Het onderzoek bestaat uit 2 delen.
Deel 1: injectie van de radioactieve vloeistof
De nucleair geneeskundige haalt u en uw kind op in de wachtruimte voor de toediening van de radioactieve vloeistof. Deze vloeistof wordt via een infuus toegediend welke al is ingebracht op de kinderafdeling. De radioactieve stof heeft geen bijwerkingen en heeft geen nadelige gevolgen voor uw kind of voor de omgeving. De geïnjecteerde stof moet een aantal uren inwerken (minimaal 4 uur). Uw kind hoeft hiervoor niet in het ziekenhuis te blijven en mag normaal eten en drinken. De arts vertelt u hoe laat uw kind voor het onderzoek wordt terug verwacht op de afdeling Nucleaire Geneeskunde. Op het afgesproken tijdstip meldt u zich weer en neemt u plaats in de wachtruimte.
Deel 2: het onderzoek
U en uw kind worden door een laborant meegenomen naar de onderzoeksruimte. Tijdens het onderzoek ligt uw kind op een smal bed in een vacuümmatras. Dit matras is comfortabel en zorgt ervoor dat uw kind makkelijker stil kan blijven liggen tijdens het onderzoek. De camera wordt boven de hals geplaatst en de opnamen worden gemaakt. Daarna voelt de laborant of de nucleair geneeskundige in de hals van uw kind en markeert een aantal punten. Dit gebeurd met een speciale pen. Deze laat geen sporen achter op de huid. Dit duurt ongeveer 15 minuten.
Het kan nodig zijn dat er nog een injectie gegeven wordt via het infuus. Dit gaat om een niet-radioactief geneesmiddel. Ook deze stof heeft geen bijwerkingen. Meteen na deze injectie worden er gedurende een half uur opnamen van de hals gemaakt. Daarvoor wordt de camera weer boven de hals van uw kind geplaatst.
Er bestaat een mogelijkheid dat het onderzoek hierna nog niet klaar is. Indien nodig, wordt uw kind een half uur na het beëindigen van de vorige opnamen terugverwacht op de afdeling voor een laatste onderzoek. Dit zal ongeveer 15 minuten duren. Hierna is het hele onderzoek klaar.