bleekselderij, radijs en hard fruit, zoals een appel.
• Vezelige groente, zoals zuurkool, snijbonen, asperges, taugé, bleekselderij, champignons, rabarber en vezelig fruit, zoals sinaasappel, mandarijn, grapefruit, ananas.
• Peulvruchten, zoals bruine bonen en kapucijners.
• Wees voorzichtig met zuurtjes, drop, toffees en noten. U kunt zich hierin verslikken.
• Kleffe voedingsmiddelen, zoals (vers) witbrood, witte bolletjes, ontbijtkoek of pannenkoeken die niet goed gaar zijn.

Heeft u het gevoel dat er een verstopping is veroorzaakt door een bepaald voedingsmiddel? Neemt u dan contact op met het ziekenhuis, telefoonnummer (073) 553 20 20. Vraag naar uw eigen arts of de dienstdoende internist.

Neemt u dan contact op met het secretariaat van de afdeling Diëtetiek, telefoonnummer (073) 553 20 19. Zij kunnen zo nodig een afspraak met u maken voor een gesprek met de diëtist.

Heeft u tijdens uw opname al een diëtist gesproken? Geeft u dan als u belt uw naam, geboortedatum en telefoonnummer door. De diëtist waar u al eerder mee gesproken heeft, belt u dan zo snel mogelijk terug.