De laborant haalt u op uit de wachtruimte. Het is niet mogelijk om een familielid of begeleider mee te nemen naar de onderzoeksruimte.
De laborant brengt u naar de voorbereidingskamer. Hier trekt u uw bovenkleding uit. Er worden stickers met elektroden op uw bovenlijf geplakt om tijdens het onderzoek een hartfilmpje te kunnen maken. Ook krijgt u een infuus in uw rechterarm; meestal in uw elleboogplooi.
Hierna gaat u naar de scanruimte. Daar neemt u plaats op het bed van de scanner. U ligt op uw rug. De laborant sluit de elektrodenstickers aan en u krijgt een band om uw linkerarm om uw bloeddruk te kunnen meten. U legt uw armen boven uw hoofd. Tijdens het onderzoek blijft u in deze houding liggen. Het infuus wordt aangesloten op de benodigde slangetjes.
Dan gaat de laborant de kamer uit en beginnen we met de scans. Er worden 3 verschillende scans gemaakt:
- Er wordt een overzichtsscan gemaakt. Dit duurt ongeveer 1 minuut.
- Er wordt een scan gemaakt van uw hart met een radioactieve stof. Hier merkt u niets van. Deze scan duurt ongeveer 8 minuten.
- Na 10 minuten komt de nucleair geneeskundige de kamer binnen om het medicijn Regadenoson toe te dienen. Dit medicijn zorgt ervoor dat we inspanning kunnen nabootsen. Zodra het medicijn is toegediend, wordt de laatste scan gestart. Deze scan duurt ook ongeveer 8 minuten. U kunt door het medicijn enkele minuten last krijgen van de volgende klachten: druk op de borst, benauwdheid, hoofdpijn, duizeligheid, een drukkend gevoel in de hals en warm worden. Probeert u, ondanks eventuele ongemakken, zo stil mogelijk te blijven liggen. De scan is zeer gevoelig voor beweging. Aan het einde van het onderzoek zijn de klachten meestal weer verminderd of zelfs al verdwenen.
Tijdens het onderzoek houden de medewerkers u steeds via camera's in de gaten vanuit de bedieningsruimte. U kunt u altijd met de medewerkers praten via de intercom. Na de scan verwijdert de laborant het infuus en de stickers en u mag zich weer aankleden.