Als u nog een menstruele cyclus heeft, kan het onderzoek alleen plaatsvinden tussen de 6e en de 17e dag van de menstruatiecyclus, omdat hormonen van invloed zijn op het klierweefsel van de borsten. Uw menstruatiecyclus begint steeds op de eerste dag van uw menstruatie.

De menstruele cyclus is niet van belang bij controle van de borstprothese(s).

Omdat bij het MRI-onderzoek gebruik wordt gemaakt van een heel sterk magneetveld is het volgende belangrijk:

• Metalen of magnetische voorwerpen moeten buiten de onderzoeksruimte blijven. Deze voorwerpen moet u daarom in het kleedkamertje laten liggen: sleutels, munten, gebitsprothesen, haarspelden, gehoorapparaten, sieraden, horloge, bankpasjes.
• Waardevolle bezittingen kunt u beter thuislaten.
• Mascara bevat soms ijzerdeeltjes. Daarom mag u geen mascara aanbrengen voor een MRI-onderzoek van de hersenen (cerebrum).
• Een tatoeage of permanente make-up kan tijdens het onderzoek warm gaan aanvoelen.
• Het beste kunt u onderkleding dragen zonder metalen delen (haakjes, ritssluitingen, beugel/sluiting van de bh of drukkers).
• U mag géén anti-bacteriële (sport)kleding dragen.

De MRI van de borsten wordt uitgevoerd met contrastvloeistof, zodat er onderscheid gemaakt kan worden tussen de verschillende weefsels in de borst. Voor het onderzoek wordt er eerst een infuus in de arm geprikt. Via dit infuus krijgt u het contrastvloeistof ingespoten. U kunt hier een warm gevoel van krijgen of een andere smaak in de mond.

Contrastvloeistof wordt door de nieren uit het lichaam verwijderd. De nierfunctie moet voldoende hoog zijn. Bij nierfunctiestoornissen wordt bloed geprikt waaruit de GFR wordt bepaald. Bij een te lage GFR kan het onderzoek niet doorgaan.

Mocht de MRI van de borsten alleen gaan om lekkage van borstprotheses, dan wordt er geen contrast gegeven.

Tijdens de voorbereiding van het onderzoek mag u een hemdje aanhouden (geen BH). Dit hemdje moet ruim genoeg om uw bovenlichaam vallen om omhoog of omlaag te kunnen schuiven, omdat tijdens het onderzoek zelf het bovenlichaam ontbloot moet zijn. U mag ook een legging of joggingbroek aanhouden. Deze moeten ook zonder metalen knoopjes of deeltjes zijn.

Als u angst heeft voor kleine ruimtes (claustrofobie), is het mogelijk dat u komt proefliggen in de MRI. U kunt hiervoor langskomen tijdens kantooruren op de hoofdlocatie. U hoeft hiervoor geen afspraak te maken. U kunt ook uw behandelend arts om een kalmerend medicijn vragen.

Tijdens het onderzoek ligt u op uw buik op een smalle tafel, met de borsten in een speciaal kussen. Deze tafel schuift geheel of gedeeltelijk in de lange smalle tunnel van het MRI-apparaat. Tot hoever is afhankelijk van het lichaamsdeel dat onderzocht moet worden. De tunnel is aan beide kanten open.

Het is heel belangrijk dat u tijdens het onderzoek stil blijft liggen. De opnamen kunnen mislukken als u zich beweegt. Het onderzoek is pijnloos.

Meestal bent u alleen in de onderzoeksruimte. De laboranten bedienen het MRI-apparaat vanuit een ruimte naast de onderzoekkamer. Zij zien u door een raam en houden u steeds in de gaten. In de tunnel zit een microfoon en een luidspreker. U krijgt een knijpballetje in uw hand. Als u hierin knijpt, kunt u praten met de laborant.

De laborant maakt een serie opnamen van het lichaamsdeel dat onderzocht moet worden. Elke opname toont een dwarsdoorsnede van dit lichaamsdeel. Zo kan de radioloog precies de vorm, structuur en ligging van alle inwendige organen of weefsels in het onderzochte gebied onderscheiden.

Het MRI-apparaat maakt tijdens het onderzoek harde kloppende geluiden. Dit kan vervelend voor u zijn. U ontvangt van ons gehoorbescherming door middel van een koptelefoon en oordopjes. Maar ook met de koptelefoon en oordopjes blijft u het kloppende geluid van het MRI-apparaat nog horen. Als u wilt kunt u via de koptelefoon naar de radio luisteren. De laborant bespreekt dit met u.

Na afloop van het onderzoek kunt u gewoon naar huis. Heeft u voor het onderzoek een kalmerend medicijn gekregen? Dan mag u niet zelf naar huis rijden. Regelt u dan tevoren dat iemand u ophaalt uit het ziekenhuis.

Na afloop van het onderzoek beoordeelt de radioloog of het onderzoek voldoende informatie heeft opgeleverd. Het komt voor dat er opnieuw opnamen gemaakt moeten worden met een contrastvloeistof. Dan bellen we u voor een nieuwe afspraak.

Het onderzoek duurt 30 minuten.