Headerafbeelding
Wachtkamer polikliniek cardiologie
Onderzoek

Coronaire functietest en spasmeprovocatietest

Bij een coronaire functietest onderzoekt de cardioloog de werking van de kleine bloedvaten van het hart. Met een spasmeprovocatietest kan de arts nagaan of er sprake is van een spasme (kramp) van de kransslagader.

Pijn op de borst (angina pectoris) is vaak het gevolg van vernauwingen van de kransslagaders. Bij een hartkatheterisatie onderzoekt de cardioloog de kransslagaders. Het kan zijn dat bij dit onderzoek géén ernstige vernauwingen gevonden worden en de kransslagaders zelfs helemaal normaal lijken.

De cardioloog kan dan beslissen om een coronaire functietest en/of spasmeprovocatietest uit te voeren. Hiermee onderzoekt de cardioloog of de klachten komen door een verminderde werking van de kleine bloedvaten van het hart, of door een spasme (kramp) van de kransslagader. Meer hierover leest u in de folder Het vrouwenhart.

Lees meer

Waarom een coronaire functietest en spasmeprovocatietest? 

De kleine bloedvaten (haarvaten) van het hart zijn niet zichtbaar tijdens een hartkatheterisatie. Deze bloedvaten regelen voor een groot deel de bloedstroom naar de hartspier. Om de werking van deze kleine bloedvaten te beoordelen, onderzoekt de cardioloog:

  • de snelheid van de bloedstroom
  • de weerstand die de kleine bloedvaten geven

Het doel van deze testen is vooral om een verklaring te vinden voor uw klachten. Ook is het na het onderzoek mogelijk om betere behandeling op maat te geven. Het kan bijvoorbeeld nodig zijn om uw medicijnen in een hogere dosis voor te schrijven. 

Hoe verloopt het onderzoek?

Hier vindt u alle belangrijke informatie over het onderzoek.

Praktische tips

Wat neemt u mee bij een (dag)opname?

Als u voor een (dag)opname naar het ziekenhuis komt, neem dan uw geldig identiteitsbewijs mee. En ook de medicijnen die u thuis gebruikt. Lees goed de folder 'Voorbereiding op een (dag)opname'. Hierin staat een lijstje van zaken die u moet meenemen bij een (dag)opname. 

Bekijk uw zorgverzekering

Controleer zelf vóór een afspraak in het JBZ of uw zorg wordt vergoed:

  • Bekijk hier met welke zorgverzekeraars het JBZ een contract heeft.
  • Het hangt ook af van uw polis of uw zorgverzekeraar alle zorg volledig vergoedt.
  • Onze zorg valt voor volwassenen onder het wettelijk eigen risico. Dit betekent dat u ieder jaar eerst een bedrag zelf moet betalen, voordat uw zorgverzekeraar kosten gaat vergoeden. 

MijnJBZ

Via MijnJBZ kunt u zelf een deel van uw persoonlijke en medische gegevens inzien die in het JBZ over u bekend zijn. Zie ook: Wat kan ik in MijnJBZ zien? 

Gegevens delen

Wilt u dat zorgverleners buiten het Jeroen Bosch Ziekenhuis uw medische gegevens kunnen inzien? Dan moet u het JBZ toestemming geven om uw gegevens beschikbaar te stellen.

Opleidingsziekenhuis

In het JBZ leiden we verpleegkundigen, coassis­tenten, artsen en andere zorgverleners op. Dit betekent dat bij uw afspraak soms meerdere zorgverleners aanwezig zijn. En het kan zijn dat u onderzocht of behan­deld wordt door een zorgverlener in opleiding. Deze zorgverlener werkt altijd onder supervisie van een gekwali­ficeerde zorgverlener.

Code CAR-851
Laatste revisie: 26 augustus 2024 - 12:24
Hoe verloopt het onderzoek?

