De laborant haalt u op uit de wachtruimte en brengt u naar de onderzoeksruimte. Daar komt u op een smal bed liggen. U krijgt een injectie met een radioactieve vloeistof. Tijdens de toediening van de radioactieve stof moet u een aantal keren diep zuchten.
De camera wordt zo ingesteld dat uw longen goed in beeld komen. Vervolgens krijgt u een bitje in de mond. Via een slang kunt u hierdoor een radioactief gas inademen. Om te zorgen dat u niet via de neus kunt in- en uitademen krijgt u ook een klemmetje op de neus. Op deze manier kan er gelijktijdig naar de doorbloeding en de verdeling van zuurstof gekeken worden.
De camera draait in kleine stapjes om u heen. Dit duurt ongeveer 15 minuten. U heeft dus ook 15 minuten het bitje in de mond om het radioactieve gas in te ademen. Aansluitend wordt een CT-scan gemaakt van enkele minuten.
LET OP: Afhankelijk van de vraagstelling van uw specialist is het soms niet nodig om naar de verdeling van zuurstof in de longen te kijken. In dat geval krijgt u alleen een infuus waardoor de radioactieve vloeistof wordt ingespoten. U hoeft dan niet door een bitje te ademen tijdens de scan.
Opmerking: Het benodigde radioactieve gas is niet iedere dag in het ziekenhuis aanwezig. Als het gas er niet is wordt er, afhankelijk van de reden van het onderzoek, soms eerst een doorbloedingsonderzoek van de longen (perfusiescan) gedaan. Zo nodig wordt een andere dag het onderzoek herhaald, waarbij er ook wordt gekeken naar de verdeling van zuurstof in de longen (ventilatiescan).