Tijdens het onderzoek houdt u uw mond zo ver mogelijk open en steekt u uw tong zo ver mogelijk uit. De KNO-arts legt een gaasje op uw tong en houdt deze met een vinger naar beneden. Daarna brengt de arts een verwarmd spiegeltje in uw keel in. Met het licht van een voorhoofdlamp onderzoekt de KNO-arts uw keel en strottenhoofd.
Blijf tijdens dit onderzoek rustig ademen en probeer niet te kokhalzen. Met het spiegeltje in uw keel kunt u nog goed ademen.
De KNO-arts vraagt u ‘iiiii’ of ‘eee’ te zeggen. U houdt dit een aantal tellen aan. Meestal lukt het zo om het strottenklepje, de stembanden en de ingang van de slokdarm goed te bekijken. De arts kan u ook vragen ‘he he' te zeggen. Dit doet hij om te kijken hoe goed uw stembanden bewegen.
Het gaat niet om het geluid dat u maakt om de functie van de stembanden te beoordelen en niet om het geproduceerde stemgeluid. Meestal lukt het zo om het strottenklepje, de stembanden en de ingang van uw slokdarm goed te bekijken. Als u ‘hè, hè’ zegt, kan de KNO-arts ook kijken hoe uw stembanden bewegen.
Het onderzoek duurt enkele minuten.