Coronaire functietest en spasmeprovocatietest

Stoppen met sommige medicijnen

Het is belangrijk om medicijnen die invloed hebben op de bloedvatwerking, tenminste 3 dagen voor het onderzoek te stoppen. In de afsprakenbrief kunt u vinden of dit voor u van toepassing is en om welke medicijnen het gaat.

Wat neemt u mee naar het onderzoek?

  • Als u medicijnen gebruikt, breng deze dan voor 24 uur mee.
  • Iets te lezen.

Kledingvoorschrift

U mag uw eigen gemakkelijk zittende kleding dragen tijdens het onderzoek. Belangrijk hierbij is dat u:

  • de kleding makkelijk aan en uit kunt doen, zoals een sport- of pyjamabroek en een t-shirt met korte mouwen;
  • wasmachine-schone kleding draagt;
  • geen BH draagt;
  • op uw bovenlichaam geen kleding draagt waar ijzer in verwerkt zit;
  • geen sieraden of piercings draagt.

Waar moet u verder op letten?

  • U mag vanaf 24.00 uur geen producten meer eten of drinken waar cafeïne in zit, zoals koffie, cola, energiedrank, chocola. Al het andere eten en drinken mag u gewoon nemen, ook thee.
  • Heeft u diabetes mellitus (suikerziekte)? Neem op de dag van het onderzoek gewoon uw medicijnen in zoals u gewend bent.
  • Gebruikt u acetosal/acetylsalicylzuur? Stop hier niet mee; u neemt deze gewoon in.
  • Alle andere medicijnen die u gebruikt mag u gewoon innemen, tenzij uw arts iets anders met u heeft afgesproken.
  • Wij raden u aan om de eerste nacht na het onderzoek iemand bij u thuis te hebben of om bij iemand te overnachten.
  • Verwijder nagellak of kunstnagels. Uw nagels moeten zichtbaar zijn om de doorbloeding te kunnen controleren.
  • Laat sieraden en andere waardevolle spullen thuis. Het ziekenhuis is niet aansprakelijk voor schade, verlies of diefstal van uw eigendommen.

Bekend bij de trombosedienst?

Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen via de trombosedienst? Dan staat in de oproepbrief die wij u hebben gestuurd, hoe verder te handelen. Staat hierover niets in de brief, neemt u dan contact op met het secretariaat Hartkatheterisatiekamer.

Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, gaat u voordat u wordt opgenomen eerst naar de afdeling Bloedafname.

Vervoer naar huis

Wij adviseren u dringend om niet zelf te fietsen of auto te rijden na het onderzoek. Regel daarom iemand die u naar huis kan brengen.

Resistente bacterie (BRMO)

Draagt u een resistente bacterie (bijvoorbeeld MRSA of ESBL) bij u? Dan kan dit voor uzelf en voor medepatiënten een risico geven bij een medische behandeling.

Het is daarom heel belangrijk dat u doorgeeft als u:

  • in de afgelopen 2 maanden opgenomen of behandeld bent geweest, in een buitenlandse zorginstelling;
  • in de afgelopen 2 maanden opgenomen bent geweest in een Nederlands ziekenhuis of verpleeghuis, waar een resistente bacterie aanwezig was;
  • in de afgelopen 2 maanden in een instelling voor asielzoekers heeft gewoond;
  • door uw beroep in contact komt levende varkens, vleeskalveren of vleeskuikens (bijvoorbeeld: varkens-, kalver- en pluimveehouders, veeartsen, medewerkers slachthuis);
  • woont op een bedrijf met varkens, kalveren of vleeskuikens;
  • ooit besmet bent geweest met een resistente bacterie;
  • contact heeft met iemand die een resistente bacterie bij zich draagt.

Zo nodig onderzoeken we dan of u een resistente bacterie bij u draagt of dat u een COVID-19-besmetting heeft. Als dat zo is dan nemen we in het ziekenhuis maatregelen om te voorkomen dat de bacterie of het virus zich verspreidt.

