CVA (beroerte)
CVA is de afkorting van Cerebro Vasculair Accident, ofwel een ongeluk (accident) in de bloedvaten (vasculair) van de hersenen (cerebro).
Translate instructions
If you wish to view the page on your phone or tablet, then the steps below may not work. Please switch to a desktop computer to translate this website. For translating the text, please follow this instruction:
1. Select the text you want to translate.
2. Choose ‘Vertalen’.
![Translate instructions step 1](/sites/default/files/styles/entity_embed_50_width/public/images/2023-04/20230406-schermafdruk-tekst-vertalen-JBZ-website-stap1.png?itok=-xyw_-3z)
3. Select the language you prefer.
![Translate instructions step 2](/sites/default/files/styles/entity_embed_50_width/public/images/2023-04/20230406-schermafdruk-tekst-vertalen-JBZ-website-stap2.png?itok=0d0KsZIq)
4. You can read and/or listen to the translated text (by Google).
![Translate instructions step 3](/sites/default/files/styles/entity_embed_50_width/public/images/2023-04/20230406-schermafdruk-tekst-vertalen-JBZ-website-stap3.png?itok=fIScesw3)
Lees meer
Je kunt deze video niet zien. Wat nu?
CVA-ketenzorg
Om de behandeling en zorg voor mensen met een beroerte te verbeteren, is de CVA-ketenzorg opgezet. Dit is een netwerk van zorgverleners in de regio die zorgen dat behandeling en zorg in elke fase van het ziekteproces goed op elkaar aansluiten. Vanuit de CVA-ketenzorg is een persoonlijke informatiemap samengesteld. Deze krijgt u bij uw opname uitgereikt.
Onderzoeken
Aan de uitvalsverschijnselen is niet te zien om welke vorm van een CVA het gaat. Er is meer onderzoek nodig om een diagnose te kunnen stellen.
Onderzoeken
- Bloedonderzoek: op de Spoedeisende Hulp doen we vaak een bloedonderzoek (onder andere cholesterolbepaling). Op de verpleegafdeling bepalen we uw bloedsuiker.
- Hartfilmpje (ECG): een herseninfarct of TIA kan veroorzaakt zijn door een hartaandoening. Daarom maakt de verpleegkundige een hartfilmpje.
- CT-scan en MRI-scan: met een CT-scan van de hersenen kan de arts vaststellen of u een herseninfarct of een hersenbloeding heeft gehad. In de 1e uren na een CVA is op een CT meestal nog niet te zien of er een herseninfarct is geweest; een bloeding zien we meestal wel meteen. Soms wordt er ook een MRI-scan gemaakt. Bijvoorbeeld als de CT-scan niet duidelijk genoeg was.
- Telemetrie: als u een herseninfarct heeft gehad, bewaken we de eerste 24 uur uw hartritme op de Neuro Care Unit. Dit noemen we telemetrie. Zo kunnen we zien of u mogelijk een onregelmatig hartritme heeft, wat een oorzaak kan zijn van het herseninfarct.
- CT-scan halsvaten en/of duplex: als de arts denkt dat u een herseninfarct heeft gehad, wil de arts precies vaststellen waar een bloedvat vernauwd of afgesloten is. Vaak wordt op de Spoedeisende Hulp een CT-scan van de halsvaten gemaakt. Op de afdeling krijgt u mogelijk een duplex-onderzoek. Hierbij brengen we de slagaderen in de hals in beeld met ultrageluidsgolven.
Bij bloedonderzoek nemen we 1 of meer buisjes bloed af met een hol naaldje. Dit bloed wordt in het laboratorium onderzocht.
Bij dit onderzoek worden afbeeldingen gemaakt van uw lichaam door middel van een smalle bundel röntgenstralen.
Bij een hartfilmpje (E.C.G.) meten we de elektrische activiteit van uw hartspier.
Met behulp van het MRI-onderzoek kunnen pezen, spieren, hersenweefsel, kraakbeen, tussenwervelschijven, organen of bloedvaten zichtbaar worden gemaakt.
Bij een duplexonderzoek van de bloedvaten in uw hals brengt de vaatlaborant met geluidsgolven het bloedvat in beeld. De mate van vernauwing in uw bloedvaten wordt gemeten door de snelheid van de bloedstroom te meten.
Behandelingen
De behandeling van een CVA in de acute fase hangt af van de oorzaak.
Direct na opname op de neuro care unit schakelt uw behandelend arts verschillende therapeuten in om u te begeleiden tijdens de revalidatie: de fysiotherapeut, ergotherapeut en logopedist. Ook is het mogelijk dat de diëtist en/of maatschappelijk werker u begeleiden.
Behandelingen
Bij de behandeling van een CVA moet eerst de oorzaak duidelijk zijn. Daarom stelt de arts zo snel mogelijk vast of het om een herseninfarct of een hersenbloeding gaat.
Een herseninfarct kan worden veroorzaakt doordat een bloedstolsel een bloedvat afsluit. Als het mogelijk is, geeft de arts u via een infuus een medicijn dat de bloedprop oplost (trombolyse). Deze behandeling moet binnen 4,5 uur na een herseninfarct starten. In sommige gevallen is het mogelijk om tot 12 uur na het herseninfarct een trombolysebehandeling te geven.
Als het infarct korter dan 6 uur geleden is gebeurd, kan de arts mogelijk via een katheter het stolsel uit het bloedvat in de hersenen verwijderen (trombectomie). Deze behandeling gebeurt in een ander ziekenhuis; u wordt daar per ambulance naar toe vervoerd. In sommige gevallen is het mogelijk om tot 24 uur na het herseninfarct een trombectomie te ondergaan.