Geldt een van bovenstaande punten voor u, geef dit dan door aan de polikliniek of afdeling die het onderzoek of de behandeling met u heeft afgesproken.

Wel of niet reanimeren

Iedere patiënt op de Hartkatheterisatiekamer bij wie de ademhaling of hartfunctie in de problemen komt, wordt in principe gereanimeerd. Ook als u een verklaring heeft waarin staat dat u niet gereanimeerd wilt worden. Situaties waarin reanimatie nodig is op de Hartkatheterisatiekamer komen bijna altijd door het onderzoek of de behandeling. Het gaat dus niet om 'spontane' problemen maar om complicaties, die meestal snel en goed verholpen kunnen worden. Daarom gelden hier andere regels rondom reanimatie

Wilt u desondanks op de Hartkatheterisatiekamer niet gereanimeerd worden? Bespreekt u dit dan van tevoren met uw behandelend arts. Hiervoor kunt u bellen naar de polikliniek Cardiologie.

Waar meldt u zich?

U meldt zich bij de Infobalie van het ziekenhuis. De medewerker van de Infobalie wijst u verder naar de juiste afdeling.

Voor het onderzoek

U komt op de Hartlounge. Er mag 1 familielid of naaste aanwezig zijn deze dag. Op de afdeling heeft u een opnamegesprek met de verpleegkundige. Verder bereidt de verpleegkundige u voor op het onderzoek:

  • zij meet uw bloeddruk en temperatuur;
  • u krijgt een infuusnaald in uw arm;
  • zij bespreekt met u het Actueel Medicatie Overzicht (AMO) dat u mee moet nemen

Tijdens het onderzoek

Het onderzoek duurt ongeveer 1,5 tot 2 uur. Er zijn 3 hartkatheterisatiekamers waar we deze onderzoeken uitvoeren. Als u aan de beurt bent dan loopt u naar de onderzoekkamer en stapt u via een trapje op de onderzoektafel. Het kan zijn dat iemand die na u in de Hartlounge kwam, eerder aan de beurt is. U wordt namelijk onderzocht door de cardioloog waar u bij bent ingedeeld.

Om infectie te voorkomen nemen we speciale hygiënische maatregelen:

  • de medewerkers dragen steriele uniformen;
  • over de apparatuur liggen steriele doeken;
  • na het desinfecteren van uw lies en/of uw arm leggen we een steriel laken over u heen.

Hartkatheterisatie

Het onderzoek kan via de polsslagader of de lies worden gedaan. De cardioloog geeft u een verdovingsprik en brengt daarna een buisje in de slagader. Hierdoor heen schuift de cardioloog de katheter op. Van het opschuiven van de katheter voelt u normaal gesproken niets, dit komt omdat de bloedvaten gevoelloos zijn.

Door de speciale katheter spuit de arts een klein beetje contrastvloeistof in. Op het röntgenscherm kan de arts dan zien hoe de kransslagaders lopen, of ze vernauwd zijn en hoe ernstig die vernauwingen zijn. Tijdens het onderzoek houden we uw bloeddruk en hartslag steeds in de gaten. Bij het inspuiten van de contrastvloeistof in het hart kunt u een warm gevoel krijgen door uw hele lichaam. U kunt ook het gevoel hebben dat u moet plassen. Dit gevoel is na ongeveer vijftien seconden over. Heeft u tijdens het onderzoek klachten, zoals pijn op de borst? Zeg dit dan meteen. De arts kan u hiervoor dan eventueel medicijnen geven.

Coronaire functietest

Via de katheter brengt de cardioloog een draadje met een druk- en temperatuursensor in de kransslagader. U krijgt een injectie van zoutoplossing op kamertemperatuur. De zoutoplossing verlaagt kort de temperatuur in de kransslagader. De tijd die het kost om de temperatuursensor aan de tip van het draadje te bereiken zegt iets over de snelheid waarmee het bloed stroomt. 

Hierna meten we de snelheid van de bloedstroom tijdens het toedienen van adenosine via het infuus in de arm. Adenosine zet de bloedvaten uit waardoor de bloedstroom toeneemt. De verhouding tussen de snelheid in rust en tijdens adenosine noemen we de 'coronaire flow reserve'. Normaal gesproken moet de bloedstroom minstens verdubbelen. De coronaire flow reserve geeft ons informatie over de functie van de grote én kleine bloedvaten. Met dezelfde test bepalen we ook de weerstand in de kleine bloedvaten van het hart.

Spasmeprovocatietest

Tijdens het laatste deel van het onderzoek bekijken we of de kleine en/of grote bloedvaten onterecht in spasme (kramp) gaan. Hiervoor dienen we acetylcholine via de katheter in de kransslagader, in steeds hogere dosering toegediend. 

Normaal gesproken laat acetylcholine, net als adenosine, een vaten wijder worden. Als de functie van de bloedvaten verstoord is, kan er onterecht spasme van het bloedvat optreden. U krijgt dan herkenbare klachten van pijn op de borst, en we wijzigingen op het ECG (hartfilmpje). U krijgt meteen een vaatverwijder toegediend waardoor de kramp snel weer verdwijnt.

Op de hartkatherisatiekamer

Via de pols 

U krijgt een afdrukbandje (terumobandje) om uw pols dat een tijd moet blijven zitten. Hoelang het terumobandje moet blijven zitten, bepaalt de arts van te voren.  Een terumobandje is een plastic armbandje dat door het inspuiten van 12 cc lucht de polsslagader afdrukt. Op de afdeling wordt het bandje weer leeggemaakt. Dit gebeurt met een spuitje waarbij de verpleegkundige de lucht in meerdere fasen eruit haalt. 

Ook krijgt u 48 uur een mitella om. Deze mag u 's nachts af doen.

Via de lies 

Na het onderzoek sluit de cardioloog de punctieplaats van de slagader met een Angio-Seal, of de verpleegkundige drukt de punctieplaats een tijdje stevig dicht. Daarna krijgt u een stevig drukverband dat 4 uur moet blijven zitten. U moet stil in bed blijven liggen. 

Een Angio-Seal is een plugje dat ervoor zorgt dat het aanprikgaatje van de slagader in de lies wordt afgesloten. U krijgt een kaartje mee met aanwijzingen voor artsen. Op dit kaartje staat dat u de eerste 3 maanden na de hartkatheterisatie liefst niet in deze lies mag worden aangeprikt. Het duurt namelijk 3 maanden voordat de Angio-Seal is opgelost. Draag daarom dit kaartje de eerste 3 maanden bij u. Het is verstandig om uw partner of andere directe familie hiervan op de hoogte te brengen. 

Als binnen 3 maanden een nieuwe katheterisatie nodig is, moet bij voorkeur op een andere plaats worden aangeprikt dan via de lies waar de Angio-Seal in de slagader is geplaatst. Na 3 maanden is deze maatregel niet meer nodig en u hoeft het kaartje niet meer bij u te dragen. 

Op de Hartlounge

Na het onderzoek gaat u terug naar de Hartlounge. De verpleegkundige controleert uw bloeddruk, pols en de punctieplaats regelmatig. Het is goed om extra te drinken. Hierdoor kunnen de resten van de contrastvloeistof snel via de urine worden afgevoerd. Mocht u na de behandeling pijnklachten krijgen of blijft u die houden? Vertelt u dit dan aan de verpleegkundige. 

Via de pols 

Is de behandeling via uw pols gedaan? Dan hoeft u na de behandeling niet in bed te blijven. U moet wel op de Hartlounge blijven totdat het terumobandje is verwijderd. Het leeghalen van het terumobandje verloopt volgens een vooraf bepaald schema. Meestal mag u dezelfde dag naar huis. 