Een TIA lijkt op een herseninfarct en ontstaat op dezelfde manier, maar bij een TIA verdwijnen de uitvalsverschijnselen weer binnen enkele minuten of enkele uren.
Een hersenbloeding ligt vaak diep in het hersenweefsel. Daarom is een ingreep of operatie in de acute fase meestal niet mogelijk. De verpleegkundige houdt u dan goed in de gaten en controleert regelmatig uw bewustzijn. U krijgt soms medicijnen om het vocht rond de bloeding te verminderen en de bloeddruk te verlagen. Soms is een operatie nodig, deze behandeling wordt niet in het JBZ gedaan, maar in het Elisabeth-Tweesteden Ziekenhuis.
Medicijnen
Om te voorkomen dat u een nieuw CVA krijgt of extra schade aan de hersenen, start de arts meestal een behandeling met medicijnen. Voorbeelden hiervan zijn bloeddrukverlagende medicijnen, bloedverdunners en cholesterolverlagende medicijnen.
Risicofactoren
Tijdens uw opname brengen we in kaart welke risicofactoren voor u van toepassing zijn en wat we hieraan kunnen doen. Hierbij kunt u denken aan een verhoogde bloeddruk, verhoogd cholesterol, suikerziekte (diabetes), een bepaalde hartritmestoornis (boezemfibrilleren), een vernauwing van de halsslagader, roken, ongezond eten, te weinig lichaamsbeweging, overgewicht, de anticonceptiepil, of erfelijkheid. In het Jeroen Bosch Ziekenhuis bieden we hulp aan bij stoppen met roken.
Bij een CVA of TIA op jonge leeftijd vinden we soms andere risicofactoren of oorzaken. Meer informatie over een CVA of TIA op jonge leeftijd vindt u op www.youngstroketoolbox.nl.
Revalidatie
Uw behandelend arts schakelt verschillende therapeuten in om u te begeleiden tijdens de revalidatie. Deze therapeuten werken met elkaar samen om u zo goed mogelijk te kunnen begeleiden in het herstel na het CVA.
Een snelle behandeling van een herseninfarct in de 1e uren kan voorkomen dat het herseninfarct ernstige gevolgen heeft.
Als u een vernauwde halsslagader heeft, kan een operatie nodig zijn.
Als u een CVA (beroerte) heeft doorgemaakt, onderzoekt de fysiotherapeut in het ziekenhuis hoe het gaat met het bewegen.
Na een CVA kunt u spraak- taalstoornissen hebben en/of slikstoornissen.
Na een CVA (beroerte) zoekt de ergotherapeut samen met u naar mogelijkheden om uw dagelijkse activiteiten uit te voeren.
Als u een CVA (beroerte) heeft doorgemaakt, kan de medisch maatschappelijk werker in het ziekenhuis u begeleiding bieden.
‘Poliklinisch revalideren’ betekent dat u tijdelijk een of meer keren per week naar Tolbrug komt om te revalideren, alleen of in een groep. U wordt dus niet opgenomen.
Na een ziekenhuisopname vanwege een CVA (beroerte) is soms (tijdelijk) nazorg nodig. Het Transferbureau kan hierbij helpen.
Na de ziekenhuisopname gaan veel CVA-patiënten met ontslag naar huis. Anderen gaan naar een verpleeghuis of revalidatiecentrum om daar verder te herstellen en te revalideren. Soms blijkt het niet meer mogelijk om terug te keren naar de thuissituatie.
De gevolgen van een CVA verschillen van persoon tot persoon. Welke klachten u heeft, hangt af van het deel van de hersenen dat beschadigd is, en hoe groot dat beschadigde deel is. Maar ook van uw eigen gezondheid, zoals uw conditie en leeftijd.
Mensen die een beroerte (CVA) of een TIA hebben gehad en met ontslag naar huis gaan, kunnen gebruik maken van thuismonitoring. U kunt dit bespreken met uw behandelaar.
Poliklinieken en afdelingen
De Neuro Care Unit bevindt zich op verpleegafdeling Neurologie C7 Noord. Op de Neuro Care Unit worden patiënten opgenomen in de acute fase van een beroerte, dus meteen nadat de beroerte heeft plaatsgevonden.
Het specialisme Neurologie richt zich op ziekten van het zenuwstelsel (hersenen, ruggenmerg en zenuwen) en de spieren.
De TIA Unit bevindt zich op verpleegafdeling Neurologie. De TIA Unit is bedoeld voor patiënten die na een verdenking op een TIA zijn doorverwezen door hun huisarts voor verder onderzoek.
Op de Intensive Care is speciaal opgeleid personeel en speciale medische apparatuur aanwezig om zeer ernstig zieke patiënten te behandelen.
De fysiotherapeut is gespecialiseerd in de behandeling van patiënten die niet goed kunnen of durven te bewegen.
U kunt ergotherapie krijgen als u door een aandoening, ongeluk of operatie moeite heeft om uw dagelijkse activiteiten uit te voeren.
Als u spraak-, taal-, stem- of slikproblemen heeft, dan kan uw specialist in het Jeroen Bosch Ziekenhuis 1 van onze logopedisten inschakelen.
Tolbrug is het regionale expertisecentrum voor revalidatie in noordoost Brabant. U kunt zowel poliklinisch als klinisch revalideren.
Als u of uw naaste in het ziekenhuis behandeld of opgenomen wordt, kan dit ingrijpend zijn.