Via de lies 

Is het onderzoek via de lies gedaan? Dan blijft u in bed totdat de verpleegkundige het drukverband eraf haalt. Dit gebeurt in de loop van de dag en hangt af van het tijdstip waarop de lieskatheter eruit is gehaald. Hierna mag u uit bed komen en rondlopen. Als de controles goed zijn, mag u weer naar huis. 

Naar huis

Als u naar huis mag krijgt u de volgende papieren mee:

  • De ontslagbrief met regels voor thuis.
  • Een afspraak bij uw eigen cardioloog of wij sturen de afspraakbrief naar uw huisadres.

Bij een hartkatheterisatie kunnen kleine, maar soms ook ernstige complicaties voorkomen. Meestal verloopt het onderzoek zonder problemen.

Complicaties door de hartkatheterisatie die weer over gaan:

  • een bloeduitstorting bij de punctieplaats;
  • afwijkingen van het hartritme;
  • allergie door de contrastvloeistof;
  • kramp van de kransslagader.

Ernstige complicaties die bijna nooit voorkomen:

  • de vorming van bloedstolsels die een hartinfarct of een beroerte kunnen veroorzaken;
  • door de hoeveelheid contrastvloeistof kan overbelasting van de bloedsomloop ontstaan. Ook kunt u een benauwd gevoel krijgen;
  • beschadiging van het bloedvat. Hierdoor kunt u bloedingen in uw lichaam krijgen;
  • overlijden.

 

Adviezen voor thuis

Hartkatheterisatie via liesslagader 

Het is belangrijk dat u de lies 5 dagen ontziet. Volg daarom de volgende adviezen op. U mag: 

  • niet te zwaar tillen; 
  • niet teveel traplopen; 
  • niet stofzuigen of ander zwaar huishoudelijk werk doen; 
  • geen lange afstanden lopen; 
  • niet fietsen; 
  • de eerste 2 dagen na de ingreep geen auto rijden; 
  • geen plotselinge bewegingen maken, zoals bukken; 
  • niet sporten; 
  • de eerste 2 dagen na de ingreep niet douchen. 

Het is normaal dat uw lies de eerste dagen gevoelig is. Ook kan er mogelijk een bloeduitstorting ontstaan. Dat is niet erg en dit verdwijnt na een aantal dagen vanzelf. 

Hartkatheterisatie via een slagader in de pols 

Het is belangrijk dat u uw pols 3 dagen ontziet. Volg daarom de volgende adviezen op: 

  • u mag niet te zwaar tillen; 
  • u mag de eerste 2 dagen na de ingreep geen auto rijden; 
  • u mag niet sporten; 
  • na de ingreep draagt u uw arm 2 dagen overdag in een mitella, deze mag u 's nachts afdoen.

Het is normaal dat uw arm de eerste dagen wat gevoelig is. 

Na de eerste week mag u uw dagelijkse activiteiten weer doen zoals u gewend bent. Zodra uw lies of pols weer in orde is, mag u weer aan het werk. 

Controleafspraak

U krijgt een afspraak op de polikliniek met uw cardioloog. De cardioloog stelt u een behandelplan voor.

Wat goed is om te weten is dat iedere patiënt anders reageert op gestarte medicijnen. Soms zijn hogere doseringen of een combinatie van medicijnen nodig om de klachten onder controle te krijgen. Het doel is altijd het verminderen van uw klachten waarbij u zo min mogelijk last heeft van de bijwerkingen van de medicatie.

Wat moet u doen bij problemen thuis?

Heeft u vóór uw controleafspraak problemen die te maken hebben met het onderzoek, dan belt u het ziekenhuis.

Bij vragen of problemen ná uw eerste controleafspraak belt u uw huisarts.

Heeft u geen controleafspraak in het ziekenhuis? Dan belt u met het ziekenhuis bij problemen in de eerste 10 dagen na de operatie. Ná 10 dagen belt u met uw huisarts.

 

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Dan kunt u bellen naar de polikliniek Cardiologie.